Eénentwintig, ja u leest het wel degelijk goed, met éénentwintig arriveerden wij in het Duitse Jülich, klaar om er ein zu fliegen! Op de heenreis werd al menige moral op de proef gesteld en werd er al gevloekt, op de regen- en windvlagen die de voorruiten van onze auto's teisterden. Maar bij ons vertrek aan het hotel was het weliswaar zwaar bewolkt en was het amper 14 graden, maar het was droog. Dus nadat iedereen zich in de nodige beschermkledij had gehesen en vrouwen en kinderen aufwiedersehen waren gekust, trokken wij de baan op.
Parcoursbouwer van dienst, en tevens organisator van het weekend, Kris DB had er ein gutes Auge ein, want het zou nog wel meevallen met de onverharde stukken. Het zou meevallen…..
Al vlug verlieten we het drukke Jülich en doorkruisten we godvergeten gehuchten waar de honden nog met hun spreekwoordelijke gat bassen. Deze aandoening is echter geweldig besmettelijk voor mannelijke wielertoeristen, zo zouden we de twee volgende dagen ondervinden.
Er moest op dag één wel al eens naar een sporadisch kerkje worden geklommen, maar voor de rest was de aanloop vrij vlak.
Volgens onze grote route-uittekenaar van dienst, zouden we op dag één Roermond in Nederland aandoen. En het moet gezegd, de WTC is na onze passage van twee jaar geleden, nog hartstikke welkom bij onze noorderburen. Om grote volkstoelopen en daarmee gepaard gaande verkeersopstoppingen te vermijden, hadden wij onze doortocht angstvallig verzwegen. Kris had ook voorzien dat we in alle rust en anonimiteit de grens konden oversteken en Roermond konden naderen. Wij hadden echter de fout gemaakt om in de uitrusting van twee jaar geleden te fietsen. Al snel werden wij herkend en zagen we al eens een Nederlander zijn mobieltje ter hand nemen om de nationale pers op de hoogte te brengen van de aanwezigheid van de WTC op Nederlandse bodem .
Maar Kris had dit echter voorzien en hij trok met ons de stilte en rust van Nationaalpark De Meinweg in. Achttien vierkante kilometer ongerepte natuur, en ………onberijdbare wegen of paden of baantjes. Oh’s en ah’s van verbazing voor de schoonheid van het woud waren in begin alom aanwezig maar maakten al snel plaats voor de “godvermiljaarde weer plat” en “de miljaardenondedju, tees es ’t er over”-kreten. Niettegenstaande we de witte rechthoekige borden met rode fiets en pijl volgden, dewelke staan voor erkende fietsroutes, zaten we plots op een kilometerslange singletrack die zigzagde en slalomde tussen de bomen. Gelukkig was het de dagen ervoor droog geweest, en lag alles er nog goed berijdbaar bij,….voor een mountainbike! Maar ik moet eerlijk toegeven, ondanks onze smalle wegbanden met zeven kilo druk en moeilijk bestuurbare koersfiets vonden enigen onder ons het nog wel plezant. Den Dave dartelde door den bos als een drachtige “ree de chaussée” en vreugdekreetjes ontsprongen spontaan uit zijnen derrière. Eens de singletrack achter de rug, zaten we echter aan de andere kant van het woud en moesten we het nogmaals doorkruisen via eerder brede bospaden van grind, aangestampte aarde en losse zandgrond. Maar ook hier worstelde iedereen van de WTC zich doorheen, weliswaar met nog een obligate stop door een leeglopende band. Maar geen nood, “Mechanical Steve” was er deze keer wel bij en hij had zich voorzien van een ganse Tupperware doos vol met “bommekes”, “roustinekes”, binnenbanden en ander lekkers.
Na de passage door de jungle in de buurt van Roermond bereikten wij de fietsvriendelijke stad. Hoewel, kilometers lang kruisten wij fietsers die misprijzend het hoofd schudden. Wisten wij veel dat we op een éénrichtingspad reden en dat er aan de andere kant van den boulevard ook een fietspad was. Wij waren wel niet van daar é!
