Remco! Remco! A moeder es een toffe…

WK voetbal in Qatar, WK wielrennen in Australië, wat gaat het volgende zijn, de Olympische Zomerspelen op Antarctica? De Winterspelen op Vuurland? Wie haalt het in zijn hoofd om de Europese renners zodanig te ontregelen door jetlag dat ze amper de slaap kunnen vatten, wakker gehouden worden door feestende pubers, in een Hollandse colère schieten, de twee puistenkoppen daar op een oorvijg en een pak drop voor hun poep trakteren waarna de Australische flikken desbetreffend renner in de boeien slaan en hem weer tot vier uur wakker houden. Ja Patrick Lefevere is ver gegaan in de psychologische oorlogsvoering want uit goeie bronnen, van mijn Australische collega’s, heb ik vernomen dat het zijn kleindochters waren die Matje uit zijn schoonheidsslaapje hielden. Soit, hij moest maar op een Energetics-matras geslapen hebben, hij zou als een roos hebben geknord. Dat was dus al één concurrent uitgeschakeld. Met Wout Van Aert zou het iets moeilijker gaan aangezien hij op dezelfde gang als Remco sliep. Dan moest het maar in de koers gebeuren. 

En ja patat, op dik dertig kilometer van de streep, als iedereen gezellig uit zijn neus zat te eten, op een stuk parcours zo vlak als de pannenkoeken van mama Agna, schoot de Remkogel er vandoor. Om dan al vliegend even Urbanus, ook uit het Pajottenland trouwens, te citeren : “Al wie mij volgen wil zal heel rap moeten fietsen!”. Nog één Kazakkenkeerder probeerde in naam van nonkel Vinokourov de Remco nog een dikke villa met zwembad en Zastava in Nursultan aan te bieden maar de Ket van Schepdaal had er geen oren naar en liet ook Kameraad Lutsenko achter als een facteur zijn geposte brieven. Ondertussen zaten Carl en José zich in de studio te verslikken in hun zondagse croissant en fletse VRT-koffie. Superlatieven à la Merckxiaans en nooit gezien, vulden de ochtendlijke huiskamers. Velen thuis, nog met de slaapprut in de ogen en den ODOL in de slip, wreven zich vol ongeloof in de ongekamde haren, vleiden zich neder in de sofa nadat ze chiuaua Mirza even hadden uitgewrongen in de koude ochtendzon. 

Maar zestien WTC-strijders daagden tijdens de grote finale van dit grote WK Down Under gewoon op voor de laatste rit. De afwezigen zullen wel allemaal een goeie reden hebben gehad maar tegen het middaguur zou blijken dat ze nu wel eens echt ongelijk hadden om er niet bij te zijn! Voor aanvang van de rit hing Jo Le Roi tegen de gevel van Ingrid omdat hij zo beter beeld had op zijn kamerbrede gsm. Schoonbroer Kris DB had zowaar een breedbeeld flatscreen op zijn stuur gemonteerd en Peter had met een “spannadra” een oortje weggemoffeld, in zijn oor dan nog wel. De ochtendlijke kilte had er voor gezorgd dat we onze langere ledematenbeschermers nog eens uit de kast mochten halen, hoewel de beklimming van de Lepelstraat na goed twee kilometer, de hartslag en de lichaamstemperatuur al goed deed stijgen. Via Asse ging het nog maar eens naar Bekkerzeel om dan via Dilbeek richting Anderlecht te duiken en na het kruisen van de Appelboomstraat via een kasseiafdaling in Neerpede te belanden. Passeerden we daar toch wel heel toevallig aan het trainingscentrum van RSC Anderlecht zeker! Op dat moment was Remco’ken in Wollolongollogong al alleen over de streep gekomen, en laat Anderlecht nu net de club zijn waar hij zijn eerste topsportprestaties leverde. Wij allemaal gretig in de remmen en vollen bak poseren voor het Anderlecht logo. Zelfs de Scalle, van nature een Clubsupporter, voor de rest nen toffe pé zenne, poseerde iets minder gretig mee.  

Via de residentiële buitenwijken van Anderlecht waar een halfzochte Marolien ons aanmoedigde, bereikten wij het jaagpad langs naar ik vermoed het kanaal Brussel-Charleroi, of zoiets. En aanvankelijk vlot bollende asfalt veranderde plots even in kassei, steenslag, stukgesmeten glas en zwerfvuil. Gelukkig voor onze banden was het maar van korte duur en eens in Ruisbroek, met de prachtig gerestaureerde Moulins de Ruysbroeck, mochten we over een prachtig breed en nieuw jaagpad vlammen. Weliswaar maar tot in Lot waar we via een slingerende fietstunnel de spoorweg onder moesten. Eens in Beersel, voelde Kris Lelie de bui al hangen :”Toch niet dat kasseibaantjen é? Daar komt geen eind aan!”. Toch wel. Maar het kasseibaantje was ondertussen ook wel gedeeltelijk geplaveid met omhooggeduwde klinkers en betonplaveien. Met de ochtendzon op de berijpte groene hellingen en de krassende kraaien in de bomen leek het wel alsof we door een sprookjeslandschap reden. Ik stel dat hier nu wat mooier voor dan het was want ik had het parcours gebouwd en ik wil hier al wat opstekende kritiek pareren. En als slot aan de kilometers lang slingerende Zennebeemden volgde nog een steile klim tot aan de Brouwerij van Oud Beersel. Tijd voor een geuze of platte lambiek hadden we niet, want net als het bier was het idee gerijpt om even langs te fietsen aan café De Rustberg, hét supporterscafé van de Aërokogel. 

