Bavegem op vaderdag...

Hadden we deze zondagmorgen niet beter geweten, we zouden hebben gedacht dat de president een nieuwe wtc-discipline in het leven had geroepen, namelijk die van het koppelkoersen. Jimmy en Carine, Guy en Tiffany, Kris en Wendy en dan ontbraken nog Johan en Kristine. Het lijkt een nieuwe voorwaarde te worden, de partner mee in te schrijven, om nog te mogen toetreden tot ons elite-clubje. Uiteraard is dit maar een belachelijk hersenspinsel want op de dag des vaders, waren er ook nog een aantal mannelijke leden die vrouwlief thuis bij de kroost had gelaten. 

Jimmy had echter niet alleen zijn eega meegebracht en haar naar het schijnt met “twee pillekes” geprepareerd, hij had ook nog vader en zoon De Kerpel meegebracht. De ene een ex-renner, en de andere een nog actief coureur. Ook weer aanwezig en met een nog groter palmares, de immer goedlachse pédaleur-de -charme, Jean De Bondt. Maar één van onze allernieuwste leden, Bill, niet Barberis want dat is de Thuis-acteur die al menig vrouwenhart heeft doen overslaan, maar Vandererven, draagt zowaar een prachtig wist-je-datje met zich mee. In 1999 won hij namelijk De Ronde Van Vlaanderen voor juniores in Herzele. Deze jeugdkoers werd trouwens ooit ook tweemaal na mekaar gewonnen door Stijn De Volder, om maar te zeggen dat het geen pannenkoeken waren, die daar de zegetuil in ontvangst mochten nemen.

Bij het aanschouwen van zoveel rennersgeschiedenis bij mekaar, besloop de rest van de leden de angst om te starten. Ook al had de kerkklok zijn galm over het slaperige dorpsplein gestuurd, toch leek menig wtc’er plots last te hebben van acute flanellen benen en knikkende knieën. Gelukkig sprak El Presidente wederom de wijze woorden dat er in twee groepen zou worden gefietst. Gelijk Mozes indertijd op een-ik-en-een-gij de Dode Zee splitste, werd ook de wtc gescheiden van tafel en bed. De laatste twijfelaars sloten nog snel aan bij de koerscoryfeeën en Steven De Kerpel en Jimmy zetten zich meteen op kop.  Jo, onze portrettentrekker schoof bij de B’s aan en nog een nieuw lid in spé, met één van de schoonste alliteraties in voor- en familienaam, sloot ook aan bij de presidentclan.

Vooraan persten de eerste wilde snokken al meermaals het zuur naar de benen, tot Jimmy opmerkte dat Carine ook mee was. Gelukkig voor ons, dat deed het tempo dan ook wat zakken en bijgevolg konden we af en toe ook eens een woord met elkaar wisselen. Toen Kris DB vond dat Steven het tempo te hoog hield, en hij had gemerkt dat hij de route niet op de gps had, riep hij aan een splitsing in Serskamp net een fractie van een seconde te laat : ”Rechts!”, waardoor Steven alleen het bos in was. Toegejuicht door Carine, plaatste ondergetekende zich dan maar eens op kop. Aangezien het tempo in de vijfentwintig kilometer ervoor nooit onder de 32 km/h dook, konden we nu moeilijk voor minder gaan. Het moet echter gezegd dat in het wiel van een ander, in de buik van een groep, het veel makkelijker is dit tempo aan te houden dan vooraan met de wind op de karakterkop. Toegegeven het lentebriesje was amper het vernoemen waard, maar ik zowel als Kris waren meer dan content toen we in Bavegem het verste punt rondden en konden weerkeren met wind in de rug. 

