De Playback Pantani

“Keiremis es een giejselinck weird!” : hoor ik ons “metj’n” zaliger nog zeggen. Hiermee bedoelde ze uiteraard dat wie kan feesten ’s anderdaags moet kunnen afzien om te werken. De lijn kan uiteraard doorgetrokken worden naar sporten of les volgen. Nu, op zaterdag stond traditie getrouw een kermisavond in Meldert op het programma. Het hoeft geen betoog dat het gerstenat er rijkelijk vloeit waardoor al eens door WTC-leden kan worden vergeten dat er ’s anderdaags sportieve prestaties moeten worden geleverd.

Aanvankelijk stond een rit van 77 km en meer dan 800 hoogtemeters gepland op zondag, maar degene die de rit vooraf moest dubbelchecken, had op donderdag voor kermis in zijn glazen bol gekeken en vastgesteld dat hij op zondagochtend niet zo fris voor de dag zou komen. Op zijner verzoek werd dan ook een andere rit gecreëerd met ook op zijn verzoek wat minder kilometers (hier en daar moest er nog een lusje uit) en wat minder hoogtemeters (hier en daar moesten er nog wat hellinkjes sneuvelen). Een hoogwaardigheidsbekleder behorend tot het Meldertse kruim spreekt men dan ook niet tegen en bijgevolg werd het een rit naar Vollezele ipv het Amazoniënwoud.

Op zaterdagavond traden op het dorpsplein de zelfverklaarde komiek Dirk Bauters en zijn wederhelft Vanessa Sjiekin’thaur op. Akkoord er werd al eens gelachen met één van Dirks belegen moppen, ten berde gebracht op de soundtrack van Bonanza, maar dit was volgens mij eerder uit beleefdheid. De gemiddelde leeftijd van de lachers die Dirk op zijn hand had, lag dan ook ver boven de 70 jaar. Wanneer ons Vanessa’ken dan op haar beurt ook nog begon te tappen uit haar rijk gevuld Eurosong repertoire, was het hek volledig van de dam. Als apotheose kweelde zij nog haar grootste hit “Like the wind” de Meldertse hemel in en na een marteling van bijna twee uur en tien pinten om de smartepijn te temperen, was het kwaad al geschied. De rem op sommige van de WTC’ers hun drankverbruik was volledig weggevallen. Bijgevolg kropen er om twee en drie uur ’s nachts op hun wenkbrauwen naar huis.

’s Anderdaags werd de start voorzien voor de ultieme bruine kroeg :”Bij Marina”, zowaar een “dolfijn” café, zoals haar commerciële slogan, door een groot marketing bureau bedacht, ons leert. Ze waren er uit te pikken, degene die overdaad hadden gepleegd op zaterdagavond : Jo’s gelaatskleur benaderde het fluogroen van onze uitrusting, Kris besliste om een toertje naar de Donk te doen met dochterlief omdat zij “vroeg” thuis moesten zijn. Daar had hij ’s nachts ook beter aan gedaan. En sommigen, waaronder één presidentieel lid, daagden zelfs gewoon niet op. Met een elftal zetten wij koers richting de Congoberg. André zou geheel op zichzelf het C-team vormen en zou dan ook de kleine toer voor zijn rekening nemen.

Voor de lichten aan de Hogeweg in Erembodegem vervoegde de Fré zich ook nog buiten adem bij onze rangen. Hij is er dan ook voor gekend zijn wekker op zondag nogal laat te zetten en een keer of zeventwintig op “snooze” te drukken. Na een lange afwezigheid was hij hoe dan ook meer dan welkom.

Het eerste deel via Erembodegem en Nieuwerkerken was niet echt het schoonste stuk van de toer, het was pas in Haaltert dat wij ons echt op den buiten waanden en dat het parcours serieus begon te golven. Eens in Sint-Antelinks waar wij de lokale Poggio via de schone kant afdaalden kwamen wij in Smeerebbe-Vloerzegem aan doe-het-zelf Van Der Schueren. Waar we nu eens hoogst uitzonderlijk de steenweg zonder wachten konden oversteken. Vervolgens daalden wij af naar de Dendervallei en in Idegem kruisten wij den Dender. Oh ja, voor ik het vergeet, de Fré, u weet wel, het lang slapende wtc-lid, was ondertussen Jo aan het besprenkelen geweest met latex melk afkomstig uit zijn lekkende achterband. En Jo had al het zuur, kreeg hij daar toch wel nog ne kwak zure melk over hem zeker! Als dat maar goed zou aflopen. Aan een vervallen, net verkochte hoeve, hielden wij halt om Fré’s band te vervangen. Omdat hij zelf niet echt aanstalten maakte om zichzelf te helpen, sprong de Jean als een razige zot op de band, scheurde hem met zijn tanden van de velg, dopte er een binnenband in en met de bandentang van Jos kreeg hij uiteindelijk de band weer op de velg. Net voor het plat vallen was het in de achterhoede opgevallen dat er een verstekeling in het wiel zat. Bij het oponthoud maakte hij rechts omkeer, om ons na een paar minuten voorbij te rijden, en kort erna ons weer te vervoegen met de vragende woorden :”Jean De Bondt?”. Waarop Jean antwoordde : “Is’t voor een handtekening ?”. Ja zelfs over de landsgrenzen heen, tot in de Vlaamse Ardennen wordt onze ex wielerheld herkend! Bleek hij ook nog eens Patricia te kennen, Jeans vrouw!

