Retro versus Remco

Bij het opstellen van de seizoensagenda van ons bescheiden Melderts clubje, had niemand ooit kunnen bevroeden dat onze Retrorit zou samenvallen met een historische gebeurtenis. Wie had in maart kunnen voorspellen dat Remco’ken op 11 september 2022 de Vuelta op zijn naam zou schrijven? Wie dit toen voorspelde moet ofwel een waarzegger zijn geweest, die het beste zou beginnen spelen op Euromillions en de gewone Lotto samen, ofwel poepeloere zat moet geweest zijn terwijl zijn copains hem stonden uit te lachen met zijn zat gezever. Maar ‘De Ket op ne Koersvélo’ moest op zondagnamiddag enkel en alleen nog het criterium van Madrid zonder kleerscheuren halen en eeuwige roem zou zijn deel zijn. Uiteraard haalde hij de eindstreep zonder averij en kleurde de hemel boven Madrid rood terwijl de schaarse wolken de naam Remco tekenden in de nazomerse lucht. 

Het is enkel de groten gegeven dat er zowel maniakale voorstanders zijn als die-hard tegenstanders. Remco verdeelt de wielerliefhebbers in twee kampen, de pro’s en de contra’s, en uiteraard zullen nu plots wel ontelbare tegenstanders ook voorstanders worden. En wie hem ook maar van verre of van dichten heeft ontmoet, of iemand kent die nog iemand kent die hem heeft ontmoet, zal op café tussen pot en pint dwepen met zijn naam. Zo stond dit weekend in een hoog aangeschreven Vlaamse krant, en het was niet HLN, een artikel over jongens die ooit tegen hem hadden gekoerst bij de juniors. Ze hadden zelfs iemand gevonden die van hem gewonnen had! Dat het toen pas Remco’s tweede koers was, was dan ook maar een verwaarloosbaar detail. In ieder geval zitten we als Belgische wielerfanaat de volgende tien jaar gebeiteld met Van Aert, Evenepoel en “Cian, Out of the Pants, Uyttebroeckx”. Hopelijk maakt onze Meldertse Gil Gelders ook heel binnenkort de sprong naar de eeuwige roem.

Maar wat is er schoner als de vroegere coureurs die nog niet beschikten over wattagemeters, voedingssupplementen, aërodynamica, carbonnen monsters en gediplomeerde begeleiders. De strijders op de fiets van weleer, moesten het doen met een loodzwaar masjien, wollen truien, “sossisenhelmen” en een karrenvracht doping. Om die mannen te eren en zelf eens het gevoel te hebben dat het mens tegen de natuurelementen was, rijden wij ieder seizoen onze retrorit. En bij iedere editie zetten wij koers naar hetzelfde keerpunt en tevens rustpunt. Café Berghof bij Claude, evenwel ondertussen zonder zijn geïmporteerde Babi Pangang (nummer 32 op het menu van restaurant De Chinese Muur), zou ook op Remcozondag onze bestemming worden. Achttien retrofanaten, de ene al wat meer retro dan de andere, stonden piekfijn uitgedost om half negen aan de start. 

De prijs van meest “affe” lid ging wederom nog eens naar de Jean. Met zijn perfect afgewerkte en opgepoetste, roze, retro Pinarello, zijn wollen Sanson Gellato trui, zijn originele wollen broek en nog steeds tikkende vintage Rodania, was hij weer tot in de puntjes samengesteld. Hij kon zo uit een Panini-plakboek uit de jaren 60-70 gestapt zijn. Uiteraard is hij dan ook een ladies-magneet, weliswaar circuleert de leeftijd van de welwillende dames om en bij de 75 jaar, maar hij zou ook nog makkelijk hun dochter en zelfs kleindochter aankunnen. Maar we mogen onze vriend niet te veel bewieroken of hij krijgt weer de capsones uit de tijd dat hij koerste. 

Het parcours was zodanig uitgestippeld dat we hier en daar nog straten, landschappen en nederzettingen doorfietsten die eigenlijk al minstens 50 jaar onveranderd zijn gebleven. Zo doorkruisten we de arbeiderswijken van Denderleeuw waar de vroegere, pintendrinkende en vrouwentikkende fabrieksarbeiders ondertussen hebben plaatsgemaakt voor een mengelmoes van nationaliteiten die zich vooral in Afrika situeren. Dit verklaart ook waarom er daar op zondagmorgen nog geen kat op straat liep en het bijgevolg rustig fietsen was. Via de knappe fietsersbrug over de Dender mochten wij ons te goed doen aan de kasseitjes op het dorpsplein van Denderleeuw waar wij evenwel bijna van de weg werden gemaaid door een containercamion. Ook in lang vervlogen tijden was het uitkijken voor automobiles die vanachter de hoek kwamen, hoewel de kans toen veel kleiner was dat ge op een zondagmorgen werd aangereden als hedentendage.