Trouwens Bavegem mag niet verward worden met Balegem, waar jenever en Jean woonachtig zijn. Bavegem is ook niet Bavikhove, want daar hebben ze Bavikpils en Gerrit Callewaert. In Bavegem hebben ze eigenlijk niet zoveel, op gezelligheid, een schoon vergezicht of twee en macadambanen na. Ofwel was het omdat ik door het tempo zo weinig van de omgeving kon ontwaren, dat ik dacht dat er niets te zien is in Bavegem. Vermoedelijk word ik kort na publicatie van huidig artikel overstelpt door boze reacties van de honderden Bavegemmenaren die hondstrouw mijn blog volgen. Enige zin voor humor en ironie is hen dan ook totaal vreemd. Naar het schijnt kunnen ze daar enkel lachen met de elvendertigste herhaling van FC De Kampioenen en een antieke sketch van Gaston & Leo.

Ondanks het hoge tempo viel er al eens een naam van één of twee medeleden die de selectie vandaag niet haalden en met tranen in de ogen in de zetel hun vaderdagbrief tot in den treure zaten te herlezen. Op moederdag de grote Jan uithangen en zogezegd alleen gaan fietsen in volle coronapandemie, maar op dé dag der mannelijk geslacht moeten plooien naar moeders wetten en nu met de net gekregen gebloemde “voorschoot” warme broodjes staan bakken in de keuken. 

Met het De Kerpel-duo echter terug op kop denderden we op de terugweg naar de houten fietsersbrug die Welle met Erembodegem verbindt. Bill, de persfotograaf van dienst, schoot al rijdend ook nog wat kiekjes, die bij aankomst in het lokaal al door Dingen verwerkt én gefrituurd waren tot heerlijke nuggets. Met de veilige afstand als belangrijkste item bij de heropening van ons lokaal werden onze koersmachines bij aankomst op meer dan anderhalve meter van ons in de garage gezet. Waar wij ons neervlijden deed er niet echt toe. Ingrid, bij wie het mondmasker alle uiterlijke kenmerken had van een borstmasker gezien de hoogte waarop het hing, bekloeg er zich over dat zij het heen en weer gestap na drie maanden terug onder de knie diende te krijgen. Rufin, voor de gelegenheid in afslankend zwart getooid, had het stoelzitten na drie maanden duidelijk nog niet verleerd en kon zich nog vrij vlot neerplanten op één der terrasstoelen. Onze waardin had voor de gelegenheid een extra voorraad Orval ingeslagen en deze gingen dan ook vlot menig keelgat in.

Geert, die plots nogal bleek wegtrok, hierbij paniekerig in de zakjes op zijn rug tastend, bleek zijn “pasport” kwijt onderweg. Net nu hij woensdag naar Frankrijk zou afreizen om een nieuwe Belgische kolonie aan de voet van de Ventoux te stichten. Hij zag zich al opgesloten worden in een Franse cel. Gelukkig, net voor afreis huiswaarts, bleek zijn pas in zijn helm gevallen te zijn. Lang geleden dat we iemand nog zo gelukzalig hadden zien lachen.

Tijdens onze ludieke aanwezigheid op het lommerrijke terras, wachtten ons ook nog twee verrassingen. De eerste was de verschijning van Pascal, onze compagnon de route van vele jaren, die door een mtb-blessure maandenlang in de lappenmand had gelegen. Het bleek dat zijn schouderblessure ondertussen volledig was hersteld, want zonder enige hinder of zonder verpinken kon hij weer als vanouds, twee pilskes tegelijk tillen. Ook Constant, de oudste en dapperste der Meldertse fietsers kwam nog eens gedag zeggen. Als krasse zeventiger had hij moedig de corona-epidemie doorstaan, wat van zijn uitrusting moeilijk kon gezegd worden. Hij wist duidelijk niet dat onze retrorit pas binnen twee weken wordt gereden.

Het was lang geleden dat we nog zo genoten hadden van een rit en après-rit. De plannen voor de lange rit van volgende week naar Zelzate krijgen trouwens ook al vorm. Het idee mosselen te gaan eten in de Filippijnen werd gelukkig afgezworen, het is dan ook té lang vliegen voor een kom zeevruchten.

Tot volgende week!

El Churto