Vooraleer we overgaan tot de orde van de zondag, moet ik toch wel eerst even uitweiden over zaterdag. Op deze eerste dag van het lange 1-mei weekend zijn er toch wel een tweetal heuglijke gebeurtenissen gebeurd die meer dan vermeldenswaardig zijn. Vooreerst wil ik onze Reifenmeister Steven toch wel wat rozenblaadjes toewerpen en een lauwerkrans op het hoofd zetten na zijn randonneursexploot van zaterdag. Voor de mensen die niet weten wat een “randonneur” is, wel dat is iemand die ’s ochtends heel vroeg op zijn fiets kruipt en er ’s avonds na een driehonderdtal kilometer weer afkomt. Zo fietste Steven nu van Raversijde helemaal tot in Ambieteuse (of azo iets), onder Cap Gris Nez in Frankrijk en weer terug. Helemaal alleen deed hij dat met in totaal 312 km op zijn teller, meer dan 12 uur in het zadel en met meer dan 2000 hoogtemeters. Als dat geen plaats verdient in de eregalerij van de WTC dan weet ik het ook niet. Steven is trouwens een man van weinig woorden maar grote daden, wat zijn prestatie alleen nog maar groter maakt.
Tweede zeer vermeldenswaardige gebeurtenis van het weekend :”Het was vaneir koers in ons aller Meldert!”. De Eerste Grote Prijs Jimmy Roelandt (foto’s) trok 82 juniors aan, vergezeld van mama, papa, mémé en pépé en hier en daar al een liefke met beugel en crogtop. Jimmy en Bill zetten hun schouders onder het initiatief, Jo zorgde voor de bijna 50 seingevers, Kris DB zorgde dat de financiën klopten en nog een paar andere WTC’ers leverden ook hand en spandiensten zodat de organisatie vlekkeloos verliep, hoewel vlekkeloos? Onze president, ondertussen al heinde en verre gekend onder zijn pseudoniem Drankie, werd met een zodanige hartverwarmende fierheid om het hart geslagen, dat hij maar niet uitgevierd geraakte, en nog met professioneel blijvenhanger Yves naar “10 jaar Stinne “ trok. Helaas was het daar van een zodanig slaapverwekkende saaiheid dat zijn presidentiële hoogheid rond drie uur in de ochtend een hongerklopje of suikervalleken kreeg waardoor hij zijn gsm was kwijtgeraakt en deze zelfs onder tafel moest gaan zoeken. Als ze dan just van u een foto trekken, is het precies of ge zijt met uwe kop op tafel in slaap gevallen en dat was niet eens waar. In ieder geval heeft hij tot diep in de voormiddag zijn gsm moeten zoeken waardoor hij ’s morgens niet op tijd was om de rit mee te rijden.
Er waren wel 24 andere leden zo fris en monster genoeg om aanwezig te zijn voor een rit naar Vorst. Niet vorst van onder het nulpunt maar eerder Vorst naar het Oud-Franse Forest hetgeen eigenlijk feitelijk blijkbaar zoveel wil zeggen als bos of woud. Want blijkbaar stonden er daar heel lang geleden wel wat meer bomen dan de zevendertig die nu nog in het Park van Vorst staan. In ieder geval, we zouden dat wel met onze eigen ogen gaan aanschouwen hoe het er daar uitzag.
De C’s, drie vrouwen en drie mannen sterk mochten traditioneel als eerste vertrekken. De President was er wel niet om de aanzet te geven maar aangezien ze tijdig weg waren, is die inbreng van Drankie precies toch ook al overbodig geworden. Zijn doel was trouwens om met de C’s mee te rijden en in den Abattoir van Anderlecht wat hotdogs te kopen voor na de rit. Maar ja, hij was er niet é.
Na de C’s was het even traditioneel de beurt aan A & B en via een deel van het koersparcours van daags voordien lag de klim van de Broekstraat al in de ochtendzon te blinken waarna wij de Heetstraat in Asbeek, en Vrijthout in Asse, langs de zijkant mochten opklauteren. De ochtendlijke hartslag bereikte al een paar keer even ijle hoogten als het doel van onze rit. Ook de beentjes liepen bij menig meerijder al tot aan ’t randje vol, bij zover dat in Lennik de A’s het signaal kregen om er eens voor te gaan met de bijkomende bemerking dat ze hun hoofd moesten gebruiken en niet beginnen koersen in Brussel centrum. Even reden ze weg van ons, maar omdat ze het toch niet vertrouwden om maar met een man of zes door Brussel te rijden, lieten zij zich terug afzakken naar de veilige luwte van het peloton.
