Die zondag in juli zou Wout Van Aert een gooi doen naar de ritzege in de Franse Alpen. En ei zo na zou het hem ook gelukt zijn, ware het niet dat een andere Wout, Poels met name, de zegetuil voor zijn neus wegkaapte. Van Aert, een superman, een alleskunner moest in de ranke Nederlander zijn meerdere herkennen. Waar het in de Tour van 2022 overal leek te lukken voor onze Belgische trots is het dit jaar altijd van net niet, nochtans beschikt hij over een serieus goed koppel benen mijn gedacht, die helaas voor het klimwerk, iets te zwaar gespierd zijn. Daar trek ik mij dus aan op é, als de eerste molshoop in een rit opduikt en ik moet lossen bij de gespierde stylo’s onzer sympathieke club. Het ligt aan mijn té veel aan beenspieren dat ik moet lossen. Wie net hetzelfde probleem kent als ik, is Bill. Maar daarover straks meer….
Bij de keuze van de rit op zondag moest er volgens Jo Vélo rekening worden gehouden met de windrichting én-kracht. Een strakke 5 Beaufort waaiend uit het zuidwesten zou ons deel worden volgens alle weersites. Met andere woorden, de heenrit zou in zuidwestelijke richting moeten vertrekken en dan zouden we bij het terugkeren de wind in de rug hebben. Zogezegd, zogezegd, zou Urbanus ooit hebben gezegd. Urbanus, trouwens inwoner van het Pajottenland, vormt het ezelsbrugje naar de bestemming van onze zondagrit : het zou dus het Pajottenland worden aangezien het in het zuidwesten van Meldert ligt, mocht iemand willen checken op de landkaart of de atlas van zoon-of dochterlief. Bij het grasduinen in de inmiddels tot bibliotheekproporties aangegroeide rittenvoorraad, bleek de rit van “’t Geil Krois” de beste keuze. In een ver verleden deed ik in een toenmalig verslag de herkomst van de naam uit de doeken, en niemand zal zes uur willen terugklikken om de etymologische origine van de ritnaam terug te vinden in dat antiek verslag, daarom bij deze : het heeft niets te maken met een antieke, witte katoenen onderbroek die ter hoogte van de onderbuik een gele verkleuring vertoonde noch met een mansmens die nogal last had van zijn testosteron ter hoogte van zijn onderbuik maar “Het gele kruis” verwijst naar een geschilderd geel kruis, dienend als wegmarkering en aangebracht door de Grembergense wielerclub “53x11” tijdens hun toenmalige, georganiseerde toertochten. Ondertussen mag men niet meer op het wegdek schilderen en heeft de fiets-gps al lang het geklieder op het asfalt vervangen.
Bij de start stonden we dertien man en drie vrouw sterk, hierbij onze valhelm al wat schuin waaiend door de beukende wind. André zette zich op initiatief - want de President was er niet om het startschot te geven - samen met Els, Yentl en Wendy als eerste op weg. Na de rit zou blijken dat de dames het eens in Asse-ter-Heide, na 4 kilometer dus, al voor bekeken hielden, rechtsomkeer maakten en beslisten van hun fietsschoenen in te ruilen voor wandelschoenen. Alsof er bij het wandelen geen boom kan worden ontworteld door de stormwind, met alle gevolgen van dien. André zette dan maar alleen koers naar het Pajottenland.
De 12 A-postelen trotseerden wel de harde windstoten, in de wetenschap dat het op de terugweg wind in de rug zou zijn. Maar eerst wil ik even iets kwijt over het keerpunt, de Hondzochtstraat tussen Bellingen en Hondzocht. Hondzocht, als dat geen eigenaardige naam is voor een dorp, mijn gedacht. U voelt hem al komen, ik ben inderdaad gaan zoeken van waar deze toch wel vreemde naam komt. In de middeleeuwen was er een kleine nederzetting in het Pajottenland zonder naam. In die tijd heerste er vaak hongersnood ingevolge slechte oogsten of grijpgrage burchtheren. Wel tijdens die hongersnood moest steevast de trouwe viervoeter eraan geloven om de honger te stillen. De koe lieten ze leven voor melk, boter en kaas, het paard mocht blijven leven om karren te trekken, net als de ezel maar de hond werd enkel gehouden als gezelschapsdier en bijgevolg moest hij dienen om er “hot-dogs” van te maken. Na het slachten van de hond keerde vaderlief ’s avonds terug van zijn werk op het land en het eerste dat hij scheel van den honger vroeg aan zijn deerne, was dan:”Is den hond zocht?”. En al gauw kreeg het gehucht de spottende naam Hondzocht en is dat tot op heden gebleven.
