Dag 3 van ons fietsweekend in de prachtige, groene, bijna gravel-vrije omgeving van de Kempen. Alhoewel gravel-vrij. Door de vele kilometers doorheen deze streek hebben wij vele mooie stukjes natuur mogen bewonderen. Naast het water, over het water en zelfs door het water. Door het 17-koppige prachtig-gebouwde-atleten peloton werd dan ook meermaals gekeken naar de prachtige singletracks die links en rechts van ons verschenen. Gravel of geen gravel. Een lichte heimwee naar vorig jaar stak zelfs bij sommigen de kop op. Hier met de mountainbike, de gravelbike of crossfiets: de MAX. Hoor ik daar een klein voorstel voor volgend fietsweekend? Vorig jaar was het gravel van moetes en nu is het van willes. Wielertoeristen zijn rare wezens, mezelf meegerekend.
Na het ontbijt en leegmaken van de kamers worden we verwacht aan het onthaal voor de laatste rit op ons programma. 83 km plat. Echt plat. Na de rit blijkt mijn Garmin toestel bij totaal aantal stijgingsmeters, -2m aan te geven! Onze twee soigneurs hadden de avond voordien ook al laten weten dat zij dit jaar een rustig weekend hebben gehad. Geen technische problemen aan fietsen moeten oplossen, noch roestinnekes op binnenbanden moeten plakken: niks! Technisch werkloos heet dat dan. Hier sta je dan met een blinkende, gewaxte volgwagen met wielen en binnenbanden à volonté. Op dagen dat wij hopen om niet plat te rijden, staan zij nu te trappelen om de handen uit de mouwen te steken. Rare wezens die soigneurs.
Jo, die de avond voordien door een geweldige aanval van den platten twikkie, spaanse spetter, touristica, dia-mi en buikkrampen geveld was, moest jammer genoeg deze laatste rit aan zich voorbij laten gaan op de fiets en hij verving Herman ‘lefevre’ De Bisschop in de volgwagen dan ook met iets minder plezier dan normaal. Hij was zo leeg dat hij zelfs aan ondergetekende vroeg om nog een bestelling bij Vermarc, onze kledingleverancier, te plaatsen voor een truitje. Deze keer een maatje kleiner dan hetgene dat hij vorige keer besteld had. Rare wezens die parcoursbouwers.
Iedereen had het gevoel dat het vandaag terug warmer was dan gisteren. Inderdaad, terug 5° Celsius erbij op de thermometer. Of kwam het deze keer door de ontblote schouders van Carine? In ieder geval, de laatste rit is, traditiegetrouw, de rit waar de president reikhalzend naar uitkijkt. Geen zelfopgelegde klederdracht, geen sobere kousen maar free-style. Net de week voordien had de - ondertussen spleet-ogen gekregen - postbode een pakketje in de bus gestoken, afzender: China. Volgende shirts waren al de revue gepasseerd: karo-hemdeken, ketchup-tenueken en deze keer…..SAFIR. Geen twijfel meer mogelijk van welk Meldert we zijn. Weir zein van Oilsjt en weir doeng voesj!!. Maar na een weekend van lekker eten en drinken bleek de six-pack van Safir meer te lijken op een perfect-draft van Safir. Rare wezens die presidenten.
Startschot of was het broekschot van Kris BD, en wijlen weg. Van Retie ging het naar Corsendonk, Ravels, Baarle-Hertog. Aan de kerk van Merksplas zien we onze soigneurs terug. Deze keer geen probleem want de schrijver van menig route-book zit deze keer zelf in de volgwagen. Na menig geduw en getrek aan de grabbeltas vervolgen we onze weg. Johan, die me nog eerst eens bekijkt, roept plotseling PLAAAAT. Plots staat heel het kerkplein in rep en roer. Er wordt op het fluitje geblazen, voorste gelederen stoppen abrupt met trappen en kijken verbaasd achterom, schreeuwende autobanden schieten het fietspad op, autodeuren vliegen open, chauffeur trekt schuifdeur open en komt aangelopen met een achterwiel. Jo komt aangelopen met binnenbanden en voetpomp. Yes, eindelijk werk. Fietskader wordt omhoog gehouden, wiel wordt eruit getrokken, ander wiel wordt er in gejast. Verdoemme, ’t is eene met steekassen. En laat dat nu juist het soort wielen zijn dat we niet mee hebben. Dan maar op de old-fashion-way. Tot op de dag van vandaag weet niemand of deze lekke band in scène werd gezet of niet. Rare wezens die belastingcontroleurs.