Via de vijvers van Neerpede en de Zennevallei naderde onze hoofdstad al vrij snel. Het draaien en keren, het stilstaan en optrekken begon stilaan op de Sven zijn gemoed te werken. Zijn snelheidsmeter en bijgevolg zijn daaraan gekoppeld gemiddelde angstvallig in het oog houdend, begon hij te beseffen dat hij zijn streefdoel van minstens dertig gemiddeld niet meer ging halen. Hoe zou hij dat achteraf aan zijn Strava-vrienden moeten uitleggen dat hij pakweg maar 26 km/h haalde? In plaats van den Beir van Welle zouden ze hem begot den Teddy van Welle gaan noemen. Maar zo alleen door de “rechteroever” van Brussel zag hij precies toch ook niet zitten. Het was pas wanneer wij in Negenmanneke, deelgemeente van Sint-Pieters-Leeuw arriveerden dat hij en JS uit M bij A collegiaal de rest achterlieten. Tja, met twee kunt ge ook wel een beetje groepsgevoel hebben zeker?
Soit, voordien werden we op menig plaats in Brussel weer toegejuicht door de lokale cokegebruikers en bingedrinkers. Eén van die mannen was zodanig geïnspireerd door onze passage dat hij terstond ook wilde beginnen fietsen en zich binnen het uur dan maar een vélo pikte, die hij tegen ’s middags dan maar ruilde voor een gram cocaïne, omdat dat toch meer zijn ding was. Voor de rest geen kwaad woord over de residentiële buurten van Vorst met de statige art-deco herenhuizen en de mooie groene lanen. Stilaan naderden wij het doel van onze zondagse reis, na een eindje klimmen bereikten wij “Altitude 100”, een rondpunt in Vorst dat net op 100 meter boven de zeespiegel ligt. Bovendien is er op dat rondpunt een restaurant waar Drankie ook al eens moet in slaap gevallen zijn, maar die keer niet op de tafel maar eerder op de wasbak, want sindsdien heet het er “ De Schieve Lavabo”. Na een lange afdaling doken we middels een fietstunnel onder het Zuidstation waarna we via een prachtig draaiende, nieuwe fietsersbrug het kanaal Brussel-Charleroi kruisten om zo weer in het Pajottenland te belanden.
Opnieuw slingerend door lentegroene valleien en korte heuveltjes passeerden wij aan de achterkant van het kasteel van Gaasbeek, reden naar Sint-Kwintens-Lennik waar de teugels nog eens gevierd werden op de Tomberg en doken vervolgens via Wambeek naar de fietsostrade die ons tot in Liedekerke bracht, waar wij nog een flitsende ontmoeting hadden met voormalig Belgisch Kampioen Oliver Naessens, die onder ons gezegd, bij AG2R veel te veel wordt betaald voor hetgeen hij presteert. Even moesten wij nog de drukte van het jaagpad langs de Dender trotseren waarna de Schettenberg op ons lag te wachten met daar kortop de Zwarte Berg. U ziet, beste lezer, aan bergen geen gebrek op onze zondagrit. Vooraleer wij dan het lommerrijk terras van ons lokaal bereikten, waanden wij ons nog even in de juniorkoers van zaterdag en haalden wij met moeite snelheden tot 39 km/h, terwijl die mannekes op zaterdag hun koers afsloten tegen
43 km/h gemiddeld!
Eens op Ingrids terras zat Sven ons al moederziel alleen op te wachten, verscholen achter een grote Affligem. Een bain-marie stond al te pruttelen, maar iets om erin te doen bleek te ontbreken. De luttele suikerwafels die ons toverkabas nog prijs gaf, konden toch de eerste honger stillen. En wie dook er om bijna 12 uur op met een ganse fietstas vol blikken Zwanworsten, juist ja, Zwankie de President. Eigenlijk blijft het toch een super plichtbewuste kerel die altijd zijn beloftes (gedeeltelijk) nakomt. Met de ketchup in snor en baard, bierschuim op de lippen en chocomelk in de mondhoeken was het er weer een gezelligheid als vanouds. Aangezien er volgende week minstens 15 leden moeten communiefeesten, en niet eens op hetzelfde feest, wordt er een magere bezetting verwacht, hoewel de rit zal doorgaan. Aangezien ondergetekende ook ergens moet gaan feesten zal een andere onverlaat zijn schrijffantasieën moeten aanwenden om een verslag te schrijven. We kijken er benieuwd naar uit!
El Churto