Wie zondag echter Hondzocht niet haalde, was de onfortuinlijke Bill. Met spieren als meertouwen in de bovenBillen weegt zijn spiermassa net als bij Wout Van Aert té veel door om bergop met de beste klimmers mee te kunnen. Bill haat het dat iemand op hem moet wachten zoals hij vroeger, toen hij nog coureur was, op het peloton moest wachten. Want Bills bovenbeenspieren leverden hem in de jeugdreeksen namelijk roem en fortuin op. Waar hij aan de start verscheen, gingen de andere coureurs naar de prijzentafel kijken wat er te winnen viel vanaf prijs twee en zo verder naar beneden, want de hoofdvogel was toen steevast voor Bill. Toen hij nu rechtsomkeer maakte net voor Kester dachten wij eerst dat hij de gefrituurde hapjes zou gaan voorbakken maar bij aankomst was hij niet in de weer met frituur-en ander vet. Hij dook pas om 12 uur op met zijn Els en weet zijn opgave tijdens de rit aan een slechte dag. Aan Els blozende kaakses te zien was zijn slechte dag bij aankomst al helemaal van de baan.
De rit zelf was wel pittig, door de vele nijdige hellinkjes en de niet aflatende wind op de kop. Gelukkig scheen aanvankelijk de zon en was het genieten van de glooiende panorama’s van het Pajottenland. Bij aanvang van de rit was het alsof er geen kopwind stond, zo snel werd er vooraan gereden, zodat de eerste protjes bij de jongens in de staart van de groep al van tussen de Billen werden geknepen. Gelukkig zakte het tempo na een tiental hellinkjes en haalde iedereen, behalve Bill dan, het keerpunt. Het was van dan af een ware verademing om zo in de rug te worden geduwd door een onzichtbare motor. Aan de zendmast van Sint-Pieters-Leeuw moesten we vollen bak in de remmen om de jaarlijkse foto aan deze torenhoge toren te kunnen maken. Even stond de boomlange Alex in de weg van de fotograaf en kwam de zendmast niet in beeld, toen Alex dan wat opschoof, leken ze wel de Twin Towers!
Op de terugweg leek het wel of we een Bosch-elektromotor in het frame hadden. Kris DB miste hierdoor zelfs de juiste afslag en verdween even uit de groep maar sloot al gauw weer aan. Zonder kleerscheuren, hoewel we met Peter in ons midden, passeerden waar hij een viertal jaar geleden onderuit schoof, haalde nu iedereen de eindstreep. Gezien de drukke bezigheden van tal van leden schoven we maar met vijf aan op het terras van Ingrid waar onze Stamtisch werd ingenomen door een zootje ongeregeld waar dan nog wel twee onzer leden in een WTC-vreemde uitrusting bij zaten. Nee serieus, het is hen gegund, allez Frederik dan toch.
Peter dook ook terug op nadat hij recht naar huis leek te zijn gefietst. Niets was minder waar, hij was de helft van de voorraad aperitiefhapjes van de Spar gaan leegkopen, en stelde toen vast dat we maar met vijf op het terras zaten. Gelukkig daagden Bill en Els nog op. Wanneer de talrijke biljarters arriveerden die één of ander obscuur tornooi in de zaal zouden beslechten, was het tijd huiswaarts te keren en naar de koers te gaan zien, na een obligaat dutje in de zetel.
Volgende week starten we op verplaatsing in het Balegem van onze Jean en Patricia. Wat ons daar zal te wachten staan hoort u dan wel. Tot volgende week!
El Churto
(zonder foto’s deze keer wegens tijdsgebrek)