Op zondag 9 juni stond andermaal onze klassieker naar het Atomium op het programma. Mits enige aanpassingen in de route van vorige editie zou deze tocht naar onze Belgische hoofdstad weer wat verrassingen in petto hebben. Wisten wij veel bij vertrek.
Hoewel het “vaderkesdag” was, hadden zich slechts dertien mannen weten los te rukken van de ketting die net niet tot aan de voordeur reikt. Bij nacht en ontij hadden wij een filmpje mogen ontvangen van één onzer losgeslagen leden die zich volledig aan het smijten was op de fuif van Flanders Open, een Rugby-orgie in het dorp Dendermonde. Samen met zatte Schotten die pretendeerden Vlaming te zijn en zatte Vlamingen die dachten Schot te zijn, hoeft het geen verdere uitleg dat ons aller Davy volledig opging in zijn rol van wannabe rugbyheroe. Hij was er bijna mee weggekomen, tot hij zijn geschoren benen ontblootte die andermaal met ossenwit waren ingesmeerd. En als er nu iets is waartegen de rugbybonken niet kunnen, zijn het geschoren mannenkuiten. Davy zal zich zijn vergissing nog lang heugen en hopelijk zal de pot uiercrème verlichting brengen.
Met dertien mansmensen én Tiffany trokken wij de zwarte sneltrein op gang richting Brussel. We waren nog maar in de Bieseweide in Baardegem en we kregen al bewonderende blikken toegeworpen van Vettig Marksken die in zijn deuropening had postgevat om ons te zien voorbij denderen. Aangegrepen door onze verschijning lachte hij zijn drie resterende tanden bloot waarbij hij zich herinneringen ophaalde uit zijn tijd als lid bij De Spaak. Ook toen was hij al populair want hij werd er prompt gebombardeerd tot bestuurder van de volgwagen, van de volgwagen. Gezien zijn geringe persoonlijke hygiëne wilde er namelijk niemand met hem in de eerste volgwagen zitten en nam hij dan maar plaats in volgwagen twee. Jarenlang heeft hij zich afgevraagd waarom hij in de eerste volgauto niet kon meerijden hoewel er enkel een chauffeur in zat en er plaats was voor drie. Ook begreep hij niet waarom hij altijd een andere route dan de rest kreeg voorgeschoteld. Om maar te illustreren wat een onmensen de mannen van De Spaak kunnen zijn.
We daalden vervolgens de betonbaan naast Gasthof Vonk af, waarbij Guy keek als Christopher Columbus die net Amerika had ontdekt. Zo kort bij huis en nog nooit had Guy die straat gepakt! Ja, met de WTC komt ge al eens ergens é Guy.
Naar het schijnt had Tiffany trouwens op het fietsweekend menig mannenhoofd ontregeld door frivool de rits van haar fietstruitje te laten openstaan, zodat er toch wel enige inkijk mogelijk was. Carine kon uiteraard toen niet onderdoen en voegde de daad bij het woord. Toen ze echter door een vliegenwolk reden waren er zodanig veel ronkers in haar decolleté geraakt dat ze precies borsthaar had. ’t Tiretteken was naar verluidt rap weer toe.
Tiffany, ondertussen al wat verslaafd aan de aandacht die ze vorige week had gekregen, reed na twee kilometer dan maar plat. Dirk, die het niet kon aanzien dat alle ogen op Tiffany waren gericht stuurde zijn bolide dan maar in dezelfde put en ook hij voelde de lucht ontsnappen alsof zijn machine last had van acute flatulentie. Omdat er rond Tiffany al vijf mannelijke leden samen waren getroept en zij het door de drukte zodanig benauwd kreeg dat ze terug haar ritsje wat moest openzetten, schoot Steven, Dirk dan maar te hulp. Peter, een ware gentleman, ontfermde zich over de band van Tiffany. Hij was echter zodanig afgeleid door de aanblik van Tiffany haar ontboezemingen dat hij vermoedelijk de binnenband tussen buitenband en velg had gepropt. Het scheelde geen haar of hij was er ook nog mee omver gevallen. Gevolg, wederom lek. Gelukkig had Steven, Dirk al in recordtempo gedepanneerd en schoot hij nu Tiffany ter hulp. Gezien de imposante gestalte en de vlekkeloze reparatiereputatie, dropen de vier anderen met de staart tussen de benen af. Steven klaarde het klusje in-een-ik-en-een-gij, en weg waren wij, na twintig minuten retard.
