Sjors en Sjimmie...

De eerste groepsrit na de Corona-beperkingen moest iets of wat allure hebben. Ge kunt op zo een historische gebeurtenis moeilijk naar pakweg de Donk rijden of naar Kwatrecht godbetert. Neen, de eerste rit in fase twee moest een klassieker zijn die wat langer in het collectieve koersgeheugen bleef hangen. Er moest echter met meerdere parameters rekening worden gehouden. Zo moesten de leden die ingevolge twee maanden inactiviteit nog niet in topconditie waren, toch makkelijk kunnen volgen. En ook moest de rit haalbaar zijn voor de leden die het nog niet aandurfden om in groep te fietsen, en deze wensten alleen te rijden.

Wat leent er zich nu beter voor een historische rit dan een bezoek aan onze nationale trots, met name het ‘t Atomium! Althans, Jo vond dit, en bijgevolg, volgzaam als ik ben, nam ik de atomiumrit van 2019 onder de loupe, en begon ik hier en daar wat te schaven en bij te lussen. Voor een finale fiat, mailde ik de route naar Jo. Hij keek ernaar en zag dat het goed was. Wat hij ook had gezien, was de vlakke aanloop naar een heuvelachtig midden-en eindgedeelte. Brussel is nu eenmaal op zeven heuvels gebouwd - wellicht zit ik er een stuk of 20 naast - en een vlakke rit naar het Atomium is bijgevolg onmogelijk, tenzij ge de metro neemt, en dan nog.

In de ochtend van zondag 24 mei, verzamelden we met een twaalftal leden voor ons nog steeds gesloten lokaal bij Ingrid en dingen. De president, voor de gelegenheid getooid met de nationale driekleur om de bovenarm zag dat er voldoende afstand werd gehouden tussen de verschillende leden. Zijn jaarloon zal weer exponentieel stijgen aangezien hij naast CEO, financieel directeur, pr-functionaris, logistiek verantwoordelijke, medisch afgevaardigde en president nu ook wegkapitein is geworden.

Op weg naar de start hadden we trouwens Peter Van Veer nog zien aanschuiven bij bakker Crabbe. Met de wanhoop in de ogen met nog drie kloeke Meldertnaressen voor hem, zag hij de rit al door de neus worden geboord, omdat hij als jager binnen het gezin eerst en vooral moest zorgen dat er brood op de plank kwam. Om 8u27 zagen we hem met een totebag vol lekkers in onze richting komen gespurt. De hoop dat hij voor ieder van ons om minstens één koek was geweest werd al snel in de kiem gesmoord en hij snelde ons voorbij met de kabas vervaarlijk zwaaiend naast zijn voorwiel. Op die manier bestond het risico dat niet alleen zijn brood gesneden zou worden maar ook zijn sandwiches en sjoekes! Gelukkig kon hij zijn jachttrofee zonder averij thuis afleveren en kreeg hij groen licht om mee te fietsen. En om 8:30 stipt sloot hij aan. Iedereen smeerde vlug nog wat ontsmettende handgel in het haar en op de benen, en weg waren wij.

Aangezien er een aantal volbloed raspaarden mee waren zoals Jimmy en Jean, bestond de kans dat zij er van meet af aan een verschroeiend tempo zouden op nahouden. Bijgevolg zetten Peter en ik ons maar op kop voor de volgende 40 kilometers om het tempo toch niet te hoog te laten worden en bijgevolg Joris al na een kilometer of 15 te moeten verliezen. U herinnert zich Joris nog ongetwijfeld als het lid dat de meeste aandacht opeist. Hij voelt zich maar in zijn nopjes als hij eens in het middelpunt van spot en geschimp heeft gestaan. Indien wij hem al na een half uur zouden verliezen, zouden we daar schoon blijven zitten met onze steken onder en boven de gordel.

In de eerste dertig kilometer hoorden wij Karine en Wendy gezellig keuvelen op de derde rij. Zij waren de graadmeter dat het tempo goed zat. Echter na dertig kilometer werd het reliëf al ietwat geaccidenteerder en begon de felle wind ook minder in het voordeel te zitten. De gesprekken achter ons begonnen stilaan te verstommen. Alleen Jeankipedia en Jimmy bleven maar oude wielerkoeien uit de droge gracht halen. De twee fietsten alsof ze thuis in de zetel bij een Orval elkaars koerskennis op niveau brachten.

