De laatste rit keek om kwart voor negen ’s morgens al om de hoek. Traditioneel mocht iedereen bij onze laatste tocht van de president verschijnen in wieleroutfit naar keuze. Eigenlijk doet hij deze toegift vooral voor zichzelf zodat hij weer kan pronken met één of andere ludieke outfit die hij bij de nepchinezen van Ali Express heeft besteld. En ja, ook nu dook hij op, helemaal uitgedost als gigagrote knijpfles van Heinz Tomato Ketchup. Het moet gezegd, het zat hem als gegoten, maar toen hij als reuzengrote vleestomaat het startschot wilde geven, bleek den Dave zijn tweewieler met lekke band uit de camionette te hebben gehaald. Meteen las Kris Lelie hem de levieten dat hij de avond ervoor beter zijn fiets had gecontroleerd in plaats van zich te bezondigen aan het overmatig inpilsen. De immer opgewekte Dave kreeg er zowaar een pruillip van, maar verving zijn rubberen Robby samen met Der Reifenmeister op één-twee-drie. We konden dus nog stipt op tijd onze laatste kilometers aanvangen.
We waren echter amper tweehonderd meter ver of Wendy sloeg een ijselijke, door merg en been gaande gil, toen “ein Kaninchen” uit de berm als ervaren zelfmoordcommando zich op haar leek te willen storten. Naar het schijnt zou dit ras van mensetende dwergkonijnen welig tieren in de regio van Jülich. Gelukkig voor Wendy begreep het knaagmonster dat het serieus in de minderheid was en dook het aan de overzijde van de straat de struiken in. Wendy haar hartslag daalde meteen weer van 210 slagen per minuut naar een aanvaardbare 70 slagen.
Na deze kleine ongemakken, deden we een rondje door centrum Jülich om net buiten het centrum de eerste secteur pavé voor de wielen te krijgen. David, een zelfverklaard begenadigd crosser, draaide de hendel helemaal open en deed de rest naar stof happen in zijn wiel. Kilometers lang waren wij gehuld in een enorme stofwolk en het eerste wat wij konden ontwaren op een brug over de snelweg, waren onze twee topbegeleiders die ons breedlachend opwachtten. Na amper tien kilometer zat een stop er nog niet in, niemand had trouwens al pech, honger of dorst. Maar de profetische woorden, dat er telkens een korte wijle na een passage van de volgwagen iemand plat viel, waren nog niet koud of daar reed David wederom lek. Aanvankelijk trachtte hij zijn band nog nieuw leven in te blazen met zijn achtereind, doch een wissel drong zich op. Der Reifenmeister toverde nogmaals zijn goocheldoos uit zijn achterzak en op een ik en een gij lag er een nieuw caoutchouken in de gescheurde buitenband en stak hij een nieuwe binnenband. Ons aller leermeester, Constant De Grote, zou glunderen van trots, moest hij dit hebben gezien!
De secteurs pavés volgden elkaar weer in sneltempo op en na een korte afdaling waarin het losse zand tot boven de velgen kwam, had iedereen er ondertussen genoeg van. Omdat de deadline ondertussen naderde, werd er beslist van een verkorting tot 70 km in te lassen. Maar wanneer wij een blik op de kaart wierpen, bleek er geen enkele weg op de kaart te zijn aangeduid in het gebied dat we dienden te doorkruisen. De schrik dat we op een geheim militair domein zouden stuiten, laaide dan ook op. We beslisten echter unaniem van het erop te wagen. Aanvankelijk reden wij een tijdje naast een gigantische steengroeve maar belandden wij op de oprijlaan van een megagroot golfdomein. De blinkende bolides op de parking van het eliteclubje deden vermoeden dat er geen rechteroever-Duitsers aan het golfen waren. Maar als WTC’er moet ge u overal kunnen aanpassen, en met een groot hart en opgeheven hoofd reden wij zij aan zij de Southfork Ranch op. Aanvankelijk leek de weg dood te lopen, maar achter de loods met elektrische golfkarretjes, bleek het pad toch verder te lopen. Op de gps, stonden verschillende stippellijnen, wat er op duidde dat er wel degelijk bospaadjes lagen, uiteraard onverhard. Eerst dienden wij echter nog Tee 17 op het golfterrein te kruisen en de verraste blikken van de Duitse Tiger Woodsen, spraken boekdelen. Onze president, van geen kleintje vervaard, poseerde nog even voor een misslaande VW Golfer, waarna wij en masse het woud indoken.
En na een kwartiertje, stonden we plots aan de afdaling die we een half uur eerder hadden genomen, diegene met het losse zand tot boven de velgen. En nu moesten we ze beklimmen! André, een ervaren cyclocrosser in de groep, had onmiddellijk door dat tien centimeter in de grasberm, de ondergrond best hard lag. In zijn spoor was de klim dan uiteindelijk ook veel makkelijker dan de afdaling. Onze oprechte dank André om ons hier vakkundig te gidsen. Zijn zoon Michaël beloofde hem nadien een schone en zeer dure Vaderdag te zullen kopen in juni.
Na drie dagen hadden we ondertussen het systeem van kaartaanduidingen volledig door. Met de zon die links achter ons moest blijven en op het scherm zoekend naar smalle lichtblauwe streepjes, vonden we het ene asfalt of betonwegje na het andere. Op het einde werden de kuiten nog even gegeseld op de Muur van Jülich, eigenlijk niet meer dan een steile brug over de snelweg, maar het voelde aan als de kuitenbijter van Geraardsbergen. En om tien na twaalf eindigde ons fietsweekend op de parking van het hotel. Dat we ons niet meer konden douchen in het hotel namen we er graag bij, want ze waren wel bereid ons nog wat goudgele Weissen in te schenken. Onder een aangenaam zonnetje keerde de ene na de andere WTC’er huiswaarts.
Het fietsweekend was weer een memorabel succes mede dankzij de puike organisatie van Kris DB en de tomeloze inzet van Steven, alias de langen - u weet ondertussen wel waarom - en Herman, onze twee begeleiders. Ook Mechanical Steven, alias Der Reifenmeister, verdient een dikke speekselmedaille voor zijn geboden hulp bij de vele platte tubes. En verder mag iedereen zich ferm op de borst kloppen dat hij of zij dit avontuur tot een goed einde heeft gebracht. We kijken al uit naar volgend jaar en de eerste plannen werden reeds gesmeed. Mocht iemand bij het lezen van onze fratsen interesse hebben gekweekt om onze rangen te vervoegen, aarzel niet om contact op te nemen met Unserer President, Herr Franky Christaens!
Zum Wohl!