Maar ook hier raakten we zonder antieke kleerscheuren doorheen. Via menig garageverkoop, waar al eens een lokaal viswijf er ons attent opmaakte dat we daar niet mochten fietsen terwijl ze zelf haar auto aan het uitladen was en bijgevolg de sense-unique had genegeerd,  baanden wij ons een weg richting het landelijk landschap rond Aspelare en Sint-Antelinks. Ik heb mij daar trouwens afgevraagd of er dan ook een Sint-Anterechts bestaat zoals er ook een Everbeek-Boven en Everbeek-Beneden is. Maar dat zal wel aan mijn uiteraard rare hersenkronkels liggen. 

Ondertussen hadden we alle moeite om de dichte mist te doorklieven en af en toe doemde er eens een koe op uit de dikke melkpap en stond ons te begapen net als de koeien de Flandriens in de jaren zestig moeten hebben aangestaard. Jean, sloeg ondertussen al redelijk bleek uit, want de vochtige mistlucht en de aarde die tractoren op de rijbaan hadden achtergelaten, lieten toch wel wat vuilsporen op zijn Pinarello achter. Die zou weer volledig uit elkaar moeten en Jeans voorraad oorstokjes waarmee hij zijn ketting poetst, zal er ook weer rap door zijn. Die gepensioneerden hebben blijkbaar toch tijd met overschot als ik het zo hoor.

Om twintig voor tien streken we als eersten neer op het terras van café Berghof. Claude had rap zijn “moe” opgebeld om een handje te komen toesteken. Zonder Filippijnse of Thaise hulp blijkt het niet eenvoudig om een café én b&b te runnen. Gelukkig was de kranige zeventiger in de weer met koffies en Enames alsof ze slechts dertig was. Eén puntje van serieuze kritiek wel, ze was begot de Scalle zijn pilsken vergeten! Hoe kon hij nu op professionele wijze recupereren als ze zijn sportdrank vergeten. Gelukkig werd deze bijna onvergeeflijke fout snel hersteld. Na menig dame-blanche-achtige warme chocomelk, koffie mét advocaat, Enames en Orval waren de batterijen weer opgeladen. Yves probeerde ook een pilsken, maar kwam snel tot het besluit dat zijn duik in de Duvel op zaterdag hem meer als windeieren had gelegd. Hij schakelde dan maar over op cola. Dit zou hij later bij Ingrid wel rechttrekken.

Kort na ons vertrek diende de Poggio van Sint-Antelinks zich al aan. Wederom ondervonden wij aan den lijve dat de huidige carbonnen paradepaardjes heel wat makkelijker bollen dan de oude stalen en aluminium tweewielers. Boven werd er uiteraard op elkaar gewacht en daarna koers gezet naar het centrum van Aalst waar wij nog even poseerden voor de Zwarte Man en de veelkleurige Huizekes in de Peperstraat. Daar had uiteraard een egoïstische dame haar aftandse kar zodanig geparkeerd dat we ons gezelschap amper deftig op de foto kregen zonder dat het stuk oud ijzer erop stond. Maar met wat gewring in bochten slaagden we er toch in om een foto die kon dienen, te nemen. Met dank aan een vroege terrasbezoeker die doorhad dat wij WTC De Faluintjes waren en die onmiddellijk belangeloos zijn fotografische diensten aanbood.

Van in Aalst ging het nog in één ruk naar Ingrid’s terras waar het meer dan ooit duidelijk was dat het einde van het seizoen nadert. De koizekes en salamikes werden vervangen door 4 peperkoeken van de Meli die wel heel dicht de vervaldatum naderden. Maar met wat antigif onder de vorm van pils, kriek of Orval konden zij toch nog de opkomende honger stillen. Hoewel bij Jean en zijn wederhelft Patricia de libido snel werd aangewakkerd door de honing in de koeken. Ze deden daar nog vlug hun eerste ontmoeting uit de doeken met aangedampte ruiten en andere sappige details, die ik u ga onthouden want er lezen ook kinderen mee. 

Volgende week zaterdag is het ons wereldbekend kip-en ribbetjesfestijn in de zaal bij Ingrid. De kans is dan ook groot dat er op zondag niet zal worden uitgepakt. En een verslag over een eetfestijn lijkt mij ook niet meteen de meest boeiende lectuur. Bijgevolg zal ondergetekende een weekje moeten overslaan. 

Tot binnen veertien dagen!

El Churto