Na een recent bezoek aan één der hoogste nationale monumenten, met name ’t Atomium, stond op de feestdag der werkwillige en werkschuwe arbeiders, een ander baken in de Brabantse skyline op het programma : de antenne in Sint-Pieters-Leeuw.
Op deze niet-officiële clubrit daagden toch een elftal gegadigden op, ik kan er mij misschien één of twee misteld hebben, maar half negen is dan ook wel erg vroeg op zo een dag van feestelijke gebeurtenissen.
Ik was zo vrij geweest om de vroegere rit van “ ’t geil krois ”, weliswaar mits enige aanpassingen, over te nemen. Deze rit wordt eigenlijk enkel door Pascal en mij zo genoemd, omdat het vroeger een toerrit was van "WTC 53x11" en de te volgen route was toen aangeduid met een geel geschilderd kruis en dito pijl op het wegdek. Ondertussen is de verf al decennia lang weggesleten en verregend, maar wij deden deze rit al zodanig veel, dat we ze gewoon van buiten kennen. De naam heeft dus niets te maken met hitsige vrouwen of mannen. Geil wijst in deze context wel degelijk op het kleur van de gebruikte verf. Gezien de hoogtemeters in deze draai-en keerrit is er meestal ook niet veel speling om even een hormonale top te scheren en een uitgesproken bobbel in de lycrabroek in het leven te roepen. Uiteraard is de ene al wat virieler dan de andere, maar laat ons eerlijk zijn, rondfietsen met een fietspomp in de voorbroek is al geleden van toen Tom Boonen in het groen over de streep kwam met zijn thermos vooraan in zijn koersbroek. Gezien zijn topprestatie op dat moment had hij echter het recht om even zijn mannelijkheid te showen aan het talrijk opgekomen, vrouwelijk publiek. Dit alles echter geheel terzijde.
Aangezien “den antenne” in Sint-Pieters-Leeuw ligt en dus eigenlijk ook in het Pajottenland, moeten er toch wat heuvelruggen gerond worden eer “The Needle van Vlaanderen” in beeld komt. Om toch voldoende hoogtemeters in de benen te hebben, werden in het begin ook de Broekstraat en de Molenberg in Hekelgem aan het parcours gevoegd. De volgende officiële heuvelzone startte in Borchtlombeek en ging over Eizeringen, waar trouwens één van de beste biercafés van de wereld is gevestigd : de verzekering tegen de groten dorst. Echter enkel op zondag van 10 tot 13 geopend, dus een pitstop met geuze op ‘t stopsel zat er vandaag niet in.
Onze copain Dirk, nog steeds herstellende van zijn slagzij van een tiental dagen geleden, besliste een verkorting te nemen na een aantal ferme kuitenbijters. Wij wensen hem bij deze een volledig herstel en groten dorst tegen het fietsweekend van volgende week.
De route liep verder door de prachtige, groene glooiingen zo kenmerkend voor het Pajottenland. Niettegenstaande de frisse temperatuur en de hardnekkige kopwind, was het toch vooral genieten. Tot de president even roet in het eten kwam gooien met een platte band. Uiteraard just in een trekgat waar het kippenvel al snel moest plaatsmaken voor kalkoenenvel en uiteindelijk voor struisvogelvel. Het wereldrecord snelwisselen van binnenbanden werd wederom niet verbroken. Dat komt er van é als ge ne slimmen met een korte broek en een nektapijt uwen band laat wisselen. “Steven, wilt ge aub volgende keer weer meerijden, zodat gij banden kunt versteken in plaats van Johan?!?”.
Maar uit de wind tussen twee blinde gevels, eigenlijk nog nooit ziende gevels gezien, maar soit, was de gure trok toch nog ietwat draaglijk. Via Herfelingen ging het vervolgens naar de klim naar de kerk van Bogaarden. Op ieder helling echter was te zien dat de Jos zichzelf vermoedelijk op een dieet van paardenmelk heeft gezet. In gestrekten draf of galop stoof hij er iedere keer vandoor. Hij speelt zijn rol van kopman uitstekend : amper op kop komen, maar er staan als de camera’s draaien. ‘T gaat nog ne groten worden, zeggen ze dan.
Wie ik tot hiertoe nog maar amper vermeld heb, is de Fred. Met zijn bijna 70 lentes, lijkt hij nog ieder jaar sterker voor de dag te komen. Op ieder helling probleemloos boven pedalerend en op het einde van alle ritten nog zo fris zitten als ervoor. We hebben zijn geheim nog steeds niet volledig kunnen ontrafelen, maar zich steeds onthoudend van enig gerstenat, lijkt hij wel de eeuwige jeugd gevonden te hebben. Wij willen er allen voor tekenen dat we op onze 70 ook nog dergelijke prestaties gaan kunnen leveren.
Om het nog even over de rit zelve te hebben nu, via een korte lus over een “saussisenwijk” in Halle en voorbij zoevend aan het gesloten, historisch café, “D’Oude Smis van Mekingen”, bereikten wij de Antenne. Jo stortte zichzelf prompt ter aarde, om, zoals de president het prachtig verwoordde, “in kikkersperspecstief” een “kiekje” van de groep te schieten. Uiteraard stond hij er hierdoor zelf niet op, maar ja er was toch geen plaats meer voor hem. Na ons blitsbezoek aan den anten zouden we wind in de rug krijgen. Toch niet. Dan weer eens opzij, dan weer vol op de neus en soms, heel soms eens in de rug blazend, zetten wij koers huiswaarts.
Omdat een rit zonder passage op de Affligemdreef geen rit is, werd hij na de Schettenberg en de Boechoutberg ook nog aan het parcours gevoegd. Een kleine 800 hoogtemeters en een goei 80 km waren uiteindelijk ons deel.
Overgaand op herstelmodus laafden wij ons in café “ Bij Ingrid & Davy” (even een sponsor vermelden), dan nog aan enkele ijskoude Roeselaarse Rodenbachs. Santé!
Tot zondag.