(alle foto’s vind je op deze LINK)
De tweede dag van ons Duits drieluik diende zich al vrij vroeg aan. De inwendige coureur werd snel versterkt met een copieus ontbijt te grabbelen van het overvloedig buffet. Aangezien er op vrijdag 120 km en 2000 hoogtemeters op het programma stonden, was het nodig om de maagskes goed te vullen met koolhydraten en andere energieleveranciers. Maar een indigest eten was ook uit den boze want iedere kilo extra die moet omhoog gesleurd worden, lijkt er tien te veel. Vandaag zou Dirk een dagje de kat uit de boom kijken, de plaats van Nancy in de volgauto innemen en zich een dag Patrick Lefever wanen op stage met de jongens van Quick Step, gezien de talrijke atletische lichamen binnen de WTC is de vergelijking met de profs dan ook volledig logisch en terecht. Katrien liet zich op vrijdag vervangen door Alex, die door zijn lengte toch al rap een hoogtemeter of twee voorsprong heeft op de rest. Katrien zou de mama’s en de kids vervoegen op hun trip naar Phantasialand, waar wachten en aanschuiven blijkbaar tot kunst wordt verheven.
Na nog maar eens een groepsfoto met de Rijnvallei op de achtergrond, doken wij wederom de hotelberg af en reden nog maar eens naar de Peterberg. Kris, naast de Reiseführer ook de Radfahrwegführer verklapte dat we de Peterberg niet opnieuw tot boven zouden beklimmen, hetgeen toch al een beetje een geruststelling was gezien het opgelopen trauma van de dag ervoor. Deze keer zouden we ergens halverwege linksaf moeten slaan, en dat deden we ook, alleen sloegen we af op het verkeerde pad. De weg waar wij op zaten bleek een privé-aangelegenheid recht naar het hotel waar Michaël Schumacher ooit huwde. Om te vermijden dat Schumacher revalidatiegewijs met een getunede rollator vanuit de haarspeldbocht op ons zou inrijden, keerden wij maar snel om en vonden het juiste pad. Hadden we het maar niet gevonden, want het was steil! Maar dan echt megasteil, percentages boven de 18% verschenen op de schermpjes van onze Garmin. De harten bonkten in de keel, bloed suisde in onze oren, en onze beenspieren spanden zich als strakgespannen meertouwen, allé bij de ene al wat meer dan bij de andere. Yves, blies kortstondig zijn Formule 1-motor op en moest even voet aan grond zetten vooraleer hij zou omvallen. Ook Stefano Di Lungo zette zijn 47 op het steile asfalt en overpeinsde in een flits zijn leven, terwijl hij hoestend en proestend over zijn gidon hing. Gelukkig vonden beiden de moed om terug te starten en op de top van dit ontiegelijke rotding werden de troepen verzameld. Ieder van ons at voor de tweede keer die morgen, zijn pistolet met roerei en spek, dat ondertussen al niet meer zo krokant gebakken was.
Het besef groeide dat het voor sommigen een dag zou worden die aan de ribben zou blijven kleven. Kristin, de enige vrouw die mee was op de koninginnenrit overleefde zonder veel schade de eerste moordende klim maar zij traint dan ook voor een bergoprun op de Mont Ventoux. Andere berggeiten zoals Alex, Peter, Jos, Steven N. en Johan likten hun duimen en vingers af bij al dat lekkers dat er nog zat aan te komen. Kris vreesde echter dat hij als parcoursbouwer ’s avonds zou gelyncht worden door de niet-klimmers. Gelukkig maakte het weer en de prachtige omgeving veel goed, lentegroene alpenweiden, of toch iets dat er op trekt, pittoreske dorpjes met witte vakwerkhuisjes en rustige pleintjes waren een welkome afwisseling tussen de vele hellingen door.
De hellingteller op onze gps telde traag op naar 14 want dat aantal zouden we moeten beklimmen met daartussen glooiende wegen waarop de hoogtemeters ook lekker aandikten. Voor onze eerste stop van de dag hadden Dave en Dirk gekozen voor een gezellig dorpspleintje met kleine fontein en kasseien alsof we in Meldert zelf waren. Stefano zette zich bananenetend in het eerste het beste deurgat en vroeg zich wellicht nogmaals af waar hij aan begonnen was. Ook Bill had het niet onder de markt gezien zijn spiermassa die hij iedere keer omhoog moest sleuren. Maar op dat moment dacht niemand er aan om op te geven.
