Naar aanleiding van het idee van Kris De Bisschop, en ne geestelijken spreekt men nooit tegen, stond op zondag 25/3 de Strade Ferro Fiore gepland. Veel zei ons dit niet, maar het was blijkbaar raadzaam om met mtb, cyclocrosser of ander oud ijzer op te dagen om 8 uur 30. Eigenlijk was het theoretisch gezien nog maar 7 uur 30 maar door de omschakeling naar zomertijd, waren de oogjes nog kleiner dan anders bij de start. Een tiental Stradeliefhebbers daagde op met alle mogelijke soorten banden op de bikes, gaande van rhino's, over griffo's tot slicks en tubes! Want eerlijk gezegd kent niemand van ons genoeg Italiaans om de naam van de rit te begrijpen en bijgevolg wisten we ook niet wat ons te wachten zou staan. Op het einde van de rit zou ons dit wel duidelijk worden.
Verbazingwekkend genoeg had Jo, ondanks het vroege uur, zijn slapers uit zijn ogen kunnen wassen, want hij herkende meteen Tiffany én Kristof bij aankomst. We hebben anders geweten. Trouwens ook de koersfietsers waren met een zestal opgedaagd om de Strade Betoné é Asphalté te rijden. Om 8 uur 30 werd het startschot gegeven en werd de gashendel al vrij serieus open gedraaid. Koud starten, en de boterham met speculaaspasta en koffie ne retour voelen doen, is niet bevorderlijk voor de moral. Via kleine onverharde lussen die er voor de zekerheid werden ingestopt om onze off-road bikes toch enig plezier te gunnen, reden we naar de Putberg waar we al meteen op het parcours zaten. In Asse deden we dan nog een kleine overbodige lus omdat een onverlaat zo vriendelijk was geweest om een wegwijzer te draaien, maar al gauw bereikten wij het pittoreske dorpsplein van Sint-Ulriks-Kapelle. Het koppel Kris en Wendy, beiden bedreven in synchroon plassen, waren beiden opgezet met deze eerste halte, waarbij eerstgenoemde de struiken in dook om zijn gevoeg te doen en Wendy de gezellige warmte opzocht van de lokale parochiezaal om haar water te maken. De president nam de inschrijfadministratie voor zijn rekening en ons nieuw lid Peter van naast den Tuitelaar bleek ook weer van de partij. Dat hij ons na één rit nog niet beu was, zegt veel over zijn karakter.
Hier werden de wegen van de Fiore-bikers en de Cyclisti d'Asphalté weer gescheiden. Wij trokken via het park van Kasteel Lamot, waar Joris al een eerste crise kreeg omdat er wat modder aan zijn slicks kwam te hangen. Hierna werden we vergezeld door een trouwe viervoeter die ons bijeendreef als waren we een kudde Downshire schapen recht naar de slachtbank. Niettegenstaande onze toch wel knappe, talentrijke verschijning koos de border collie eieren voor zijn geld en keerde terug naar zijn baasje. Vermoedelijk heeft hij echter nog en passant zijn tanden in de Kris zijn tube gezet want kort erna zat hij met een leegloper, en dan heb ik het wel degelijk over zijn achterband, en niet over zijn endeldarm. Maar niet getreurd, met zijn diploma van fietsenmaker op zak, zou hij dit varkentje wel snel eens wassen. Zeventien vloeken en drie afgebroken en wegspringende bandenlifters later, lag zijn band er dan toch weer op.
Al snel was de vriestemperatuur, die ons bij aanvang nog had verkleumd, verdwenen want de hoogtemeters volgden elkaar snel op. Nooit geweten dat men zo veel lussen kon draaien rond Sint-Martens-Bodegem en nooit was de TGV-lijn ver uit het zicht. Op een bemodderd stuk was het Joris zijn beurt om ons Heer en zijn gevolg met enkele kletterende vloeken te verwensen omdat hij wederom met zijn slicks geen grip kreeg. Tiffany besliste op dat punt om de beukenhagen wat bij te snoeien en trok daar tot groot ongenoegen van de groene jongens bijna een uiterst zeldzame, beschermde Christusdoorn uit de zuigende kleigrond. Gelukkig was de president zo galant om haar te bevrijden uit de wirwar van takken.
Ondertussen had de Jos een nieuwe techniek ontwikkeld om met zijn oversized stuur door de smalste paadjes te raken. Gewoon uw stuur in het midden vastpakken en zo kom je nooit voor onaangename verrassingen te staan. Dat we daar zelf niet opgekomen waren! Gelukkig was er van nauwe steegjes weinig sprake. Enkel de fietstunnel in het centrum van Ternat was niet van de breedste. Kwam er daar ook nog een loze visster met haar lancé, visbak en leefnet uit de tegenovergestelde richting gefietst. Het scheelde maar een haar of ze had met haar vislijn één van ons zijnen teirling aan haren haak geslagen.
Ondertussen hadden we onszelf al te goed gedaan aan zelfgebakken cake, en bananen op de overbevolkte bevoorrading waar we vanachter het raam werden toegewuifd door Luc Bomans vanuit zijn getunede rolstoel. Ook Madam Marianne en de transgember Kaat uit Thuis stonden ons in den dreef uit volle borsten, bij Kaat uit valse borsten, toe te juichen. Een geluk dat we ons eens hadden kunnen versterken want den Dave had in een wel "heel spectaculaire" afdaling van den honger bijna in den derrière van de Joris gezeten. Die cyclocrossers toch! Altijd mekaar de loef willen afsteken! Nadat we alle mogelijke ondergronden onder de wielen geschoven hadden gekregen, trokken we nog richting Asse waar er ons nog een drietal hellingen buiten categorie werden voorgeschoteld. Ondertussen had Pascal zich al gans de rit afgevraagd of het nu het bier was geweest, de cava, de witte wijn of de rode wijn van de avond ervoor die hem een nogal zwaar gevoel in de benen had bezorgd.
Via Eksterenberg keerden we dan terug richting Meldert. Tiffany die nog een afspraak had met haar vrienden, waartoe wij onszelf blijkbaar niet mogen rekenen, voor een wellness-kuur in de Waerwaters, breidde er op haar eentje nog een gevolg aan. Wij waren al blij dat we het laatste baantje naar de manège zonder kleerscheuren doorkwamen.
Terug in het lokaal verbroederden wij terug met onze asfaltsectie en werden wij vergast op kiekerenzwings. Of zoals Dave het zo plastisch verwoordde : " De WTC geeft je vleugels!". Dat klopt als een verzworen vingerken, Dave!
Conclusie van de Strade Ferro Fiore, ofte veel baantjes in de buurt van den Ijzeren Weg van den Tgv : het was schoon maar het kon veel schoner. Ze hebben te veel ferme baantjes links laten liggen. Maar al bij al bleek het een goei training voor al hetgeen nog moet komen.
Tot volgende week.
Kurt