(alle foto’s vind je op deze LINK)
Op de derde en tevens ook laatste fietsdag had Reiseführer Kris voor ons een rit voorzien in een compleet andere richting dan de voorgaande. Met dezelfde deelnemers als de dag voordien én met een terugkerende Dirk staken wij na ons ondertussen traditioneel, uitgebreid ontbijt, de Rijn over naar Bonn. Om de machtige rivier te kunnen kruisen moesten wij een lichthellende brug over en net dit belachelijke niveauverschil deed de machtige Bill moreel kraken. Aan de ontbijttafel had hij al het dagprofiel bestudeerd en was tot de conclusie gekomen dat er toch weer bergop in zat en dat hij daags ervoor zo had afgezien dat hij geen helling meer kon zien. We waren dus nog maar een tweehonderd meter over de Rijn, van een tot dan toe biljartvlakke rit, en Bill gooide al de handdoek in de ring. Zonder veel poeha maakte hij rechtsomkeer hierbij tegen de President sissend :” Ik had gezegd de Rijn over vandaag en gedaan!”. Bill, altijd in voor een grapje, ontlokte bij de President een monkellachje want die dacht dat Bill zoals zo dikwijls het misschien niet meende. Net aan het standbeeld van een man die met zijn kop tegen de muur was gelopen, hield ons kleine peloton halt in de hoop dat Billy Boy zou terugkeren. Maar eens onze vriend iets in zijn hoofd heeft, zijn er meer dan dertien copains nodig om het er uit te krijgen. Bellen was geen optie want hij nam toch niet meer op en er achter rijden ook geen optie want daarvoor kan Bill veel te hard rijden.
We konden niet anders doen dan onze rit verder afwerken en hopen dat onze einzelgänger goed en wel in het hotel zou geraken. Eens door het mooie en zeer nette Bonn moesten we even een hellingkje bedwingen dat ons uit de vallei bracht. Deze klim was echter in niets te vergelijken met de monsterklimmen van de dag voordien. Kilometers lang bleven we parallel op de flanken fietsen op glooiende en slingerende wegen tussen wijn-en boomgaarden. Eigenlijk nergens werden de benen gepijnigd maar was het vaak genieten van prachtige panorama’s over de Rijnvallei waar in de verte zelfs de Dom van Keulen te zien was net op het moment dat vrouwen en kinderen daar stonden, met Visa’s, Master Cards en Am-Ex kaarten in de aanslag, klaar om de Keulense winkels leeg te shoppen.
Nog even klommen wij nog iets hoger en belandden op een plateau waar we de rest van de rit tot op het einde bijna, niet meer vanaf zouden moeten. Hier en daar zat er nog een hellingkje in naar de iets hoger gelegen kerk van een heuveldorpje maar voor de rest, biljartvlakke akkers, weilanden en koolzaadvelden. Moest Bill daar nu zo een schrik voor hebben?
Nog voor onze eerste stop van de dag, onze eerste pech van het weekend. Kris, u kent hem ondertussen als Reiseführer, had ooit voor de WTC al eens een Duits weekend uitgestippeld, jaren terug. Op de ritten die hij toen voor ons prepareerde volgde de ene gravelweg het volgende bospad op. Op zeker ogenblik moesten we zelfs met de fiets op de schouder een boshelling afdalen ons vasthoudend aan boomstammen en takken. Neen, dan had de Kris op dit weekend beter werk geleverd, geen enkel stukje onverhard, geen enkel gravelpad op de eerste twee dagen. Maar, doemde daar nu aan de einder niet wat steengruis op, op de kaarsrechte asfaltweg? Leek de verharding daar niet plots te stoppen? En ja hoor, de bestrating ging naadloos over in gravel, met als gevolg, de Kris na twintig meter, platten band. Onze Lieven Heer straft onmiddellijk zeker? Kris, zelf een handige Reifenmeister duldde amper hulp en verving zijn binnenband tegen een tijd die een bandenwissel in de Formule 1 benaderde, megasnel dus. Toch met wat schaamrood op de wangen omdat er van de 350 kilometer parcours een tweetal kilometer gravel in zat, zette hij zich nog maar eens op kop. Hij hoefde zich echter totaal niet te schamen, integendeel, hij moest fier zijn op zo een prachtige driedaagse met de mooiste wegen uit de streek op het progamma.
Kort na de platvalling troffen wij Dave, Nancy en hondje Mia in een kleine speeltuin in een rustig dorpje. In de schaduw van een fruitboom hadden zij voor ons verse aardbeien en cake gesneden en moesten wij ons inhouden om hen niet te omhelzen van dankbaarheid. ’t Is maar dat ze beseffen dat hun toewijding en zelfopoffering ten zeerste werd geapprecieerd door alle deelnemers! Bij het nuttigen van een stukje marmercake informeerden wij bij Dave of hij al iets van Bill had vernomen. Dave viel uit de lucht van verbazing want hij wist tot op dat moment niet dat Bill vroegtijdig de aftocht had geblazen. Hier en daar nestelde zich toch een klein gevoel van ongerustheid en gemis in onze hoofden, maar de rit moest worden verder gezet en fluks bestegen wij opnieuw onze machines.
Tot de middagpauze, voorzien op het marktplein van het stadje Neuskirchen, het Nieuwerkerken van Duitsland, bleven we op dezelfde plateau doorfietsen langs kaarsrechte landelijke wegen. Ondertussen was onze fiets, ondanks drie dagen van droogte toch wel lekker besmeurd geraakt. Een lokale landbouwer had zijn landbesproeiers wat dicht bij de rijbaan gezet met als gevolg, de modder en aarde op de weg die ondertussen stof was geworden, werd door het sproeiwater weer drab en spatte en kleefde tegen onze tot dan toe propere kaders. Peter sloeg even wit weg, want voor de start had hij zijn carbonnen kleinood nog opgepoetst met een vochtig babydoekje.
