Dit jaar viel onze openingsrit van het nieuwe seizoen gelijk met het openingsweekend van de Vlaamse klassiekers. Op het menu voor de profs stond op zaterdag de Omloop het Nieuwsblad en op zondag Kuurne-Brussel-Kuurne. En hier tussenin viel onze opener op zondagmorgen. Normaal gezien wordt onze eerste rit voorafgegaan door een professionele fotoshoot waarbij de steeds dieper wordende rimpels op onze karakterkoppen worden vereeuwigd en de winterkilo’s worden vastgelegd.
Echter door een opgeschoven leveringstermijn van onze kledingleverancier Vermarc, diende de fotoshoot te worden verschoven naar een latere datum. Dat geeft ons nog wat tijd om de opgespaarde spekrolletjes weg te werken of te trainen op 60 seconden de adem inhouden en even lang de buik intrekken.
Of het aan onze prachtige website ligt, de kameraadschappelijke sfeer van de club die over de tong gaat, of het gevarieerde aanbod aan ritten en activiteiten, wie zal het zeggen, maar dit seizoen hebben zich negen nieuwe leden aangesloten bij de WTC. Ons ledenbestand is daarmee met dertig procent gestegen. In ieder geval heten we al deze nieuwkomers langs deze weg nog eens van harte welkom.
Het leek in het openingsweekend wel alsof de weergoden enkel de profs goed gezind waren. Akkoord, de wind speelde ook hen parten, maar de grote hoeveelheden regen bleven uit tijdens de twee profkoersen. Bij ons daarentegen draaide onze lieven heer zijn buitenkraan open vanaf een uur of acht. Via Whatsapp en andere moderne media “regende” het afzeggingen voor onze seizoensopener. Dat er echter teamleden wel fan zijn van dit Vlaamse regenweer bleek uit een bericht en bijhorende selfie van Kris DB. Met een paraplu gemonteerd op de fietshelm, carnavalsbril, handschoenen en beenverwarmers in de kleuren van Aalst, postte hij om 8 uur 25 al een zelfportret voor ons lokaal. Hij bekloeg er zich wel over dat er niemand anders van de club aanwezig was. Hij had echter een klein detail over het hoofd gezien. De eerste rit zou pas om negen uur starten. Van motivatie gesproken!
Ondanks het hondenweer daagden er in totaal elf flandriens en één flandrienne op. Jo was voor de gelegenheid ook uitgedost als Vlaamse charmezanger en had nog een kostuum en dito pruik van Will Ferdy uit de jaren zeventig op de kop kunnen tikken. Het mocht van in den beginne duidelijk zijn dat Kris en Jo reeds na enkele honderden meters linksaf zouden slaan en een koffie zouden gaan nuttigen in de Goudkarper. De rest zette vol goede moed koers naar de Kalkense Meersen. Onderweg gingen de hemelsluizen nog meer openstaan. Het opspattende water en de modder van de tractorbanden liet ons allen door gefumeerde brilglazen de rest van de rit tegemoet zien. Na een dertigtal kilometer ging ondergetekende even polsen wie het zag zitten om de rit in te korten. Op drie die hards na, zijnde Steven, Peter en kasseistamper Jos, vond iedereen dit een waardige keuze. In Wichelen scheidden onze wegen en zetten wij koers richting de Meldertse heimat. Met het water al tot in de schoenen en de modder al tot in de voor van ons… blies de wind ons huiswaarts. Het mocht duidelijk zijn dat de rijkelijke maaltijd van gefrituurde hapjes die ons bij aankomst zou worden opgediend, best zou worden uitgesteld naar latere datum. Weinigen onder ons hadden nog veel zin om nat en verkleumd rond de stoof van Ingrid te gaan zitten om dan nadien terug door het hondenweer naar huis te moeten bollen.
Hopelijk zijn de weergoden ons volgende week wat beter gezind en kunnen we voltallig starten voor een nieuw WTC-avontuur. In ieder geval, zij die meereden hebben onze nieuwe regenjassen uitgebreid kunnen testen. En ik kan er alleen maar lovend over zijn. Het was nog een impressionant zicht om ons allen door de vlagen te zien bollen met dezelfde frak en helm. Als een geoliede profploeg ontlokten wij blikken van ontzag en jaloezie aan de arme wielerclubs die ons pad kruisten.
Het is niet aan iedereen gegeven een WTC’er te mogen zijn!
Tot volgende week.