Een WTC-seizoen zonder rit naar de Muur is als een curryworst-special zonder ajuin. Nu onze president met de zuiderzon was verdwenen en warmere oorden heeft opgezocht om er een welverdiende vakantie door te brengen, en Jo ook zijn zegen had gegeven om nog eens wat hoogtemeters in een rit te steken aangezien hij toch niet aanwezig kon zijn, was het moment aangebroken om eens naar Geraardsbergen te trekken.
Normaal gezien wordt in de meeste wielerclubs de rit naar De Muur ergens in april ingelast, midden in het seizoen van de Vlaamse Klassiekers. In die periode worden de Vlaamse hellingen overspoeld door wielertoeristen van allerlei pluimage. De één al wat afgetrainder dan de andere, wanen zij zich een Van Avermaet, Boonen of Museeuw en bestormen zij de Geraardsbergse Col in vlagen van zinsverbijstering, om toch maar in de buurt te komen van de Stravabesttijd van de volwaardige profs. Maar niet alleen de berggeiten beklimmen dan deze legendarische helling. Ook wielerfans met minder extreme ambities stampen en duwen zich de pleuris op deze kasseiberg. En af en toe raakt één van die mannen of vrouwen op de steilste strook plots niet meer vooruit, vergeten zij dat zij vastgeklikt zitten in hun pedalen en maken zij slagzij. Het valt dan al eens voor dat zij een andere wielerheld die hun net aan het inhalen was, meesleuren in hun val. Om het risico te vermijden dat één der WTC-coryfeeën hierdoor ten val zou komen en de rest van zijn seizoen door de neus zou geboord worden, plannen wij deze rit in de zomer.
Op het startuur mochten we dan ook weer zestien leden van onze kleine doch oergezellige club verwelkomen. We vernamen dat Jimmy zou gaan meerijden met de jongens van De Spaak. Waarschijnlijk zou hij zich de hele rit moeten verontschuldigen na de prozaïsche ontboezemingen van ondergetekende in ons vorig verslag. Joris, die merkte dat zijn zwart beest, Jimmy, niet aanwezig was, zag zichzelf al pronken in de bolletjestrui, nadat hij als eerste op de hellingen van de dag zou zijn boven gekomen. Er waren echter nog kapers op de kust. De bebaarde Pieter had zichzelf in de voorbije week op een Duveldieet geplaatst en Davy was op hoogte-en stressstage geweest in Bellewaerdepark. Niet alleen scoorde hij er uitmuntend op zijn conditietest, ook in zijn relatietest slaagde hij met verve. Peter, de kleine doch gevleugelde klimmer, na Geert vermoedelijk de lichtste van de groep, was misschien wel de underdog van de dag. Vlieggewichten klimmen theoretisch gezien nog altijd sneller dan boerenhespen. Peter woekerde echter van bij de start met zijn krachten en reed kilometerslang met Steven op kop van de groep. De voornoemde, sluwe snoodaards verstopten zich echter in de buik van het peloton en schuwden de koppositie als de pest. Pieter liet hem wel al eens vangen om de wind te breken met zijn kinstruikgewas. Zijn oogst van vliegende insecten bleek na de rit weer zeer gevarieerd, een entomoloog zou er een doctoraat kunnen op gehaald hebben.
Tijdens de heenrit bleek dat Wendy wat van haar melk was door het feit dat Tiffany na haar stage in het land van Nonkel Donald, moeite had om ons sappige Vlaams te verstaan. De conversaties die anders zo vlot verliepen tussen beide dames, liepen nu zodanig stroef dat Wendy zich meermaals liet terugzakken naar de achterste regionen, bij haar man Kris die haar dan hielp vertalen wat Tiffany zou hebben gezegd. Het was zeker niet door slechte benen dat Wendy af en toe achteraan vertoefde, zeker niet.
Nu Johan ons al wekenlang niet meer heeft vergezeld, was zijn ene fan toch wel opgedaagd onderweg. In de buurt van Woubrechtegem, stond een man met knalroze overall en dito Vespa onze hermafrodiete tollenaar op te wachten. Toen hij echter zag dat ons voormalige Get Ready-member er niet bij was, droop hij teleurgesteld af en negeerde hij onze talrijke begroetingen. Het was maar een schrale troost voor de man dat ook Joris zich had getooid met roze, volgens hemzelf “foesja” koerskousen. Naar het schijnt zou hij deze hebben aangekocht in de solden bij Ali-Express en legden zij er hem nog geld op toe om dit nichterige paar te willen dragen.
