Waar Remco Evenepoel zich donderdag nog Belgisch kampioen grachtduiken mocht noemen, mag hij zich na vandaag, Belgisch kampioen wielrennen op de weg noemen. Wat gaat die kerel nog allemaal op zijn palmares kunnen schrijven?
Met 31, jammer genoeg geen 31 leden aan de start van de rit vandaag maar met 31 graden Celsius zouden we vandaag een rit aanvangen die evengoed een ritje rond Asse zou kunnen noemen. Met uitersten als Opwijk, Roosdaal en Meise zouden we vandaag niet verder dan een boogscheut uit de buurt blijven waar menig lid onder ons is geboren. Onze moeders waren drachtig, maar was het nu in zeventig of tachtig? Het OLV-ziekenhuis of in onze tijd beter bekend als het Heilig Hart-ziekenhuis van As, of nog beter bekend als het Moederhuis van As, zou immers het middelpunt zijn van deze rit. Een gevoel van nostalgie overvalt mij nu. Rechtover het ziekenhuis was vroeger een café met de naam “Het Vaderhuis” waar menig toekomstig vader zat te bekomen van de weeën en het gepers van vrouwlief. En daarnaast bevond zich een winkeltje, bij Niskes, waar je als men iemand ging bezoeken in het ziekenhuis nog vlug een fruitmand of een pak Leopold-druiven kon kopen. Pascal zou zeggen: “Ge zjet van As, as ge in't Vaderhuis nen Stella hed gedronken”. Ver vervlogen tijden.
Met 18 leden stonden we aan de start van deze bloedhete rit. En onder ons enkele leden die vandaag voor de eerste keer met hun nieuwe, glimmende bolide aan de start stonden. De Geert en ik hadden ons vakantiegeld besteed aan nieuw materiaal. Het mocht er wel eens van komen want met onze velgremmen waren wij stilaan een uitstervend ras aan het worden. De eerste kilometers namen Jo en Pascal het voortouw en eens voorbij Brussegem werd het duidelijk dat Erwin goede benen had. Hij zette zich op kop en bij de eerste helling van de dag, reed hij alles en iedereen aan flarden. Als dat maar goed komt….
Via Kobbegem, Groot-Bijgaarden en Borchtlombeek geraakten we in Roosdaal waar we de verschrikkelijke Hunselenberg nog moesten overmeesteren. Tot nu toe waren alle pogingen om in twee groepen te rijden afgeketst. Telkens kwamen we aansluiten bij de snellere jongens. Een zooitje ongeregeld, zoals Geert het benoemde. Na Ledeberg, Kattem, Rattendries en Schippenijsel konden zich toch een viertal leden lostrekken uit de groep. Alexander, Jos, Joris en Erwin zouden onder hun vier wel uitmaken wie er als eerste zou inbadgen op het terras bij Ingrid maar in de Lombeekstraat stonden deze 4 heren weliswaar naast hun bolide. Was het door het hoge onkruid, de hoge snelheid, de steentjes in de bocht of de aankomende auto dat Erwin onderuit was gegaan in de doorgaans mooie bocht naar rechts, wie zal het zeggen? Met zijn broek aan flarden, nen ellenboog met den bast af en een fameuse bloeduitstorting op de rechterbil zou Erwin toch als eerste bij Ingrid geraken want onze route leidde nog naar Asbeek waar we de Notstraat nog moesten bedwingen.
Toen Ingrid hoorde van het onheil dat Erwin was overkomen, stormde zij met verbandtrommel en een pot Mercurochrome de straat over. Ze zou volgens goede bron zelfs voorgesteld hebben om samen met hem onder de douche te gaan en alle steentjes uit de wonden te wrijven….
Jammer genoeg kon ik niet deelnemen aan de gezellige nababbel op het terras aangezien ik nog andere acte de presences moest geven, maar volgende week zal de après-rit zeker en vast niet aan mij voorbij gaan.
Tot de volgende,
De PDG van de WTC.