Zondag 15 juli zal de geschiedenis ingaan als de dag waarop de Rode Duivels hun triomftocht door Brussel maakten, Frankrijk wereldkampioen werd, John Degenkolb de kasseirit won in den Tour, Greg Van Avermaet in 't geel bleef én ambities koesterde om Parijs te halen in die trui, én last but not least, dat de WTC nog eens naar den Bruine Put reed.
Ik hoor u al afvragen, wat is daar speciaal aan, aan nen bruine put. Vroeger had iedereen aan zijn hofstee nen bruine put of beerput of aalput. Welnu jullie vergissen zich schromelijk! Schaam op jou, dat u dé Bruine Put gaat verwarren met een gat in de grond waar menig Vlaamsch boerken eerst zijn gevoeg in deed om daarna zijn “betrauven” er vet mee te mesten.
Neen mensen, ónze Bruine Put is een helling die zo zwaar is dat ze uit het traditionele parcours van de Brabantse Pijl werd geschrapt. De heren profs zagen het niet meer zitten om deze Toren van Babel te moeten beklimmen. Maar voor de WTC is het echter een plezierreisje en daarom ook dat wij al een tweede maal dit seizoen dit onding zijn gaan beklimmen.
Bij de start op zondagmorgen had ons bijna nieuw lid, Davy, u weet wel, die met da frietvet op zijn benen, zich weer paraat gemeld. Echter deze keer had hij zijn onderstel niet zo opvallend gesimoniseerd. Van bij de start vond hij al een zielsgenoot in Johan, waarbij ze de ganse rit elkaar probeerden de loef af te steken met hun kennis van het Vlaamse lied. Het zal een drietal weken opgelucht ademen zijn, nu Johan naar Spanje trekt om er Puigdemont te vervangen als doorwinterde nationalist en wij bijgevolg drie zondagen lang verlost zijn van zijn versie van : ”Als een leeuw in een kooi.”
Jo liet zich voor de start reeds ontvallen dat den Bruine Put diende te worden beklommen. Freddy, André en Constant, beslisten daarom dat ze in de lage landen zouden blijven en zetten koers richting Temse.
Via de Putstraat en de steeds lastige Lepelstraat ging het via ‘t Fort naar Mollem. Net als vorige week hadden er zich hier ook honderden fans van ons verzameld om ons toe te juichen en te bejubelen hierbij een kilometerslange wandeling makend. Niet iedereen was dus naar dé Grote Markt. Hadden de Duivels gezien welke massa er ons stond op te wachten, ze waren rechtstreeks naar huis gereden bij hun Wives and Girlfriends!
Maar wij hebben geen tijd om kushandjes te werpen en selfies te maken, en dan nog wel van onszelf! Neen, almaar koersen en voortdenderen, dat moet een WTC’er doen! Via de kassei in Kobbegem, de Waerboom in Bijgaarden ging het op en af naar Itterbeek en andere Vlaamsbrabantse negorijen. Het was wel duidelijk dat de hitte zijn rol speelde in zo een zwaar parcours. Vooral bij het wachten aan een sporadisch verkeerslicht drupte de zonnecrème samen met ons noeste zweet in de ogen. De eigen ogen weliswaar, want het is niet gemakkelijk om uw zweet en créme in iemand anders ogen te mikken. Dit terzijde uiteraard.
Het viel ons trouwens ook op dat er op ons rit, cafés waren met prachtige namen, zoals : De Spontane Goesting, vermoedelijk verwijzend naar de terstond opspelende seksuele driften van de waardin, en ook In De Kiek, bleek een naam die bij menig WTC’er al eens een wenkbrauw liet fronsen. Maar ook hier hielden wij geen halt, onze President was trouwens afwezig en zonder zijn toestemming, rusten wij nimmer!
De Bruine Put naderde vrij snel, Joris en Davy verschoten echter al een cartouche op een kleine helling die voorbode was van wat nog moest komen. Vlak erna volgde dan de Put himself. Davy die er vorige keer niet bij was, trok direct van leer en samen met Joris, gaven zij ons weer het gevoel alsof wij ter plaatse trappelden. Maar zo snel Davy had aangezet zo snel merkte hij ook dat de Put slachtoffers eist. Halverwege moest hij de bergpunten aan Joris laten en kwakte hij in zijn zadel gelijk ne loempen boer in de zetel van zijne John Deere. Parceggio, heet dat in het vakjargon.
Na de obligate plaspauze op de top ging het in een rotvaart naar beneden waar de volgende helling naar het Krabos al lag te wachten. We zagen af bij de beesten, allez sommige toch. John schuifelde nog een aireken, en Davy al wat ijl in het hoofd, deed lustig mee.
Maar er zat zowaar ook een mooi stukje plat in langs het kanaal Brussel-Charleroi dat we volgens Joris, via een prachtig brugje bereikten. Na een ommetje langs de buitenwijken van Halle, kregen we op de Mierenberg plots een stukje onverhard voor de wielen. We vroegen ons al bijna twee uur af wanneer het er zat aan te komen. Maar in dit geval zorgde het voor wat afwisseling. Ondertussen bleven de hoogtemeters zich opstapelen en eens in Wambeek mochten we nu eens Het Hol naar beneden denderen. Ik laat liever in het ongewisse van waar de naam Het Hol komt, er lezen namelijk kinderen mee.
Uiteindelijk kozen we in Essene nog voor een mtb-pad als verkorting van het parcours. Peter, ook al niet vies van een kleine parcoursverrassing had dit koersvelo-onvriendelijke onding in de rit laten sluipen. Moe maar voldaan bereikten wij met 81 kilometer, 730 hoogtemeters en een gemiddelde van 26,6 km/h ons lokaal.
Volgende week volgt weer een nieuw WTC-avontuur!
El Churto del Agua