Na de maximale recordopkomst van vorige week toen de president 21 kopjes mocht tellen, zaten we nu in een kleine, tijdelijke impasse. Negen zwartbroeken hadden de donkere wolken en hard blazende wind genegeerd. Er stond dan ook wel een ware klassieker op het programma, namelijk de rit van “’t Geil Krois”. Ooit op het asfalt en beton uitgepijld geweest, middels een geel kruis en pijl, wezen deze symbolen ons indertijd de weg langsheen een prachtrit door het Pajottenland. De tand des tijds, de vele duizenden autobanden en regen en wind, spoelden uiteindelijk deze markeringen weg uit het straatbeeld. Gelukkig reden we de rit zodanig vaak dat ze volledig in ons langetermijn geheugen werd gegrift én ondertussen ook op onze fiets-gps werd opgeslagen. Nog voor ons vertrek echter ondervond ik aan den lijve dat pestgedrag dan misschien wel op de scholen is gebannen, maar dat het in wielermiddens nog schering en inslag is. Omdat ik mij even geografisch vergiste en sprak over de Grotten van Coo, moest ik gedurende de rest van de rit en nog lang erna aanhoren hoe meerdere teamgenoten met mij de spot dreven. Zo hadden ze het dan ook openlijk en zonder gène constant over mijn minuscule vergissing en strooiden zij nog wat meer zout in mijn open wonde door het ook nog over de watervallen van Han te hebben. Ja het is plezant bij de WTC, als gij het niet zijt waarmee ze lachen. Maar coureurs zijn harde bonken die met hun benen antwoorden en die de vuil muilen op de hellingen het zwijgen opleggen.
Net toen we hadden aangezet, kwam één van onze meest recent aangesloten teamleden, Bill, nog rap ons negental vervoegen. Na zijn wind-tegen stage naar de kust mocht hij vandaag niet ontbreken nu ze vier Beaufort hadden voorspeld. Op de vraag waar schoonbroer Jimmy en Carine waren, antwoordde hij dat ze de coronavlieger naar Spanje hadden genomen. Waarna hij de one-liner :”Ontspan je in Spanje!” er fluks achteraan gooide. Dat dit wielerkoppel de zon verkoos boven ons gure herfstweer in de zomer, kunnen we hen niet kwalijk nemen. Een ander wtc-koppel zou trouwens wederom in de buurt van de Mont Ventoux gespot zijn, u weet wel, de puist van de Provence waar het ooit heerlijk toeven was. Na de passage echter van Geert, onze vastgoedmagnaat die de helft van deze prachtige landstreek onder het beton heeft gekapt, zetten de huizenprijzen daar een serieus dalende trend in. Het zal nog ettelijke jaren duren eer de prachtige lavendelvelden zullen gesaneerd zijn nadat Geert abusievelijk zijn coffrage wat te klein had gemaakt en de natte cement de landerijen onderzette. Hij staat ondertussen geseind in Frankrijk en hij is ondergedoken in onze gelederen. Want toen hij ondergetekende vroeg, na 25 kilometer, of ik op kop ging blijven rijden, borg hij zijn idee tot overname op de kop maar snel weer op. Hij realiseerde zich namelijk snel dat hij veel te veel in de kijker zou fietsen vooraan in het peloton, waarna hij zich maar weer verschool in de anonimiteit van de buik van de groep.
