Twintig wielerhongerige leden stonden deze ochtend te popelen om te vertrekken naar het exotische oord met lieflijke naam, Lieferinge. Alleen bleek er nogal wat conditioneel verschil op de aanwezige leden. Bovendien bereikten we hiermee net het toegelaten coronamaximum. Maar onze reeds veelbejubelde president vond dat de tijd gekomen was om in twee groepen te rijden. Er zou een snelle groep gevormd worden en een iets minder snelle.
En op dat moment had ik een flashback naar mijn kindertijd. Ik herinnerde mij hoe er uit een grote groep kinderen twee teams moesten gevormd worden. Er werden twee kapiteins aangeduid, meestal diegene die uitblonken in de sport die door de twee teams zou worden beoefend. De twee kapiteins mochten dan eerst onderling een partijtje “voetje zetten”. Beiden moesten op een rechte lijn, pas voor pas, voet voor voet naar elkaar toe komen en wie als eerste op de andere zijn tenen trapte, mocht ook als eerste zijn team beginnen samenstellen. Hierna werd er om beurt gekozen en meestal werden de kneusjes er als laatste bijgenomen omdat het niet anders kon. Omdat ik ooit meermaals als laatste ben moeten blijven staan en ik er nu nog slapeloze nachten aan overhoud, maakte ik dat ik vandaag rap bij het A-team aansloot. Niet dat ik er vandaag de benen en de conditie voor had, na een trailrun op zaterdag met een sloot recuperatiedrank, rosé en Duvel genaamd, erachteraan gegoten.
Zelfs Joris, waarover ik eigenlijk niks meer mag schrijven, kreeg de zenuwen van het gesplits in twee groepen en liet tot tweemaal toe zijn Bianchi op Ingrids plaveien vallen. Van Ingrid gesproken! Om ons allemaal een borst onder de riem te steken, zwaaide onze geliefde waardin ons vanuit haar openstaande velux uit. Jean die al met de fiets vanuit Balegem was gekomen, en waarvan dikwijls wordt gedacht dat hij een dubbele bovenbuis heeft, kreeg het er begot warm van. De president stelde nog voor Jean in de nek te nemen zodat hij Ingrid een gepaste serenade aan haren balkon kon geven, maar met het gesnurk van “dingen” op de achtergrond luid hoorbaar, werd er toch maar geen verder risico genomen.
Parmantig als een pauw dat ik toch maar flink een selectie bij de A’s had versierd, nestelde ik mij in Jimmy’s achterwiel, want in het voorwiel zou al te belachelijk zijn geweest. Met de wind op de freter lieten hij en Dries het tempo niet onder de dertig zakken. Dries zou mij later in de rit trouwens even apart nemen, waarbij hij mij een zakenvoorstel wilde doen om eens vermeld te worden in ons verslag. Aangezien hij zich echter geëngageerd heeft als hoofdsponsor voor het volgende seizoen, mag hij rekenen op enige publiciteit in mijn bescheiden schrijfsels en zal hij te pas en te onpas ten berde worden gebracht. En trouwens, slechte reclame is ook reclame. Hij bleek trouwens nog niet op de hoogte van de tactiek van Jimmy. Deze houdt namelijk het tempo lekker strak op kop. Diegene die schouder aan schouder met hem rijdt heeft aanvankelijk het gevoel dat het wel lekker loopt. Gezellig babbelend en anekdotes ophalend, laat Jimmy heel langzaam, ongemerkt het tempo wat stijgen. Zijn bijrijder voelt dan ook heel langzaam dat zijn energie er geleidelijk uitstroomt als het sap van een traag uitgeperste citroen. Nadat Dries even aan recuperatie toe was in de buik van de veertienkoppige groep, was het de beurt aan Peter. Deze voelde ook al snel dat de kracht uit de benen stroomde. Geheel begrijpelijk aangezien vrouwlief hem eerder op de morgen weer naar de bakker had gestuurd. Nu spurtte hij echter terug met een zwaarbeladen rugzak in plaats van een vervaarlijk zwaaiende kabas.
Jimmys’ wederhelft, Karine had er zich ook aan gewaagd om de A’s te vervoegen. Het tempo dat haar lieftallige echtgenoot er echter op nahield, deed haar toerenteller vooral bergop en bij iedere versnelling in het rood gaan. Gelukkig was er menig hulpvaardige hand die Karine bij wijlen een zetje wilde geven zodat ze weer kon aansluiten. Peter, die ook Bakker Riddy een gelijkaardig duwtje wilde geven, had uit het oog verloren dat hij een twintig kilo lichter woog dan de broodjesbakker. Bijgevolg duwde hij zichzelf eigenlijk achteruit en belandde hij met zijn spiksplinternieuwe Orbea op een haar na de graskant in. Bakker Riddy, ontroerd door zoveel naastenliefde, zette prompt één van Sannes klassiekers in. “Het huis dat tussen de rozen stond” galmde over de weidse akkers rond Lieferinge. Er zal de komende twee jaar geen wild of vogel meer kunnen gespot worden in de wijde omgeving.
Met onderweg nog een wist-je-datje van Jeankipedia die er ons op wees dat we in de verte de molen van kapitein Zeppos konden zien liggen, bleek dat we gezien het strakke tempo wel heel vroeg zouden thuis zijn. Voor de coronamaatregelen zou dit op groot gejuich onthaald geweest zijn, want dan konden we langer in het lokaal zitten. Nu we pas weer vanaf volgende week kunnen genieten van gefrituurde hapjes en schuimende kragen op onze pinten, scoorden wij thuis nog eens goeie punten en “pointeerden” wij zelfs voor half twaalf. Het voorstel van Jimmy om vijf euro uit te leggen, zoals de wekelijkse traditie het wil, zal nog een weekje in de bovenste la worden geborgen.
Omdat ik er eerder op de week trouwens op gewezen werd dat een goed verslag moet zijn als een goei koers, kort, gevarieerd en krachtig zal ik niet meer in de val van vorige week trappen en ga ik mijn wekelijks stukje proza vanaf nu weer in lengte beperken.
Hopelijk verloopt de opening van de horeca op maandag even vlot als de rit die we op zondag afmaalden, en mogen en kunnen wij vanaf volgende week weer gezellig keuvelen, babbelen en uiteindelijk wauwelen.
El Churto