Er mag al eens wat symboliek in een WTC-rit sluipen mijn gedacht. Met enkele Belgische uitblinkers op het Super-WK-Wielrennen in Glasgow, waaronder toch wel één “vliegmasjien” onder de vorm van de Aerokogel van Schepdaal, dé uitgelezen gelegenheid om eens naar die andere “Vlieger” te rijden, die van Kwatrecht. Het is echter nog steeds volle verlofperiode en nog al wat WTC-leden toeven nog in het buitenland. Zo proberen Alex, Katrien en de kids de modderstromen in Noorwegen in goeie banen te leiden. Johan bleek op zaterdag in de achtervolging op Kristin, want deze laatste was plots de Mont Ventoux vanuit Bédoin beginnen oplopen! Johan heeft daar serieus zijn tenen moeten uitkuisen om haar bij te houden op de 21 kilometerslange klim. Hoe Kristin dan achteraf naar beneden is geraakt is vooralsnog een raadsel, maar in ieder geval een TOPprestatie, zo lopen tot op de top van de puist van de Provence.
Wie ook weer een puike prestatie heeft neergezet dit weekend was den André. Hij heeft “vaneir” de Dodentocht uitgestapt tegen een gemiddelde van om en bij de 6,5 km/h hetgeen eigenlijk snelwandelen is. Dikke pluim op de fietshelm van André, die zich hopelijk weer snel bij de C-groep aansluit zodat de dames toch iemand meer hebben om hen uit de wind te zetten op zondag.
Terug naar zondag nu, waar er 14 niet-reislustige WTC’ers hun opwachting maakten. Hans De Bondt, broer van Sean De Bondt, Els , Yentel én Bill starten als eersten na een oorverdovend startschot uit Stevens maag uit de Makro, naar het schijnt goe gerief maar wel veel lawaai maken! Dertig seconden later was het al de beurt aan de A&B groep. Bovenop de Europastraat werden de C’s reeds bijgehaald en achtergelaten door de anderen. Blijkbaar trapte Kris DB vandaag in een pakske goei boter want de snelheid ging niet onder de 30 km/h in de eerste 27 kilometer. Ook na de eerste helling van de dag , de Heidebosstraat aka Montrose Street van Moorsel, bleef Kris op kop, zonder verpinken, duidelijk in zijn nopjes. Achter hem werden de zweetdruppels al uitgewisseld, ah ja want die waaien dan van de voorganger zijn voorhoofd tot op de freter van de coureur er just achter en dat gaat dan zo maar door. Mocht er ooit een zeer besmettelijke ziekte uitbreken die door zweet kan worden doorgegeven, het zou zich het snelst verspreiden in een groep coureurs. Tot zover mijn zuiver wetenschappelijke analyse! Eat this Mark Van Ranst! Op den duur ging het zelfs zodanig hard dat Jean vreesde dat we te vroeg gingen terug zijn waarna hij opperde dat Ingrid nog niet open zou zijn, maar wellicht was haar café dat wel al.
Wat u niet weet, is dat ik even mijn schrijving on-hold heb gezet om de onnavolgbare, onmiskenbare, beste Belgische renster aller tijden, Lotte Kopecky, wereldkampioen te zien worden! Hoewel ik mij soms eens durf sceptisch te uiten over het vrouwenwielrennen, is haar prestatie toch wel van een ongekende hoogte. Het is vijftig jaar geleden dat België nog eens een wereldkampioene had bij de vrouwen, uiteraard is het vandaag niet te vergelijken met toen. In die tijd reden de vrouwen nog met vierkante wielen terwijl ze onder de ene arm een baby hadden en met de andere hand het zondags kostuum van wederhelft aan het strijken waren. Zij reden toen nog voor een tonneken wasproduct en een kilo Sunlight-zeep als eerste prijs.
Op zaterdag was trouwens onze Meldertse Speer, Gil Gelders aan het werk in Glasgow. Hij moest er niet alleen knechten voor Nijs, hij eindigde dan ook nog eens voor hem. En dit na twee valpartijen op de spekglad geregende Glasgowse straten, en niet omdat hij de avond ervoor te diep in het glas van de single malt had gekeken, want een klasbak als Gil weet wat hij wil (zelfgevonden rijm), en dat is prof worden. En laat hij nu net een tweejarig profcontract hebben getekend bij de troepen van nonkel Patrick. Neen, niet Patrick-loopt-naast-zijn-schoenen-Evenepoel maar bij Lefevere. Dikken deal Patrick en dikke proficiat Gil!