In de verte doemden de contouren van de ijsfabriek van Strombeek op. In al mijn naïviteit dacht ik dat we ons daar zouden kunnen tegoed doen aan een dikke toeter met een tweetal dikke bollen crème glace. De Peter smoorde echter mijn verlangens in de kiem en verduidelijkte mij dat ze er alleen stikstofijs en andere chemischen brol produceerden. Uiteindelijk was het weer toch niet ideaal om te genieten van “e pakske kaat” en op ‘t Atomium zouden trouwens genoeg bollen staan.

Eerst dienden wij nog Grimbergen aan te doen, en wie Grimbergen zegt, zegt bier en sterrenwacht maar ook kassei. Onze eerste strook van de dag was er dan ook één om u tegen te zeggen. Maar zonder averij wasten wij allen dit arduinen varkentje. Kort erna dienden wij met de fietsersbrug de A12 te kruisen. Kris DB, in al zijn enthousiasme om aan de overkant van de snelweg het natuurschoon van de plantentuin van Meise te bewonderen, merkte de Jean zijn stoplichten op zijnen nieuwen Bianchi te laat op en zorgde voor een traditionele kopstaart aanrijding. Hij was echter zo vriendelijk geweest de fonkelnieuwe bolide van Jean  links achteraan aan te rijden waardoor hij hem niet op de derailleur raakte. Gelukkig maar, of die Italiaanse designbike zou rijp geweest zijn voor de takelwagen. Jean, immer vriendelijk en goedlachs, sprak Kris enkele vaderlijke, bemoedigende woorden toe en de spons was al snel geveegd over de appelblauwzeegroene kader van zijn kleinood.

Via een residentieel pad waar wij even verbroederden met een tiental Gooische vrouwen die aan hun rondje joggen bezig waren, bereikten wij de andere kant van de plantentuin, en door de riante villawijken baanden wij ons een weg naar onze nationale trots. Even werd een legendarisch stripduo nieuw leven in geblazen. Met Sjors & Sjimmie op kop, brak de groep al snel in een aantal stukken. Gelukkig was Jimmy op de hoogte van de wereldvermaarde navigatietechniek van Joris en besliste hij toch maar om op de rest te wachten.

Op de heizelvlakte, onder onze negen glanzende bollen, stonden er ons deze keer geen hordes hitsige Aziatische toeristen toe te schreeuwen, er waren zelfs geen vrome Italiaanse masseurkes te bespeuren. Een enkel groepje concullega wielertoeristen en wat Marokkaanse travesties in lange gewaden, waren de enige aanwezigen. Na de snelle afdaling richting Houba De Strooperlaan ging het met de wind op kop richting Wemmel. Hierna werd Relegem aangedaan, één van de mooiste dorpjes uit de streek naar mijn gedacht. Zo ging het al wat minder vlot richting Asse waar wij de Putberg via het naastgelegen fietspad afdaalden tot grote ergernis van de Jos, die liever kasseien bij zijn melk doet dan müesli.

Op de Notstraat schuifelde de president twee maal, het sein dat er eens mocht ‘gegaan’ worden bergop. Met Jimmy op kop en Kris DB in zijn wiel lieten we Joris als een zoutpilaar achter. Kris legde Jimmy meer dan het vuur aan de schenen en de nek aan nek race werd uit mijn bronzen positie en oogpunt nipt gewonnen door Jimmy.

Ons ijsavontuur van vorige donderdag indachtig negeerden wij crèmerie IJsfun deze keer straal en reden onmiddellijk door naar Meldert-dorp. Daar hakte het er nog eens keihard in dat we nergens gezellig konden nakaarten tussen pot en pint en droop iedereen met hangende pootjes onmiddellijk af richting zijn eigen hofstee. Hopelijk komt er snel verandering in de café lockdown zodat we als vanouds nog eens goed kunnen blijven hangen!

Tot volgende week!

El Churto

Photo by fotografierende on Unsplash