Vieze haren in de staart

Zoals er in iedere goeie ménage wel eens wat onenigheden sluipen, doen er zich binnen de WTC gelederen ook wel eens strubbelingen voor als één of meerdere misnoegde leden, verontwaardigd zijn over interne of zelfs externe besognes. Maar vandaag 25 augustus 2024, op deze zonnige doch vrij frisse zondag was er aanvankelijk niets te merken van onenigheid, misnoegdheid of enige andere problematiek, want het lang uitgestelde fotomoment was eindelijk weer aangebroken. Ingevolge het slechte weer van maart, april, mei, juni en pak er juli ook maar bij, werd het nemen van ons “statieportret” steeds vooruit geschoven. En was het niet het rotweer dat eten in het roet strooide, of was het andersom, was het wel de karige opkomst ingevolge vakantiereizen van verre of dichte afstand. Maar nu bleek het de uitgelezen gelegenheid om nog eens zo veel mogelijk leden te verzamelen en te vereeuwigen. 

We haalden nog eens de twintig aanwezigen, hetgeen maanden geleden was. Het idee werd dan ook meteen geopperd om voortaan iedere week een foto te nemen zodat de aanwezigenlijst wederom paginalang zou worden. Wie na tientallen, aanwezige jaren als langst levend lid van de WTC vandaag echter ontbrak, was Hans VDM. Niet dat hij geen lid meer is, of dat hij niet meer meerijdt, maar wellicht moest hij deze zondag net één van zijn andere negen hobby’s beoefenen. Waar we echter nog verontruster bij werden, was de afwezigheid van den André, nog steeds in de running voor clubkampioen, normaal één der eersten aanwezig bij de ritten op zondag, ontbrak hij nu in alle afwezigheid. Even werd getwijfeld of we Alain Remue van de Cel Vermiste Personen zouden bellen, maar er werd gelukkig nog even gewacht om Alainken erbij te halen. André zou namelijk rond de middag een Instagrammeken doen waarop te zien was dat hij deelnam aan de “heel veel” kilometers van Munkzwalm. Nu hij de Vier Daagse van Den IJzer nog eens had afgehaspeld, lijkt zijn wandeldrang niet meer te stuiten.

Gezien de afwezigheid van den Dré, moesten onze drie aanwezige dames het stellen zonder hun haremgoeroe. Els, Yentl en Kristin, terug van menig sportieve en geografische omzwerving tussen Parijs en Nieuwpoort, sloegen de vrouwenhanden in mekaar en vertrokken iets voor de rest van de WTC voor een tocht van een 65 kilometer. Wij zouden ze pas inhalen op de terugweg, net voor Merchtem.

De overige overblijvers, trokken zich op gang nadat Ilse van Jo iedereen had vastgelegd tot het filmrolleken vol was. De rit, een verzoeknummer van Stefano Di Longo die stilaan het zuur kreeg van al dat bergop gedoe, zou het niet zo heel verre Wintam aandoen. Via Opstal, Buggenhout, Sint-Amands, ging het door het kleine centrum van Oppuurs. In dit anders zo rustig dorpje met de smalle straten, vond een lokale halve zool het nodig om ons frontaal bijna van de sokken te rijden. In plaats van even te wachten tot wij een rij geparkeerde auto’s, waar wij met onze grote groep van 17 al naast reden alvorens meneer in beeld kwam, bleef hij onverstoord doorrijden. Gevolg zijn linker buitenspiegel kwam onzacht in aanraking met de lange arm der wet, en moest hij bijgevolg toch in de remmen. Hopelijk zal dit incident de wellicht valiumslikkende wegpiraat tot betere inzichten brengen. Gelukkig raakte in onze rangen niemand gewond en konden wij ook zonder kleerscheuren onze weg verder zetten. Tussen Oppuurs en Wintam, zat er trouwens ook, en tevens het enige, een kort gravel paadje in. Verbazingwekkend genoeg had iemand op het einde van de weg een ketting gespannen met een bordje  met “privé” eraan. Raar dat het dan niet in begin van het pad hing, uiteraard afhankelijk langs welke kant ge erin rijdt. Soit, iedereen van de fiets en hordelopend de plastiek hindernis nemend was dit weer een ludieke “feature” op ons traject.

Kort erna dook er een kasseistrook op, de eerste kilometer netjes omzoomd door een betonnen fietspaadje maar de tweede kilometer was het geld bij de renovatie op geweest en restten er enkel oervlaamse kasseien, van degene die ongevraagd de prostaat van fietsers masseren. Geert en Davy, dé kasseiminnaars van de club, voelden zich dan ook volledig in hun nopjes bij zo veel kasseipret. Maar ongelukkig voor hen zat de “kakkewals” er na een kleine kilometer al op. Net voor het keerpunt konden we ons nog vergapen aan een reus van de zee waarvan de kapiteinsbrug net boven de hoge dijk uitstak en toen waren we in Wintam. En het moet gezegd, hoewel de naam anders doet vermoeden, was daar niet meer wind dan elders. Het was echter wel het verste punt en van daaruit waaide de wind evenwel op de kop waarna wij via Eikenvliet bij Bornem, koers huiswaarts zetten. Het zou zoals eerder gezegd nog tot in Merchtem duren eer wij de drie dames van het C-team inhaalden. Bij het inhalen deelden zij ons nog geheel informatief mee dat er toch wel wind stond, alsof wij dat nog niet hadden gevoeld. 

In Merchtem moesten wij ook nog een Okra-club inhalen die er niettegenstaande hun elektrische fietsen in slaagden om de 12 km /h niet te overstijgen. Maar ieder mag uiteraard genieten op zijn niveau. En op het einde van onze rit werd er ook door ons nog genoten, want we moesten Koereit, alias ’t Stet in Asse nog beklimmen. Stefano Di Longo, plots weer last van acute hoogteziekte, zakte nog voor de klim door het peloton als een warm mes door een pakje Solo-boter. De rest van de troepen werden door de twee koprijders halfweg de klim afgezet waarna er gedemarreerd werd voor de schaarse bergpunten die er te rapen vielen. De bollekestrui die achteraf werd uitgereikt zou ergens in september nog van pas kunnen komen. Op de top van de klim werd er braaf gewacht op de achterkomers en ook Jo bleek last te hebben van hoogteziekte want hij begon Joris aan te spreken met Pieter, terwijl Pieter eigenlijk de schoonzoon is van Joris. Gelukkig voor Jo moesten wij niet lang ook grote hoogte rondrijden en in de afdaling langs café Stinne kwam hij weer bij zinne(n). 

Op het terras van Ingrid stond zij Jean al met open armen op te wachten en kreeg hij twee natte pakkerds op de kaken gedrukt. De rest moest het (gelukkig) doen met twee bokalen “kinnekessuiker” op het overgrootmoederschap van Ingrid. Toen het vijf na twaalf was en Jean besefte dat de zon al hoog aan de hemel stond en het tijd was om zijn “gino” in te ruilen voor een Orval, werd ook door menig ander de frisdrank ingeruild voor andere recuperatiedrank.

 Toch heerste er iets van een crisissfeer nadat er geruchten de kop opstaken dat er hier en daar binnen de club rondrijden met een doorn in het oog, een steen op de maag, of een vies haar in de staart. Daar zal dan binnen afzienbare tijd en bij hoogdringendheid unaniem een oplossing moeten voor gevonden worden, want de WTC staat ver buiten de dorpsgrenzen bekend om zijn sfeer, kameraderie en gezelligheid en het zou jammer zijn dat dit zou veranderen. Wordt ongetwijfeld vervolgd…



El Churto