Een heroïsche start….

Bij de eerste rit van ieder seizoen is het in spanning afwachten en reikhalzend uitkijken naar wie er nog wat winterkilootjes meezeult, wie de overtollige ballast reeds heeft afgeworpen, wie er ambitie heeft om van C naar B of van B naar A te schuiven, of eerder in de andere richting wil evolueren. Bij het krieken van de dag, bekroop de kille, vochtige ochtendgrijsheid al gauw onze stramme winterknoken. Een snelle blik op de buienradar leerde ons dat er mogelijk een winters buitje ons pad zou kruisen. Toch blijkbaar niet echt iets om ons zorgen over te maken zou een immer vals optimistische, beetje sadistisch lachende Frank De Boosere ons ongetwijfeld vertellen, mocht hij zijn weerpraatje om 7:00 uur op zondagochtend geven. Als om 07:30 uur dan ook nog wat regendruppels de terrastegels aantikten, besloop de vrees menigeen dat hij of zij alleen aan de start zou staan. 

Maar zo bleek om 08:30 uur dat er wel degelijk twintig diehards zich getooid hadden in alle mogelijke combinaties en vormen die onze fluo-uitrusting ook maar enigszins toelaat. Regenjasjes, buffjes, handschoenen met en zonder vingers en de Jean droeg zelfs wanten die zijn handen zowaar op “mollenpootjes” deden lijken. De prille zestiger had dan ook al de oversteek moeten maken vanuit het verre Balegem en had daarbij alle mogelijke winterse weertypes moeten doorkruisen. Maar zijn ochtenderectie, pardon humeur, kreeg terstond een boost van zoveel aanwezigen. Er mochten zelfs twee debutantes worden verwelkomd - mochten het mannen zijn geweest, waren het dan debunonkels? - in ieder geval Katrien en Yentl hadden ook de “slapers” uit de ogen gewreven en stonden fris als een winterhoentje te trappelen van ongeduld. 

De President blonk zowaar van trots door zoveel overgave bij zijn onderdanen. Zijn stem schalde dan ook als een misthoorn wanneer hij het startschot voor de C’kes gaf. Aanvankelijk met vijf, maar een fotogenieke Hans Van Den Meerssche voegde zich in de afdaling van de Affligemdreef nog bij hen en samen met Wendy, Kris DB en André, vertrokken Katrien en Yentl voor een vlakke rit van een zestigtal kilometer. Het moet echter gezegd dat de teleurstelling van Hans op zijn gezicht stond af te lezen. Met de haren strak geföhnd, de tanden “gebleecht”, en de wangen gebronzeerd was hij klaar voor zijn elvenzestigste groepsfoto. Helaas, driewerf helaas, dit knuffelmoment werd uitgesteld naar volgende week ingevolge het slechte weer. Maar uitstel is geen afstel, heeft de President beloofd.

Een speciale vermelding gaat vandaag uit naar een verloren zoon die opnieuw zijn opwachting maakte. Steven DB, na jaren van gezondheidsperikelen en intensief biljarten op topniveau, voelde sinds vorig jaar opnieuw de wielermicrobe kriebelen, gaf eraan toe, werkte in den duik aan de conditie en stond vanmorgen als debuterende aspirant te blinken van trots. Wij heten hem uiteraard opnieuw van harte welkom als soldaat van het eerste uur.

De CEO van de WTC, gaf vervolgens na de C’s ook de A’s de sporen, er bougeerde echter niemand, naar ondertussen aloude traditie. Hierna vierde hij dan ook de teugels van de B’s waarna 15 getrouwen in de verkeerde richting de kasseien afdokkerden. Onmiddellijk sloegen een aantal Garmins in alarm en anderen gaven dan weer aan dat de rit al gereden was. Parcoursbouwer Jo is toch een schalkse grapjas é, ons zo op het verkeerde been zetten. Maar algauw zaten we op het juiste parcours, het rechte spoor als het ware. Gezien het nat op de rijbaan was het van meetaf aan al direct de ogen dichtknijpen tegen het opspattend water en aanverwanten. Als ik mij niet vergis proefde ik meerdere keren een waterige oplossing van een paardendrol van een goed jaar. Peter en Steven N. hadden het slimste voor en reden van in den beginne op kop, zo hadden ze toch geen last van het opspattende nat afkomstig van de collega voor hen. Om te vermijden dat iemand anders Peter van de kop zou dringen, had hij voor de zekerheid zijn rijbaan-breed stuur gemonteerd. Degene die dat onding ooit inpakte bij Ali-Express en het naar Peter verzond, heeft nog altijd kolieken van het lachen naar het schijnt. De Jean kreeg het er begot van op zijn heupen, maar dankzij Peter’s stuur hadden we in ieder geval geen last van overhangende takken, lianen, kontjeshoog gras of overwaaiend riet, hij maaide namelijk alles mee dat naast de rijbaan stond. Enkel de verwarming waren ze in zijn stuur vergeten steken, want naar het einde van de rit toe, voelden zijn handen blijkbaar aan als de ballen van een pas geschoren ijsbeer.