Maar geen nood, na 72 kilometer mochten we wederom de inwendige coureur versterken en konden wij plaats nemen op het zonovergoten terras van een Italiaans restaurant. Vlotte bediening, lekkere pasta en een acte-de-présence van Zatrick Lelever krikten de moral weer op naar ongekende hoogte. Dave en Nancy kregen van de uitbater nog een dikke fles Prosecco omdat ze een dergelijk grote groep op zijn terras hadden laten neerstrijken, en wij vaneir op weg.
Kort na de middagstop bereikten wij het lokale Amazoniënwoud. Een uitgestrekt bos, doorsneden door kilometerslange, rechte, geasfalteerde fiets-en wandelwegen lagen voor ons te wachten. Hoewel het decors, voor ideale fietstochten en hoewel het zaterdag was, kwamen wij geen enkele andere fietser of laat staan een groep wielertoeristen tegen. Eens een wandelaar of een skeelerende skiër met stokken en al, maar fietsers? Noppes, nada, niks… Het was ons ondertussen al lang duidelijk dat wij overal als aliens werden bekeken want dat de fietscultuur in Duitsland enkel bestaat in de buurt van vlakke rivierpaden. Eens de valleien uit, waren er amper fietsers te spotten. Ook fietsenwinkels zijn daar een zeldzaam iets. Terwijl er bij ons om de vijf kilometer een fietsenwinkel of hersteller gevestigd is, zal het in Duitsland eerder om de vijftig kilometer zijn, en dan nog. Onze groep wekte wel nieuwsgierigheid want, velen durfden het aan om ons aan te spreken en te vragen van waar we kwamen en wat we aan het doen waren. De WTC als rariteitenkabinet, wie had dat ooit gedacht.
Eens het lokale Kravaalbos doorkruist, doken wij een laatste keer de vallei van de Rijn in, recht naar de overzetboot naar Königswinter. Ook dit had Kris weer prachtig ingepland. Op de woelige Rijn was het aangenaam dobberen en waande Alex zich zowaar Leonardo Di Caprio in de film Titanic. Alleen was zijn Kate in Keulen geld aan ’t opdoen in plaats van hem romantisch te vergezellen aan de reling van de boot. Eens aan de overzijde moesten we een keer of vier heen en weer rijden vooraleer we het juiste terras op de oever vonden. Maar eens gezeten, konden we ons te goed doen aan een frisse Bittburger. Kwam er daar plots een immense catamaran aangemeerd met aan boord naar schatting een 1500 in het zwart geklede heavy-metal fans, die op het schip een optreden hadden meegepakt van obscure groepen als Eisbrecher en Die Krupps. Geef ons dan maar Soudal-Quick Step en Jumbo Visma zou ik zo zeggen. De duistere dansers begonnen daarop de loopplank af te komen en begaven zich naar de binnenstad. Hier en daar bleek er ook iemand weggelopen uit een sm-kelder of een aflevering van Game of Thrones. Maar misschien dat zij ons in onze lycra koerskostummekes ook wel een beetje raar vonden. In ieder geval keken wij onze ogen uit en na drie consumpties mochten wij voor de laatste keer de hotelberg beklimmen. Alex moet zodanig ongerust zijn geweest over Bill dat hij omhoog vloog om toch maar snel iets van nieuws te vernemen over onze vermiste.
En ja hoor, Bill was gezond en wel, reeds gedoucht en al wat ingepilsd. Na het avondeten bleek dat Bills beenspiermassa na de twee ritten zodanig was toegnomen dat zijn jeansshort zoveel spierkracht niet meer kon houden en dan maar spontaan scheurde tussen zijn benen. Seinen Klokkenspiel kwam daar bijna een aireken spelen in de frisse avondlucht. Ondertussen had Bill ook een zodanig innige vriendschap opgebouwd met de immer sympathieke garçon Ali dat hij hem vol overgave omhelsde, een halve meter van de grond tilde en zodanig vol liefde heen en weer schudde als was hij de klepel van Klokke Roelandt. Ali zou ’s anderdaags 5 centimeter zijn gegroeid na de osteopathische sessie die hij gratis van Bill had gekregen.
Middels een meegebrachte partybox werd de ene na de andere Duitse schlager vervolgens afgespeeld en wie nog kon, zong uit volle borst mee. Nu het de laatste avond was en er ’s anderdaags geen rit meer op het programma stond, kon de riem er wel eens af bij iedereen. De President nam nog een poging om tegen middernacht de berg af te dalen richting stadscentrum, maar hij moet toch nog een helder moment hebben gehad en keerde op zijn stappen terug. Gelukkig maar, of we hadden misschien een echte vermiste gehad ’s anderdaags.
De laatste avond was een prachtige afsluiter van een al even prachtige driedaagse, feilloos georganiseerd door Reiseführer Kris waarvoor onze oneindige dank en respect. Ook nog een extra woordje van dank voor Dave en Nancy voor hun goede zorgen. Ieder van ons kijkt trouwens al uit naar nieuwe avonturen in 2024. Er werd al even gedroomd en gegoogeld over een trip naar Santiago De Compostella en wie weet, wie weet, zit dat er ooit nog wel aan te komen. Voorlopig waren we meer dan tevreden met ons kortverblijf in het mooie Duitse Rijngebied. De afwezigen hadden eens te meer, meer dan enkel maar ongelijk.
Tot een volgende!
El Churto