Kris DB die doorhad dat hij door het oponthoud zijn deadline om thuis te zijn niet ging halen, dreef gestaag het tempo op. We moesten hem dan ook meermaals intomen of we hadden alle ritrecords gebroken.
Tiffany, die het blijkbaar niet zo heeft voor mannen die op tijd moeten thuis zijn, had voor de verandering ergens in Merchtem dan nog maar eens een platten “tuub'“. Als uitgehongerde hyena’s werd er weer naar elkaar geloerd wie er zich deze keer op de lekkere band zou storten, maar Steven toonde zich weer de galante ridder op het spreekwoordelijke witte paard en stuurde de rest met een kluitje in het riet. Met chirurgische precisie diepte Steven terstond een tang uit zijn toverachterzak en trok hij zonder enige aarzeling een minuscule pin uit de buitenband. Hij heeft niet alleen gouden vingers en straffe benen, nu blijkt hij ook al over arendsogen te beschikken. Zonder enig gemor legde iedereen zich ondertussen neer bij nog maar eens een oponthoud. Ik vraag mij af of de reactie net hetzelfde zou geweest zijn moest pakweg ik, drie platte banden hebben gehad.
Zonder verdere tegenslag bereikten wij de Brusselse buitenwijken. Ondertussen kropen ook de eerste hellingen onder de wielen. En hoewel er duizenden mensen ons hadden staan opwachten, bleek onze achterstand op het vooropgestelde traagste schema te groot. Ons parcours bleek reeds ontruimd door de ordediensten. Enkel onder het Atomium, sedert vandaag herdoopt tot Platomium, stonden nog enkele honderden die-hard fans van de WTC in dikke drommen aan te schuiven voor een blik op ons. Gezien onze supersonische snelheid die wij daar echter ontwikkelden, konden zij slechts enkele luttele seconden genieten van onze stralende aanwezigheid.
Eens uit Brussel dienden er nog wat hellingen beklommen en van onze voorverkenner Kristof DB die vorige week de rit had verkend, vernamen wij dat de Lepperstraat in Kobbegem was onderbroken ingevolge wegenwerken. Er bleek echter een maagdelijke beton gegoten. Of toch bijna. Halverwege de straat moesten wij de fiets schouderen en met onze koersschoenen door een diepe laag modder waden. Door vettige klei op en rond onze schoenplaten, raakten wij amper nog in onze klikpedalen. Maar na een tapdansken, waarvan Fred Astaire jaloers zou zijn afgedropen, was de brij er zodanig afgevallen dat we ons weer in onze ijzers konden klikken. Na nog een passage tegen strak tempo op het Fort in Asse en een beleefdheidsbezoek aan onze sponsor Fietsen Loomans, bereikten wij de Putstraat. Hier werden wij vergast op een konvooi antieke tractoren die zo vriendelijk waren de CO2 uitstoot in Meldert te vertienvoudigen. ’t Fijn stof plakte ’s avonds nog aan de binnenkant van mijn oogleden. Ook Jos was volledig van zijn zure melk door al dat motorgeweld. Verblind door Anuna-De-Weverwoede zag hij niet eens dat er een comfortabel fietspad in de Putstraat ligt. Als ’t er kasseien liggen zal hij verdoeme op de kasseien rijden! Zijn machtsontplooiing ontlokte zowaar enige songteksten aan Pascal en op de tonen van: ”Macho, macho man!” bereikten wij ons aller heimat. Ingrid was trouwens zodanig goed gehumeurd dat ze zelfs bereid was Orval te schenken. De Geert kan ze blijkbaar niks weigeren.
Volgende week staat de Foute Retrorit op het programma. Dat belooft….
El Churto