Eens de Dender over, volgde de klim naar Waarbeke waarna het mooiste stuk van het parcours volgde naar de voet van de Congoberg, die we beklommen langs zijn mooiste flank. Eens boven moest Jo nog even een zure oprisping neutraliseren in de schaduw, Stefano Di Longo vloekte nog eens een verwensing naar de Congoberg én de parcoursbouwer en vervolgens doken wij richting Vollezele waarna wij de prachtige Kasteelstraat in Oetingen affietsten. Dan volgde Denderwindeke, Meerbeke waar wij de gevaarlijke Ninovesteenweg moesten kruisen aan Planten Erica en zo naar Okegem fietsten waar wij weer de Dender kruisten. Langs de Grand Canyon van Denderleeuw fietsten we naar het Afrika van het Denderland, kruisten nogmaals de Congorivier en bereikten zonder gekoppensneld te worden de veilige gronden van Teralfene waar we via de Daalstraat naar nog veiliger hoger gelegen gebieden klommen. Hier kreeg Joris van Pieter en niet Joris niet van Pieter, maar wel de Joris door sommigen ook zelf gekend als Pieter, last van acute “parceggio mortale”, hij stond met andere woorden bijna volledig geparkeerd op de muur van Teralfene. Maar toch haalde hij samen met de rest café Marina waar onze Presidentiële Hoogheid ons reeds zat op te wachten, mét een bruiswaterken. Maar toen Joris zijn volledig uitgeputte energievoorraad op peil wilde brengen met een grote Kriek Boon, kreeg zijn idee zo een bijval dat spoorslags de voorraad goeie kriek van Marina eraan moest! Er moest op den duur worden overgeschakeld op het rode suikerwater van Belle-Vue!

Op het terras van Marina was het echter verre van rustig! Door het drukke rommelmarktverkeer, een uitgepijlde fietstocht, wandelaars, in de weg parkerende limousine bestuurders, op en af rijdende flikken, hadden we precies post gevat op het Vier-Armen-Kruispunt. Dat er geen drie zware accidenten zijn gebeurd, mag een wonder heten! Bij gebrek aan après-bike hapjes, werd de alcohol van de kriek en aanverwanten als een spons opgezogen in de afgetrainde wtc-lichamen en er moest in de namiddag nog een acte-de-présence geleverd worden op de kermisfestiviteiten, en dit onder een loden zon, in een drukkende hitte. Maar dit was buiten “Onze Roger” gerekend, één van de vele broers van Jean, door Roger “Playback Pantani” genoemd. Roger had thuis een goeie Spaanse droge hesp hangen, sprong op zijn vélo, negeerde zijn drie lumbago’s, wellicht verdoofd door een aantal reeds geconsumeerde Jupkes, en haalde ons een dikke portie overheerlijke delicatessenhesp. Waarvoor onze oneindige dank Roger!

In de namiddag bracht de koel geschonken Iwein Van Aelst voldoende afkoeling op het Melderts volksfeest. En de flyers van ons eetfestijn werden dan ook verspreid als confetti door een vliegtuigpropeller. Vermoedelijk zal de opkomst van de eters op 21 september dan ook recordhoogtes halen, de opkomst van de helpende handen zal wellicht eerder een recorddiepte bereiken en bijgevolg omgekeerd evenredig zijn om het eens wat wetenschappelijker uit te drukken. Maar ja, zelfs in het Oude Testament sprak men al van de zeven vette en de zeven magere jaren zeker?

In ieder geval dagen wij volgende week hopelijk massaal weer vol goeie moed op en beleven wij nieuwe avonturen. Tot dan!




El Churto