Alsof de ochtendlijke kou nog niet voldoende was echter, begon het in de omgeving van ons verste punt, zijnde de E17 in Lokeren, danig te ijsregenen. Het water sijpelde al snel via de bilnaad, de benen af, recht de sokken en schoenen binnen. Bijgevolg begonnen de tenen zich nu ook te voelen als ijsblokjes met Affligem kaassmaak. Oké, hier en daar overdrijf ik misschien heel lichtjes, maar de coureur die ik nog eens hoor zeggen dat “dat nu echt zijn weer is”, die moeten ze direct aan de leugendetector hangen, want met die muts en helm zou je dat zwart kruis op zijn voorhoofd niet zien. 

Wie vandaag de prijs voor meest “underdressed” kreeg, was wellicht Alexander die zich blijkbaar enkel had getooid in een koerstruitje met lange mouwen en een mouwloos windstoppertje. Dat is nogal eens iets anders dan bij 22 graden den “doemp” uit de Zwift-rollencombinatie te doen slaan. Ook de Sven, nog zo een salonZwifter, zou achteraf op Strava posten dat hij dan toch liever op de rollen rijdt, ik zou hem bijna gelijk gaan geven zijn. Maar wat is er mooier dan in de snijdende wind, de striemende ijsregen op de halfverdoofde wangen te voelen prikken, of voelen dat de Durme zich een weg baant vanaan de onderrug tussen de twee samengeknepen billen om dan uit te monden in de vijvers die zich reeds in de schoenen hebben gevormd. Dat gevoel gaat nooit geëvenaard worden door een virtuele tekenfilmrit. Spreek mij tegen als ik ongelijk heb. Maar eerlijk toegegeven, met de tanden klapperend op elkaar tikkend begon ik mij toch ook te beklagen dat ik ooit mijn rollen tweedehands had verkocht.

Maar op de terugweg, met de wind in de rug, werd één van de oudste spreuken ter wereld :” Na regen komt zonneschijn”, nog eens kracht bijgezet. En ja, daar priemde heel even een flauwe waterzon door de donkere wolken. Net genoeg om even de stramme knoken wat weer op te warmen. Net zoveel zelfs om de President te doen weigeren als Jo voorstelde om de rit wat in te korten. Ach wat, we waren nu toch al nat, vuil en onderkoeld. Ondertussen lonkte de gezellige warmte van Ingrids mazoutstoof al om de hoek.

Bij aankomst zaten Katrien, Kris en André zich al te goed te doen aan een warme choco van ’t paksken. Echter was Katriens wederhelft onderweg beginnen demarreren weg uit ons peloton en bleek hij niet gearriveerd. Big Brother gewijs kon Katrien echter op haar smartphone zien dat Alex al veilig en wel thuis was. Groot was echter onze verbazing toen we bij het bekijken van de profkoers de GP Monserré kort na de middag, den Alex daar in vierde positie in het peloton zagen meerijden dat trouwens door een andere Meldertse prof, Gil Gelders op sleeptouw werd genomen. Jo kreeg er naar eigen zeggen “kiekenvel” van. Ja, ons hartje glimt dan ook een klein beetje van trots dat een Meldertenaar zich lid mag noemen van het Soudal-Quick Step Devo team. Wij hebben nog gezamenlijk ballekens in tomatensaus gegeten op het eetfestijn dat hem wat financiële ademruimte moest geven. Als de Gil ooit door omstandigheden niet meer welkom zou zijn, bij Patrick Lefevere, zullen wij hem net als Steven DB met open armen ontvangen. Maar eerst moet de Gil minstens nog wat klassiekers winnen, zodat we dat lelijk hopmonument kunnen vervangen door een ander, echter standbeeld.

Hopelijk kunnen we volgende week starten met beter weer, en kunnen we eerst weer allemaal ons gezicht in de juiste plooi trekken voor ons jaarlijks staatsportret. Ik kan ondertussen al 17 seconden de buik intrekken, met wat oefening moet ik tegen zondag zeker de 20 halen. Tot dan!

El Churto