Het was echter kort voor de middagstop dat Stefano Di Lungo op nog maar eens een steile helling een zodanige morele hongerklop kreeg dat hij halfweg de berg stopte en besliste dat het daar zou eindigen. Zijn persoonlijke sportpsycholoog Steven N. moest al zijn psychologische kennis aanwenden om Stefano van gedachten te doen veranderen. Op de top van de helling werd ondertussen beslist dat de rapsten van de groep de volgende vijf kilometers naar de middagstop zouden vol maken en daar al een karrenvracht pizza’s zouden bestellen. Na een vijftal minuten haalde Stefano dan toch de top met zijn humeur zodanig op onweer dat een plaatselijke stortvlaag zeker tot de mogelijkheden behoorde ondanks de staalblauwe hemel. Nadat hij weer wat op asem was gekomen, dook ook de tweede groep naar beneden, waar we zowaar de Scalle tegenkwamen die door de snelle mannen was gelost na een verkeerde afslag. Samen reden wij zowaar een drietal vlakke kilometers op een jaagpad en in het volgende kleine stadje hadden Dave en Dirk de helft van het terras van restaurant Mytos gereserveerd. U raadt het wellicht al, het was een Grieks restaurant. Een beetje een rare combinatie : Vlaamse wielerploeg gaat in Duitsland tijdens een middagstop van de koninginnenrit eten bij de Griek. Maar door de vele hoogtemeters had iedereen ondertussen zo veel calorieën verbrand dat we zelfs zouden zijn gaan eten in een Ethiopisch restaurant uitgebaat door een eskimo. Het moet echter gezegd zijn dat de moussaka, pasta met garnalen en look, papadoriakis en voor Bill een Griekse schnitzel met friet door chef Zorba Kannipoupolos bereid waren op een zeer hoog niveau. En als bleek dat de Scalle bij het eerste rondje een Grieks Mytospilsken in een bevroren glas kreeg, wilde iedereen bij het volgende rondje just hetzelfde drinken.
Toen de waardin vernam dat wij de rekening in zijn totaliteit zouden betalen en niet iedereen apart zijn verbruik, begon ze daar van blijdschap een sirtaki en tzatziki te dansen, bovendien trakteerde zij ieder van ons nog op een shot Ouzo in ruil voor een gunstige review op Google. De Ouzo leverde trouwens een welkome turboboost want onmiddellijk na de herstart met volle maag konden we weer beginnen klimmen. Parcoursbouwer Kris is toch ne sjarel zenne. Stefano was dankzij de maaltijd en zijn twee grote cola’s wonderwel hersteld en schoot nu zonder morren de volgende hellingen op. Gelukkig waren het er niet zo heel veel meer na de lunch en mochten we de laatste kilometers weer volmaken langs de oevers van de Rijn. Tot we weer in Königswinter waren en nog maar eens de hotelberg konden beklimmen, met het gedacht dat ze zich in het hotel nu wel zouden hebben voorbereid op de komst van een grote groep met grote dorst. Niet dus…. Bediening op het terras? Dikke nul komma nul. Ergens wel begrijpelijk aangezien de barman ook de receptie moest bemannen. Van besparingen op personeel gesproken. Maar met enig geduld konden we dan toch onze welverdiende halve liter aan de lippen zetten.
Ondertussen waren de vrouwen en kinderen door elkaar geschud, over de kop geweest en heen en weer gerammeld in Phantasialand en hadden wij toch een voorsprong van een pint of drie eer zij ook in het hotel landden. Na een kattenwasje doken alle fietsers vervolgens op het warme buffet als een roedel uitgehongerde wolven waarna er op het terras nog stevig nagekaart werd over de zware dag. ’s Anderdaags stond een vlakke rit met 120 kilometers op het programma en niemand was er rouwig om dat we het zwaarste even achter de rug hadden.
Moe maar voldaan, trokken wij onze veel te korte gordijnen toe vielen in een diepe, ontspannen slaap….
Tot morgen!
El Churto