Maar terug naar onze zondagrit! Na bijna 30 kilometer en na een solo plaspauze van JS uit M bij A, was het tijd aan Peter en Stefano Di Longo om kop te trekken. Op een ik en een gij waren we dan ook aan ons reisdoel : De Vlieger van Kwatrecht. Bij de eerste aanblik, viel het iedereen onmiddellijk op dat deze stalen vogel ondertussen al wat van zijn pluimen heeft verloren. De tand des tijds heeft dit luchtschip niet gespaard en ik zou er voor geen bak bier nog met meevliegen. Hetgeen ik indertijd, toen hij nog vloog voor Air Bujumbura ook niet zou hebben gedaan. Ik vermoed dat de ontwerper zich wel een ander einde voor zijn machine zal hebben voorgesteld dan een wegrotting boven een achteraf-parking in het wereldbekende Kwatrecht. Maar na de traditionele fotoshoot, was het tijd om de terugweg aan te vatten na nog een lusje door Melle en een passage op de kasseistrook richting “De Man die de Wolken Meet”. Hier verloor ondergetekende op zeer professionele wijze een bidon, gevuld met de mysterieuze “pot-des-belges”. Hopelijk volgt er achteraf geen staalname op de inhoud of er hangt mij een jarenlange schorsing boven het hoofd.
Op de terugweg was het een slingeren, en draaien en keren van jewelste dat acute zeeziekte nooit ver weg was. Ondertussen hadden JS uit M bij A en Jos zich op kop gezet. Dit bleek niet zo een heel groot succes te zijn. Want in plaats van 32 km/h trokken zij er nog 4 per uur bij. Dag met het handje, en laten rijden die twee mannetjesputters. Al gauw bleek hun nood aan sociaal contact groter dan hun drang om hun conditie te etaleren en wachtten zij wijselijk op de rest. Stilaan naderden wij metropool Aalst en ook de laatste klim van de dag : de Affligemdreef. Als een pijl uit een presidentiële boog schoot onze CEO weg uit ons klein peloton. Akkoord, zijn timing kon beter want halfweg viel hij zo stil al een zwitserse horloge die in geen zes maand werd opgewonden. Maar daar was Stefano weer die er nog een coucheke oplegde, helaas ook voor niet lang. Jos sloeg een gat zo dik als dat van Beyoncé, ondergetekende reed het dicht, het gat dat Jos sloeg é, niet dat van Queen B en JS uit M bij A profiteerde met zijn koersinzicht en kaapte de bergprijs weg voor al de rest. Yves en Pascal konden hun sportdrank al horen roepen vanop het terras en nog voor 11 uur met 76 kilometers op de teller tikten wij aan op de binnenkoer van Ingrids herenhoeve. We moesten dan ook tijdig binnen zijn voor nog wat voorbereidingen voor podcast : “Vive l’Orvalo” met de moderatoren Jean en Bill, de Gaston en Leo van de WTC. De overjaarse suikerwafels waren nog maar goed en wel verslonden of daar brak het al los : de oververhitte discussie tussen het Remcokamp met Jean enerzijds en het Woutkamp met Bill en de rest aan de andere kant. Jean dreigde er meermaals mee dat hij alleen in de zaal zou gaan zitten als we zijn dominante argumenten pro-Remco niet zouden aanvaarden, helaas voegde hij zijn daad niet bij het woord. Om zijn koersinzicht kracht bij te treden deed hij hiernavolgende belofte :”Als Remco ooit Milaan-San Remo wint, loop ik Meldert rond in mijnen bloten!”. Tja, wat moeten we daar dan van denken : is de Jean een verdoken naturist, is zijn mannelijk lid effectief te vergelijken met een Gardena fluitslang, of was het gewone bluf onder invloed van de derde Orval? In ieder geval steeg het volume van de discussie zodanig hoog dat zelfs Constant Beeckman er last van had ondanks zijn beginnende hardhorigheid. Gelukkig waren de flikken snel ter plaatse om de gemoederen te bedaren en deze koershooligans tot kalmte aan te manen. Ge ziet, om elf uur binnen zijn is voor niks goed, er wordt dan minstens twee keer meer gedronken wat in sommige hun geval dan neerkomt op vijf Orvals.
Waar we volgende week naartoe fietsen, zal afhangen van de windrichting en het extra gewicht dat Jo zal hebben overgehouden aan zijn culinaire WK-trip naar Glasgow. U leest het in iedere geval en ongetwijfeld achteraf in de online WTC-krant.
El Churto