Communicant zijn is plezant!

Op zaterdag kroonde ene Nederlandse Duncan Laurence zich tot winnaar van het Eurovisie Songfestival 2019. Deze liedjeswedstrijd voor muziekanalfabeten werd tot op de laatste seconde gevolgd door één van onze WTC-leden waarvan ik de naam niet zal noemen om hem het hoongelach en de spot te besparen. Dat hij getooid met een oranjeshirt, wimpels en vaantjes in zijn voor de gelegenheid met oranje plaid getooide sofa zat en hierbij oranje paprika chips van de Albert Heyn zat te eten, zou ik niet durven vernoemen indien ik zijn naam hier zou neerschrijven. In ieder geval kwam Joris met kleine oogjes aan de startlijn.

Onze rit viel trouwens samen met één der hoogtepunten van het katholieke geloof onzer Meldertse jeugd. Op hun paasbest trokken de plechtige communicanten ons plechtig voorbij richting de mooiste kerk van de Faluintjes, hierbij vergezeld van hun opgedirkte ouders én grootouders. Het zou voor de Meldertse priester ook een hoogdag worden, want het was van de communie in 2018 geleden dat zijn kerk nog eens zo afgeladen vol zat. Maar wie communie zegt, zegt ook feest. En door deze heuglijke, traditionele familiegebeurens ontbraken ook een aantal van onze WTC’ers die er hun opwachting moesten maken. Bijgevolg verschenen er slechts twaalf die-hards op het appèl. Het druilerige weer deed ook geen goed aan de moral van zowel de afwezigen als de aanwezigen.

Zelfs Pascal gaf deze keer forfait. Hij had namelijk op zaterdag een dergelijk communiefeestje georganiseerd en een aantal onder ons hadden er een frietje mee mogen gaan steken. Dat hij echter ook iemand van de Vliegende Spaak had uitgenodigd schoot bij de aanwezigen net niet in het verkeerde keelgat. Ik vermoed dat Pascal het lid van de Fladderende Rayon had uitgenodigd met de bedoeling dit uitstervend ras tentoon te stellen zoals men vroeger op kermissen de-vrouw-met-de-baard en de Slangenmens aan het grote publiek toonde. Want de Spaak zag op amper twee jaar tijd hun ledenaantal slinken van 120 naar 60. Aan dit tempo zal in 2025 in de Vliegende Spaak niet veel meer moeten gevlogen worden. We kunnen bij de WTC echter niet iedereen aannemen en niet iedereen raakt ook door de strenge selectieproeven die men als nieuwkomer dient te ondergaan. Dat er recentelijk al eens een foutje in de rekrutering is geslopen zal vermoedelijk in de nabije toekomst nog wel worden rechtgetrokken door onze alwijze president.

Ook al ontbrak Pascal, toch werd om 8 uur 30, toen het zowaar ophield met “zabberen”, het startschot gelost. Vol goeie moed werd dan maar koers gezet naar Kokejane.

Vooraf hadden er al een paar collega’s medegedeeld dat ze de verkorte versie van de rit zouden rijden, omdat ze ook al werden verwacht aan een feestdis. Om op de rijke bacchanalen te anticiperen die hen ongetwijfeld te wachten stonden, kwamen ze eerst wat calorieën verbranden. Aanvankelijk werd er hartelijk gekeuveld, ook al zouden een aantal hoogtemeters onze rit opluisteren en vermoedelijk meer dan eens het melkzuur naar de benen stuwen.

Toen het echter kort na de start weer begon te druilen, miezeren, desteren, druppelen en ook al eens regenen, begrepen we dat het weer één van die zondagen zou worden zoals we er veel té veel hadden mogen meemaken dit seizoen. Omdat het parcours vooral langs landelijke Pajottenlandse wegen ging, die ook gebruikt worden door de lokale boerenbevolking, zaten we algauw onder een smurrie in vijftig tinten bruin. Met de legionella epidemie van Evergem in het achterhoofd, klemde iedereen de lippen stijf opeen om toch maar geen druppel van het bruine spatwater binnen te krijgen. Het hoeft dan ook geen betoog dat er maar weinig meer werd gezegd tegen elkaar, wat begrijpelijk is als iedereen zijn mond dichtgeklemd houdt.

Bovendien begon, en dan spreek ik vooral voor mezelf, de lichaamstemperatuur stilaan te zakken naarmate het regenwater het blote vel naderde. En zoals mijn lichaamstemperatuur zakte, daalde ook de goesting om de grote toer te rijden. Een vriendelijke WTC-collega was ook zo behulpzaam geweest om achteraan een garde-bouken te installeren op zijn tweewieler. Zijn rug werd uiteraard bespaard van opspattend slijk, paardenvijgen, koeienmest en andere lekkernijen. Diegene die het echter aandurfde om even in zijn wiel te vertoeven, werd zowaar onmiddellijk getrakteerd op een drinkfontein van deze voornoemde delicatessen. Ik vermoed dat er binnenkort een verbod op garde-boukes in het clubreglement zal worden opgenomen. Althans bij regenweer, wat het voeren van een spatbord dan weer totaal nutteloos maakt aangezien het bij droge omstandigheden zijn doel toch volledig voorbij schiet. Indien er zich in de toekomst dan toch nog iemand aandient met een dergelijk plastiek onding op zijn zadelpen, zal hij voor de gehele en ganse rit onverrichterzake worden verbannen naar de allerlaatste plaats in het peloton.

Met zes volgden wij dan ook de korte toer, terwijl de zes anderen niet plooiden en toch de volledige rit wilde volrijden. Ook Steven die op zaterdag 300 kilometer en 920 meter had gefietst zou de lange toer uitrijden. Tachtig kilometer is voor hem dan ook peanuts in vergelijking met zijn marathonritten.

Gelukkig hield het trouwens naar het einde van de korte rit even op met regenen en kwam zowaar een waterzonnetje door het grijze wolkendek priemen. Davy, nog steeds van zichzelf denkend dat ook hij ooit eens het songfestival zal winnen, zette meteen de Vlaamse Klassieker, “Door de wind, door de regen” in. Dat had hij beter gelaten, want meteen openden de hemelsluizen zich weer. Er is nog wat werk aan zijn zangcapaciteiten, net als aan zijn conditie trouwens.

Zowel Davy als ondergetekende waren tegen het einde van de rit zodanig verkleumd dat wij zelfs de gezellige warmte van ons lokaal niet meer opzochten en wij onmiddellijk huiswaarts stoomden. Bij deze mijn oprechte verontschuldigingen aan onze lokaalwaardin, Ingrid, met de belofte dat ik mijn schade in de komende weken ruimschoots zal inhalen.

Dat de zes doorbijters de volledige rit volbrachten verdient het volste respect. Dat Wendy dit huzarenstukje ook tot een goed einde bracht, verdient ook een nominatie met stip. Ik stond vermoedelijk al lang onder de hete douche als zij samen met Kris, Jos, Steven, André en de President over de eindmeet bolde. Een dikke speekselmedaille zal hun volgende week dan ook worden opgespeld!

Tot dan!

El Churto

Photo by Inna Lesyk on Unsplash