Vandaar gaat het richting Vosselaar. Af en toe moet er toch eens naar voor gereden worden om aan de koptrekkers te vragen of zij het tempo een beetje willen laten zakken. Dit gebeurt door duim en wijsvinger dichter bij elkaar te trekken. Vooraan weten ze meteen wat deze beweging betekent. Ietsje dimmen. De avond voordien op het terras hebben immers de meesten onder ons gebarentaal aangeleerd gekregen van een begeleidende dame voor blinde honden. Voor Vosselaar moeten we, hoe kan het ook anders, door een braderij rijden dat ons pad kruiste. Vooraan willen ze hier zo snel mogelijk door. Een rolstoel patiënte wordt de pas afgesneden zodat ze op slag het zebrapad te voet oversteekt. Door dit gewar en gewoel zien ze vooraan niet dat er een kraampje staat met artisanaal ijs. En zoals het gezegde zegt, belofte maakt schuld, roept de president zijn troepen een halt toe. Tevergeefs. Blazen op het fluitje is ook geen optie aangezien de arm der wet ons al in de gaten heeft. Dan maar een “lekkerken” voor twee. “Madam, nen toeter met vanille en ge moogt den bol goed aandrukken want anders vliegt er hem af”. Zo gevraagd, zo gedaan. Na een drietal kilometer geraken we terug bij de groep. Ken je het geluid waarbij je een stok in een kippenhok gooit? Wel, zo werden we verwelkomd. Wendy, die de dag voordien had beloofd om haar halven trouwboek nooit meer uit het oog te verliezen, plooide van woede haar gebogen koersstuur om naar een recht stuur. Rare wezens die vrouwelijke leden.
Door de allernieuwste technologie in ons 42-jarig bestaande clubken, stond Kris L. in verbinding met de volgwagen. Eerstvolgende terras zou het onze zijn. En zo geschiedde dat op zondag 2 juni rond 13u een 20-tal leden van een fietsclubken bij Aalst neerstreek op een terras in Zevendonk of was het Gene-Zevendonk? Mijmerend over het mooie en geslaagde weekend werd er geklonken met een magnum. Een crème-ken, wel te verstaan. Het terras nodigde uit om te blijven zitten, maar de plicht roept. Met z’n allen op een rustig tempo terug naar het hotel. Rit van 83 km met een gemiddelde van 28km/h. Eens in het hotel zagen we dat de plaatselijke naaiclub, die ook in ons hotel vertoefden, nog steeds ijverig aan het naaien waren en sommigen onder hen waren zelfs al aan het stikken. Niet te begrijpen dat deze dames met temperaturen boven de 25° al 3 dagen en bijna 2 nachten zonder verpinken aan hun Singer gekluisterd waren. Rare wezens die naaisters.
Fietsen werden terug in hun trailer vastgebonden om huiswaarts te keren, blote basten vooral in 50 bruin-wit tinten kleurden de parking, waterkruiken van 5L werden over hoofden gekieperd om toch maar fris aan het lunchpakket te beginnen. Ons lunchpakket bestond uit een stukje fruit, flesje water, een ice tea, een yoghurt en een suikerwafel. Bij dit alles kon je aan het ontbijt nog een zakje maken met pistolets, sandwiches of ander lekkers naar keuze. Sommigen onder ons staken de overschot in de frigobox voor onze volgende lange rit, anderen namen dit mee naar huis om daar nog even na te genieten van dit prachtige fietsweekend. Eens alles achter de kiezen zat, zette Steven zich recht, vulde nog vlug zijn drinkbussen, zocht zijn geliefkoosde schlagerfestival muziek op in zijn smartphone archieven, pakte zijn fiets en groette allen onder ons. Hij zou van Retie terug naar huis rijden. 140 km er nog bij. Rare wezens die randonneurs.
Er is een tijd van komen en een tijd van gaan en onze tijd van gaan was nu gekomen. Iedereen nam afscheid van elkaar alsof we elkaar nimmer of nooit meer zouden tegenkomen. Bedankt aan iedereen die van dit weekend een top weekend gemaakt heeft. Same time, same place, same shit, is niet voor ons van toepassing. Volgend jaar zoeken we terug andere oorden op. Rare wezens die WTC’ers.
Hasta la vista,
El presidenté.