Net voor Strijland, diep in de Pajottenlanden, viel ons aller mond even open van verbazing. Op een kronkelende landweg, naderden wij twee vogels die zich op het asfalt te goed aan het doen waren aan een gesneuvelde duif. Hoe dichter wij kwamen hoe meer wij ons realiseerden dat het hier niet om twee kleine huismussen ging. Toen de twee ons opmerkten, spreidden zij hun machtige vleugels en stegen krijsend op. Bleek het hier om twee majestueuze buizerds te gaan die nog stukken vlees van de onfortuinlijke duif tussen de klauwen hadden. Van zoveel kracht en gratie werden we toch wel even stil. Nochtans werd er de hele rit, althans de helft met de wind in de rug, gelachen, gezeverd en gedold. Enkel Pascal, die nog niet op zijn topniveau van weleer zat, vond de vele hoogtemeters maar niks. Jos die ondertussen wonderbaarlijk hersteld is van een doodsmak van zijn dak, pijnigde de lijdende Pascal nog meer, door er bij iedere halve percent stijgingspercentage een snok aan te geven. Hoeveel de ene de andere binnensmonds moet hebben verwenst, was vandaag niet te tellen. Vermoedelijk zullen de rollen ooit nog wel eens omgedraaid worden, en zal Pascals wraak dan zo zoet smaken als kandijsiroop.
Jo, die ondanks zijn optimale fysieke conditie van het moment, er maar niet in slaagt ook maar één meter op kop te rijden, zal toch ooit eens uit zijn pijp moeten komen. Wie zich continu wegsteekt, zal nooit een koers winnen. Ge moet geen ervaren wielerkenner zijn om dit begrijpen, maar bij onze portrettentrekker lijkt deze wijsheid toch nog niet goed te zijn doorgedrongen. Bovendien tracht hij zich dan in de gratie van onze grote leider te wringen, door andere jongens, die toevallig niet getooid zijn met de nieuwe, verplichte wtc-kousen, bij de president te verklikken. De collaborateurs zijn na den oorlog ook op ne serieuzen becq de gaz gelopen.
Wie echter wel kwistig was met zijn krachtenarsenaal, was Jo’s schoonbroer Kris, die het kopwerk verre van schuwde. Uiteraard bekocht hij dit op de laatste hellingen en kwam hij dan tot de pijnlijke conclusie dat zijn benen vandaag toch niet zo goed waren als hij aanvankelijk dacht. Ja, het moet pijnlijk zijn bergop uit het wiel gereden te worden door diegene die twee uur eerder nog het middelpunt van pesterijen was. Wraak kan wel degelijk zoet smaken.
Uiteraard is enig haantjesgedrag de WTC totaal vreemd. U begrijpt dat ik hier niet au sérieux hoef te worden genomen en dat een steek of plagerij net de hoofden alert en scherp houdt. Want soms zit een ongeluk in een klein hoekje. Zo raakte de andere Kris even - in een moment van onachtzaamheid - met zijn voorwiel naast het asfalt in de lager gelegen zachte berm. Zijn dikke crossbanden en stuurmanskunst hielden hem echter wonderwel recht en met een kleine sprong nestelde hij zich weer tussen de rest. Het zou pijnlijk geweest zijn mocht hij nu een accident de parcours hebben opgelopen, net nu zijn trouwe levensgezellin er eens niet bij was.
Met een tweetal kleine regenbuien die onze bezwete hoofden wat afkoelden, haalde ieder van ons de eindstreep waar wij wederom verwend werden. Ingrid, Davy’s favoriete barmoeder, was eerder in de week verjaard, en trakteerde ons op een natje en een droogje. Bill, gespaard gebleven van enige schaamte, vond wel dat het al veel minder was dan vorige week. Hij zal in de toekomst moeten oppassen want dingen, de trouwe waakhond van Ingrid, hield hem vanonder zijn borstelige wenkbrauwen scherp in het slaperige oog. Na een tweetal Orvals werden plots hele scènes uit Willy’s en Marietten en In de Gloria ten berde gebracht. En zo eindigde ook deze rit weer in een gezellige, kameraadschappelijke sfeer.
Volgende week zal ondergetekende geen rit of verslag publiceren, aangezien mijn aanwezigheid in het verre Oostenrijk is vereist. Ik ben er zeker van dat het niveau van mijn vervanger dat van mij bijna zal evenaren. Bijna, want er kan uiteraard maar één iemand de beste zijn.
Tot één dezer!
El Churto