8 april stond een rit gepland die de aloude tradities van de WTC nieuw leven zou inblazen. Zowaar een rit naar één van onze nationale symbolen. Doe een dergelijke rit in groep op pakweg vrijdagnamiddag en de kans is groot dat er meerdere WTC’ers omver worden gereden of betrokken raken in verkeersagressie allerhande. Maar om Brussel aan te doen met de fiets, is zondagmorgen het meest geschikte moment.
Om 08:32 uur werd er koers gezet naar het hoofdstedelijk gewest. Joris die blijkbaar iets te lang “op zijn slep” gelegen had, kon op Baardegemberg nog net zijn wagonnetje aan onze almaar voortdenderende WTC-trein hangen. Een inspanning die hij nog zou bekopen!
Via landelijke wegen over Lebbeke en Opwijk reden we richting Wolvertem waar plots “Plat!” werd geroepen. Verbazing alom want niemand haalde de bandenlifters, bommetjes of pomp boven. Het enige wat ter hand werd genomen was een viertal “sjoupapkes”, de één al wat ouder en ervarener dan de ander. Het betrof dus een eerste mannelijke plaspauze. De twee dames in onze gelederen dienden zich in het open veld te onthouden van een gevoegdoening. Het zijn dus dergelijke problemen die de partij Islam goedbedoeld uit de wereld wil helpen door dames en heren apart op de bus te laten rijden. Als zij gelijk krijgen gaan Wendy en Tiffany binnenkort, stevig gesluierd met hun tweetjes op pad moeten. Wie gaat er hen dan helpen als hun boerka tussen hun achterwiel verstrengeld raakt?
In Meise - net na de passage aan de Plantentuin - kregen wij, op de dag van Parijs-Roubaix, zowaar een stukje kassei voorgeschoteld. Nu we het gewoon zijn geraakt na onze helse rit van vorige week, halen wij onze neus niet meer op voor een beetje op een hoop gesmeten steentjes.
Dat we echter een vrouwvriendelijk clubje zijn mocht in Wemmel al blijken. We deden namelijk de zondagmarkt aan, waar de geur van kip aan ‘t spit, namaaklederen sjakosjen en groensels allerhande de zintuigen prikkelden. Plots bleek ook dat ons peloton op onverklaarbare wijze in twee was gesplitst. Wij, van de kleine groep die wel de enige, juiste route hadden gevolgd, dachten al dat de rest samen met de dames hun marktaankopen waren gaan doen. Maar kort erna bleek dat zij enkel een klein beetje van het rechte pad waren afgeweken.
In Wemmel hadden Paken en Joris vandaag blijkbaar wel hun goede engelbewaarder mee. Beiden reden zij over verkeersremmers, die eerlijk gezegd eerder leken geplaatst om de niets vermoedende fietser of motorrijder omver te katapulteren. Paken kon nog ternauwernood net in het zadel blijven en het scheelde geen haar of daar eindigde zijn rit en misschien wel zijn seizoen. Joris, die op dat moment blijkbaar al zodanig uitgeput was dat hij nog amper uit zijn ogen zag, had ook de bult in het wegdek niet gezien. Maar ook hij slaagde erin met veel stuurmanskunst recht te blijven.
Hierna waren wij vlak in de buurt van het Atomium gekomen. De Brusselse collega’s van de politie waren zo vriendelijk geweest de omgeving van het Jubelpark en het Atomium volledig verkeersvrij te maken voor de WTC. Van respect voor onze club gesproken. Ondanks het vroege uur en bijgevolg de nog niet zo talrijk opgekomen toeristen, had een Japanse schone onze club toch herkend en was ze zo blij als een panda met een bamboescheut, dat ze een foto van ons had kunnen nemen.
Met wat gedraai en gekeer en een tiental passages door “sense uniquen” raakten we toch de stad uit via Relegem. Daar ging het eerste deel van de club even op verkenning op de terreinen van de Politieschool en zagen we elkaar weer aan de grote “autoband”. Kort erna op de weg naar Kobbegem, vond een meute mtb’ers het plots nodig om hun voorrang van rechts te claimen. Mensen die geen enkel respect vertonen voor de WTC, dienen gewoon te wachten voor ons! Nem!
Via de kasseien in Kobbegem werd er koers gezet naar Mollem en werd er al gespeculeerd of we via het Fort of via “t Stet” richting Asse zouden rijden. Er werd al zenuwachtig gemanoeuvreerd en gepositioneerd om in de voorwacht Koereit te kunnen opdraaien. Joris en Kristof voerden het peloton aan. Op dat moment werd er tegen een tempo gereden dat zelfs een oranje naaktslak ons had kunnen inhalen en dat werd dan ook direct medegedeeld aan Joris en Kristof. Deze eerste, als door een horzel gestoken, schakelde bij en gaf zijn stalen ros de sporen. Kris De Bisschop riep nog “’t is te vroeg!”. Maar er was geen houden meer aan. Joris stoof er vandoor. Althans dat dacht hij. In het wiel konden wij vrij makkelijk aanpikken. De eens zo gevreesde demarrage van Joris bergop, was tot een schuchtere versnelling verworden. Eens het steilere stuk zich aandiende, plofte hij neer in het zadel zoals hij zich ’s avonds in zijn zetel laat vallen met een portie bitterballen, Pirato chips en Cara pils om naar Familie te kijken. De inspanning op Baardegemberg eiste duidelijk zijn tol bij onze atleet van weleer. Hij werd uiteindelijk op lengtes, seconden, misschien wel minuten gereden. Maar het werd er zeker niet ingewreven, neen, de steunende en opbeurende commentaren die hij te horen kreeg van de rest moeten hem zeker sterken in zijn volgende trainingssessies. En misschien rijdt hij er de rest binnenkort terug af, met zijn speedelec!
Uiteindelijk, onder een stralende zon, reden wij langs de Putstraat richting lokaal. En het moet gezegd, Dirk en nog een andere die-hard kozen voor de hard-way en reden niet over het zachtbollende fietspad maar kozen resoluut voor de kassei. Ons respect hiervoor!
We werden bij Ingrid trouwens wederom vergast op een scala van exotische geuren en lokale dranken. Onze president, die ondertussen, na een drinkmarathon van 12 uur op zaterdag, besefte dat hij was meegereden, zag dat het wederom goed was.
Tof volgende week voor de rit naar de bergen van Temse!