Onder de schaduw van de kathedraal van Roermond - hoewel schaduw was er niet echt, gezien het uitblijven van de zon - was het eerder koukleumen in den tocht en opwarmen aan lauwwarme koffie. Het zelfvergeten lunchpakket deed echter deugd want de twee leden met familienaam Wauters hadden toevallig het stukje van de mail “lunchpakket zelf voorzien” niet gelezen. Maar een stuk peperkoek met een appel en banaan smaakt even goed als een sandwich met zelfgebakken bouletten. Dave kon het hem niet laten en ging nog rap achter een pakje stoofhout met mayonaise in de enige “Belgische frituur” in Roermond. Zijn flatulentie had met andere woorden die dag nog niet zijn hoogtepunt bereikt. Slechts twee leden waagden zich aan een lokaal streekbiertje van een streek aan de andere kant van Holland. Johan staat immers altijd open voor wat bier- en andere cultuur. Nu hij zich een achterhoofds-handvat heeft aangemeten begint hij er warempel als Kevin Janssens in de film D’Ardennen, uit te zien. Maar over zijn conditie valt niet te redetwisten. Het werd al snel duidelijk dat hij samen met zijn kapsel én Kris Lelie gepiekt had naar dit weekend.
Volgens Kris DB zou de terugweg nog weinig onaangename verrassingen opleveren. Het zou vooral via het jaagpad naast de Ruhr zijn dat we zouden fietsen. Daarin had hij gelijk maar dat den Duits vergeten was, van asfalt op de stabilisé te kappen, dat had hij even over het hoofd gezien. Kilometers en kilometers, grind-en gebroken betonweg schoven onder onze wielen. We werden echter dikwijls blij verrast door lokale Vaderdagvierders. Menig jonge vader of niet-vader had in de buurt van de rivier samen met zijn copains plaats genomen met zelfgebouwde muziekkarren en hele ladingen Duits bier und schnaps. De marsmuziek, “botsjmuziek” en Duitse schlagers waren dan ook nooit ver weg. Er werd ons zelfs al rijdend al eens een pint aangereikt en “high-funfs” uitgedeeld. In Duitsland wordt vaderdag duidelijk wat intenser gevierd dan in onze contreien.
Het was trouwens op Duitse bodem dat men snel een filmset had opgebouwd langs de rivier zodat wij door beeld konden fietsen terwijl een Duitse topacteur met omzwachteld hoofd gered werd door de lokale spoeddienst. Toch weer een super verrassing die Kris voor ons in petto had gehad. Gewoon een deal gesloten met de makers van het Duitse “Zu Hause” zodat we mee konden figureren. Aan alles denkt hij om onze ritten zo aangenaam en gevarieerd mogelijk te maken!
Wat ik trouwens vergat te vertellen is dat we ook een vijftal maal op de route werden opgewacht door ons professioneel team van begeleiders bestaande uit jonge kracht Steven, alias de Langen, omdat hij naar ’t schijnt zo zwaar geschapen is, en Herman, The Godfather himself. Deze twee topkerels reikten ons belangeloos de nodige spijs en drank aan. Dat ze uiteindelijk de weg naar het hotel niet weer vonden was een samenloop van technische omstandigheden waarbij alles wat kon plat zijn, plat was. Maar we konden een uurtje na onze aankomst toch onze copains terug in de armen sluiten nadat ze door twee van onze rennersvrouwen totaal in paniek, gedesoriënteerd, verhongerd en uitgedroogd langs de kant van de weg werden aangetroffen.
Wanneer we uiteindelijk, moe en volledig bestoft het hotel na 129 kilomters bereikten, maakten wij volgende balans op: vier platte banden maar niemand gevallen en gekwetst, en geen zware mechanische schade. Al bij al waren we er dus nog goed vanaf gekomen na al die gravel, gravie, kareille, dolomiet, zand, boomwortels, dennenappels, ….
Maar de volgende dag bij de Koninginnerit zou het allemaal veel minder erg worden. Het zou……