Onderweg kregen we al wat hellinkjes voorgeschoteld om de benen op te warmen of nog meer te vermoeien. Uiteraard verzonken deze kleine puisten in het niets tegen de Muur en de Bosberg die we daarna ook nog zouden geserveerd krijgen.
Een tiental kilometer voor Geraardsbergen zette ondergetekende zich samen met Kris DB op kop en loodsten wij onze kopman Joris veilig naar de Abdijstraat, bij de wielerfanaat beter gekend als de Kloosterstraat. Vanaf hier was het aan hem. En met Pieter, Davy en Peter in zijn wiel, hield hij het tempo strak. Pas net voor de kapelmuur aan ’t Hemelrijck slaagde hij er in Pieter uit zijn wiel te schudden. En rood als een beschaamde kogelvis, bereikte hij als eerste de top. Groot was zijn verbazing dat Jo, onze huisfotograaf, in hinderlaag lag met zijn fototoestel in de aanslag. Had Joris dit geweten, had hij met zijn laatste energie zijn buik ingetrokken. Helaas werden zijn uitdijende buikspieren vastgelegd op Jo’s gevoelige plaat. Er zal wat gefotoshopt moeten worden om dat goed te krijgen.
Jo die wijselijk voor deze rit zijn fiets op onderhoud had gedaan bij Loomans, en dus het perfecte excuus had om met de auto naar de Muur te komen, schoot nog menig prachtig plaatje van de bovenkomende WTC’ers. Kris Lelie besteeg zelfs twee keer de Kapelmuur om toch maar van zijn schoonste kant kunnen gefotografeerd te worden. Enkel Pascal en Wendy werden niet door Jo’s lens gevangen. Beiden hadden blijkbaar de Muur niet gevonden en waren dan maar de Abdijstraat blijven volgen. Zij wachtten ons dan ook in spanning af bij de afdaling. Geen van beiden kon geloven dat Jo op de top, topfoto’s had geschoten.
Na de Muur ging het in gestrekte draf richting Bosberg, de favoriete helling van Joris, althans dat zegt hij toch zelf. Hij heeft er zelfs een volledige theorie over ontwikkeld, die ik u gelukkiglijk ga besparen, om dit onding te beklimmen. En wederom liet hij Pieter en de rest een poepie ruiken. Het moet gezegd, hij ziet er misschien volledig uit form uit, maar de Joris heeft nog poeier in zijn ondertussen ongeschoren benen.
Op de terugweg, eens voorbij Ninove, vond Davy het nodig een versnelling te placeren waarbij Joris, en de tot dan toe onzichtbare Kristof(f), u weet wel de Noorse sprintbom, op zijn wiel sprongen. En weg waren zij, niettegenstaande de rest met de wind in de rug ook met de 34 km/h flirtte.
Nog waren alle hoogtemeters niet overwonnen: de Schettenberg, de Zwarte Berg, De Patéberg en de Kerkberg in Meldert lagen ook nog tussen het dessertenbuffet. De drie demarrerende musketiers wachtten ons ondertussen als drie zombies op het terras van het lokaal op. Rufin, Ingrids trouwe knecht, had het onmiddellijk gezien dat hun energieniveau moest worden opgekrikt en hij serveerde prompt curryworsten met dingen. Joris zou zich kort daarna nog naar de Spar haasten waar hij alle beschikbare zakken chips opkocht. Hij zou beter zijn geld wat sparen, aangezien hij mij moet betalen per vermelding van zijn naam in de verslagen. En deze keer zal het hem een noot kosten.
De twee volgende weekends kan ik gezien mijn afwezigheid niet aanwezig zijn en kan ik bijgevolg ook geen waarheidsgetrouw verslag neerpennen. Ik vermoed dat iemand wel zo ambitieus zal zijn om mijn schrijfsels te evenaren. Het ga jullie goed en tot binnen een week of drie.
El Churto