Daags nadat Thomas De Gendt de achtste Tourrit van Macon naar Saint-Etienne op glorieuze wijze wist te winnen, mocht er in onze zondagrit ook wel wat wielerheroïek zitten. Nu de President een deel van zijn WTC-zonen en -dochters heeft uitgestuurd om ook over de landsgrenzen wat promotie te maken en en passant wat kaarten voor het eetfestijn te verkopen, daagden er slechts tien die hards op voor de rit. Tien leden die liever fietsen dan kaarten verkopen. Wie weet hoeveel winst de WTC hierdoor door de neus geboord krijgt. Dat iemand het persoonlijk plezier boven het clubbelang stelt, gaat er bij mij niet in. Dat ze dan eens een voorbeeld nemen aan Tiffany, die geheel belangeloos en op eigen kosten de helft van de Verenigde Staten afreist, om promotie te voeren voor onze geliefde club. Van Yosemite Park tot de Grand Canyon gaat zij van deur tot deur om onze kaarten te slijten. We zijn benieuwd te horen bij haar terugkeer hoeveel honderden ze er zal verkocht hebben.
Ook de President had een promotietrip voor zichzelf op de kalender ingevuld. Hij zou op Werchter-Classic de vele duizenden bezoekers trachten te overtuigen een half kieksken of een ribbeken te komen oppeuzelen op ons eetgelag. Als ze hem daar lang genoeg van het fluitjesbier dat ze er serveren, weghouden, zal ook dit ongetwijfeld een succes worden.
Jo heeft beloofd om zijn aanwezigheid vandaag bij de rit goed te maken door zich naar Tomorrowland te begeven volgende week, en “de botsjers” daar ook wat eetbons te verpatsen.
Aanvankelijk waren het vanmorgen trouwens maar negen WTC’ers die aan de start stonden. Kris DB, die de avond ervoor alle 33’er glazen van pop-up zomerbar De Loereman eens aan zijn lippen had gezet, had zijn wekkerradio eens te veel op snooze-modus geduwd. Bijgevolg, wanneer de kerkklok half negen sloeg, was er nog geen spoor van onze vriend. Gelukkig stuurde de fiets-gps ons negental eerst nog via een onnodig lusje op weg, heerste er bijgevolg wat verwarring binnen de gelederen en zagen we Kris tegen lichtsnelheid de Kerkberg afstuiven richting Doment. Gelukkig voor hem, Kris is dan ook Joris niet, hebben we luidkeels geroepen, of hij zou 80 kilometer gedacht hebben dat hij ons nog kon inhalen terwijl we eigenlijk achter hem zouden hebben gereden.
Boven de Broekstraat in Essene was het al duidelijk dat André zijn goeie benen blijkbaar in herstelling zijn. Hij zou de ganse rit op iedere helling gelost worden, maar André is een man van karakter, en als hij voor het derde, of vierde of vijfde jaar op rij, wie zal het zeggen, zijn zinnen heeft gezet op het clubkampioenschap, zal één of ander fysiek dipje hem hiervan niet weerhouden. Op de top van de hellingen werd er dan ook in grote solidariteit gewacht op André.
Bij de start van de rit, begon het trouwens al flink te zabberen. Het zou voor de rest van de rit van hetzelfde laken een broek zijn, van de ene miezerbui naar de volgende motregenvlaag. Na de lange periode van droogte blonk menig stuk asfalt van de vettigheid en was het in de bochten uitkijken om niet onderuit te schuiven. De WTC’ers, alom bekend om hun stuurmanskunsten, bleven allen recht. Meer zelfs, niettegenstaande het natte, gladde wegdek volgden er meerdere levensgevaarlijke kasseistroken op het parcours. Eerst kregen wij de Kasseide in Lieferinge voor de wielen met kort erop nog een veel langer onding. Eigenlijk moesten we na tweehonderd meter rechts een asfaltweg in, maar de Jos, weer als losgeslagen stier in de straten van Pamplona, bleef de kasseistrook volgen waardoor wij moreel verplicht waren om niet onder te doen voor de man die kasseien als ontbijt eet, weliswaar met magere melk. Aan het einde van deze oneindig lijkende strook volgde onmiddellijk de Bergstraat in Oetingen. Op zich geen onoverkomelijke helling, want slechts 630 meter lang, met een gemiddelde stijging van 6%, maar na die twee kilometer rotstenen, moest iedereen boven toch even naar adem happen. Jo voelde zelfs zijn hart uit zijn lijf springen zoals hij het plastisch verwoordde.
Niet lang erna, net voor de Molen Ter Zeven Wegen in Denderwindeke, bezorgden wij een haantje-de-voorste van een ons onbekend en onbeduidend wielerclubje de schrik van zijn leven. Wanneer wij de Molenweg uitkwamen en hij op kop van zijn marginaal vriendenclubje plots de WTC van rechts zag opduiken, kneep hij van “’t verschieten” zijn freins volledig toe, en piepend en schuivend, met de ogen wijd opengesperd, van complete adoratie, kwam hij bijna ten val. Ze hebben de mens naderhand in shock moeten afvoeren. Hij zal in de psychiatrische vleugel van het ASZ nog wekenlang moeten revalideren eer hij terug bij zijn zinnen zal zijn.
Tot dan toe waren we nog relatief proper en schoon gebleven. Het was pas in de afdaling naar Zandbergen en op de Steenweg naar Aspelare dat het opspattende water en modder bruine sporen trok op onze gezichten en kleren. Maar dit was het ergste nog niet, dat moest nog komen.
Het was na de Buysemolen in Herzele, meer bepaald in de Hoevenstraat, dat alle koeien uit de streek leken gepasseerd. Bovendien moeten ze last gehad hebben van acuut vliegend schijt want het was onmogelijk om nog een maagdelijk stukje beton te vinden tussen de honderden koeienvlaaien. De halfverteerde grasresten, vermengd met het regenwater, vlogen ons rond de oren, op onze brillen, in onze helmen, zelfs tot in onze mond. Als we hierdoor nu maar zelf geen slachtoffer worden van de platte spetter. Bovendien leken onze racebolides door een beerput gehaald. Urenlang kuisen en schrobben zal onvermijdelijk ons deel zijn.
Gelukkig konden we ons bij aankomst te goed doen aan heerlijke nacho’s met piksaus en belegde sandwiches ter ere van “ons klein” haar zestiende verjaardag. We spoelden de brokjes koeienstront dankbaar weg met Orval, Duvel en Rodenbach. Conclusie van de dag: schone en zware rit, voor herhaling vatbaar, doch meer geschikt bij droog weer. Wij zullen het meenemen voor volgend seizoen.
Volgende week gaan een zestal van onze rijders de oversteek wagen van Meldert naar Watou. Er zal gezamenlijk worden vertrokken tot in Sint-Lievens-Houtem, waar onze wegen zullen scheiden. U leest er dan ongetwijfeld meer over.
Tot zondag.
El Churto