Kris DB zette daar snel een nieuwe route in zijn breedbeeld-TV op zijn stuur en wij op weg naar Schepdaal. In het naastgelegen dorp Sint-Gertrudis-Pede was het nog allemaal peis en vree en kwamen de dorpsouderlingen nog maar net uit de kerk na de vroegmis. Een kilometer of twee verder begonnen rode straatschilderingen, vlaggen en wimpels al aan te geven dat we echt in Remcountry waren. En ja voor café De Rustberg stond al een mensenzee, met en zonder vélo te hossen en te hijsen op de tonen van het ene foute nummer na het ander. Ons Agna’ken, mama van Remco, stond al bovenop het gloednieuwe Remco-standbeeld te hakken dat het een lieve lust was, geflankeerd door nog twee andere wulpse deernes van middelbare leeftijd. Kort daarna besteeg ook ons Oumiken (lief van Remco) en Mamoumi (mama van Oumi van Remco) de pied-de-stal. Onzen Alex, diep ontroerd door al dat volks vertier daalde neder van zijn gigantische fietskader en bestelde ons daar direct en stante-pede negen pilskes. Neen, niet per man, maar in totaal. De Scalle, al een ganse rit last van zijn linkerhand, had gelukkig zijn rechter nog vrij om zijn favoriete recuperatiedrank aan de lippen te zetten. Frederik Penne, patron van café Gidon in Geraardsbergen, nog een supporterslokaal van Remco, deelde eveneens pilsbieren uit aan alle Geraardsbergse wielertoeristen die waren afgezakt. Maar aan alle schone liedjes komt een einde, en wanneer “Vlieg met me mee” van Paul De Geeuw door de boxen schalde, was het tijd om aan te zetten richting Affligem. 

Maar onderweg net voor we de fietsostrade aansneden, viel het ons op dat aan de andere kant van de ijzerenweg een tenten-en camperpark was opgesteld. De zoete geur van benzine en olie kwam ons tegemoet en we bleken getuige van een start op de GP Polspoel voor crossmotoren in alle categorieën. Onze prachtige tluo-uitrusting zou zo nog bezoedeld worden door wevliegende modderkluiten, graszoden en mosdoddens! Wijlen weeral weg! Dan hadden onze C’s, met drie vrouwen in hun midden, meer oog voor het natuurschoon en poseerden zij romantisch gaandeweg tussen de zuiderse zonnebloemen waar wij kort nadien een pisstop inlasten. 

Via de prachtige fietsostrade ging het nu op en af richting complex den Bellekouter. Daar deed onze copain Jean een acte de présence op de sluitingsrit van de Corsa Campagnolo. Jean had zijn volledig museum leeggehaald en stelde zijn prachtig gerestaureerde paradepaardjes ten toon. Blinkend tussen al dat opgepoetst chromé leek hij plots nog tien jaar jonger als de vijfenveertig die hij er maar uitziet. Kris Lelie had bezwaarlijk geopperd dat hij anders dicht genoeg bij het containerpark stond met al zijn oud ijzer maar onze mond viel echter open van verbazing hij het aanschouwen van zoveel retro-schoonheden. Ook broer Hans De Bondt kwam ons nog even gedag zeggen, wij hopen hem trouwens volgend seizoen terug in onze rangen te mogen sluiten. Ook hier moesten we nog een pilsken tot ons nemen. Gelukkig was Jeans Patricia erop voorzien en konden we daar ook nog een belegd sandwichken tussen de kiezen steken. 

Met de benen leeg en de maag vol, vatten wij de laatste etappe, zowel A,B & C samen, aan. Die parcoursbouwer moet nogal een kei zijn zeg, dat hij dat allemaal zo schoon kan laten uitkomen en samenvallen. Ten huize van Ingrid zat Dingen ondertussen te kniezen in zijn lege en donkere zaal. Angstvallig hield hij de wegtikkende wijzer van zijn wandklok in de gaten, vrezend dat zijn copains hem na zijn emotioneel dipje van vorige week links zouden laten liggen. Uiteraard fleurde hij dan even hard op als zijn fleurig hawaïhemdje wanneer hij ons zijn koerke zag opdraaien. Onmiddellijk nam hij zijn bierkaartje en beste Bic ter hand om onze bestelling te noteren en als de wiedeweerga te brengen. Nog een mens die we met de WTC gelukkig hebben gemaakt. 

Nakeuvelend onder de herfstzon, genietend van een bijna vervallen chocoladewafel, mijmerden we over het voorbije seizoen. Johan opperde om ook eens een Corsa Campagnolo-rit te rijden gezien de penibele kwaliteit van de seizoensritten maar werd onmiddellijk geriposteerd dat we gestopt waren met georganiseerde ritten te rijden net omwille van de onveiligheid. Ach ja, het zijn de dwarsliggers die de sporen samen houden zeker. 

In ieder geval kunnen we weer terugblikken op een prachtig seizoen, met zonovergoten ritten, zonder zware val of andere partijen. Kameraderie en gezelligheid waren opnieuw de troeven die ons klein clubje uniek maken. Het fietsweekend, ons eetfestijn, de retrorit, volgende week de kroegentocht zorgden er weer voor dat ieder zijn gading moet hebben gevonden. En werd er al eens gevlamd, dan werd net zo dikwijls “gecruised”. Naar wij vernamen zal één van onze trouwe leden verhuizen naar het verre Limburg. Wij wensen hem ginderachter ook veel fietsplezier en hopen dat hij daar ook bij zo een clubje terecht komt. 

Tot volgend seizoen en hou het gezond en veilig!

El Churto