In september is het autoloze zondag, 20 augustus leek echter wel vrouwloze zondag. Ondanks een stralende zon van meet af aan en een helderblauwe lucht, ideaal om nog wat laatzomerse teint te veroveren, stond André van het C-team helemaal….alleen. Zijn chaperonnes moesten blijkbaar ergens anders gaan chaperonneren. Gelukkig voor André, was A & B wel veertien man sterk, en hoewel hij aanvankelijk twijfelde of hij al dan niet solo zou rijden, werd hij bij hen in de groep opgenomen.
De rit zou vandaag naar Dikkele gaan, neen dat ligt niet aan de “Hollandse” grens zoals iemand mij op zaterdagavond vroeg, Dikkele ligt in de Zwalm. Uiteraard niet in rivier de Zwalm, maar in de streek rond de rivier, die voor ’t gemak dan ook maar de Zwalm werd gedoopt. Stel u eens voor dat er zalm zou zwemmen in de Zwalm! Dat zou pas een commerciële voltreffer zijn :”Zwalmse Zalm”, dat klinkt nogal ewa beter als pakweg :”Zeeuwse Mosselen”. Helaas, meer dan een “stekelbezzeken” en een occasionele broekpaling ga je niet zien voorbij zwemmen in dit anders wel idyllisch riviertje.
Maar genoeg aardrijkskundig uitgeweid, het presidentiële startschot weerklonk om half negen door de Meldertse ochtendlucht en hoewel er aanvankelijk werd getwijfeld wie op kop zou starten, namen Kris DB en Der Reifenmeister hun verantwoordelijkheid. Strak doch gestaag namen ze de rest op sleeptouw. De initiële kilometers van de rit waren nu niet echt om over naar huis te schrijven. Via de Langestraat naar Jagershoek in Erembodegem, de Dender over, en via de Groenstraat naar het Churchill rondpunt, niet echt een waaaauuw traject, maar de rest van het parcours zou de mottige start snel doen vergeten.
Eens Haaltert voorbij kreeg het groen de bovenhand over de lintbebouwing, en in Herzele waanden we ons even in La Douce France toen we een veld zonnebloemen, blakend in de zon, passeerden. Een kleine “misrijding” omdat we een fietswegel hadden gemist, lokte onmiddellijk kritiek uit bij JS uit M bij A :”Typisch!”, riep hij. Iemand die enkel zijn weg weet via steen-en rijkswegen ging de toeristische troeven van de rit eens in twijfel trekken! Maar kritiek houdt de parcoursbouwers scherp, allez van geest, daarom niet van lichaam.
Via de groene gordel rond Herzele bereikten wij al snel Zottegem waar wij aan de voormalige housetempel The Krypton voorbij reden. Een snelle blik op de parking leerde ons dat Jean en Patricia niet hun eerste kennismaking aan het overdoen waren op de achterbank van Jean zijnen toenmalige johnnybak. Ondertussen had Jos zich op kop gezet en hij had Peter zo ver gekregen hem te flankeren. Hoewel flankeren, Jos op kop en Peter er twintig meter schuin achter en de rest op Peter zijn wiel. Jos meent het ongetwijfeld goed maar hij is blijkbaar ook besmet door het moeilijk geneesbare virus van Jauresse Beauté. Het kan maanden, zelfs jaren duren eer men daar van afgeraakt en achteraf zijn opstoten nog steeds mogelijk!
Toen we de Zwalm binnenreden, maanden we Jos aan om over te schakelen op “genietmodus” zodat elk van ons de glooiende velden en akkers in zich kon opnemen. Het was van dan af een draaien en een keren op met gras begroeide macadambanen. Het landschap waar we doorfietsten moet er ongetwijfeld zeventig jaar ervoor net hetzelfde hebben uitgezien. Hier en daar een imposante herenhoeve en daarrond velden, weiland en akkers onder een stralende zon. Voor we het goed en wel beseften arriveerden we in Dikkele, waar scoutsgroepjes in het midden van de zeer rustige wegen speelden. Na nog een kleine lus, dokkerden we over de oeroude kasseien van het dorpscentrum en konden een blik werpen op het schaduwrijke terras van bruine kroeg “De Casino”. Wie ooit in Dikkele komt, moet er zeker eens binnenstappen, het is alsof ge uit de teletijdmachine van Professor Barabas stapt en honderd jaar terug in de tijd zijt gevlogen. Daar smaakt een Pater Lieven of Blonde Ename nog net iets beter dan in een of andere kunstmatige hipsterbar. Allez, ik ga hier niet te veel reclame maken voor het prachtige Dikkele, want als al mijn duizenden lezers naar ginder trekken, is de rust er weg in dit authentieke dorpje.
Al gauw lieten we Dikkele achter ons, maar opnieuw vielen we van de ene verbazing in de andere. Een lange dreef leidde ons naar een voordeur in een wit gebouw. Van verre konden we enkel de deur ontwaren aan het einde van deze prachtige laan, en toen we aan de laatste bomen waren, doemde een pracht van een witte herenhoeve op, omsingeld door een eeuwenoude boomgaard. Links voor de hoeve dienden we weg te draaien en belandden opnieuw in een prachtdreef waar “Paken ne keer moest drinken!”, vakjargon voor een plaspauze. Hierna kronkelden we zodanig door het landschap dat we volledig gedesoriënteerd raakten.
Even werden we uit onze droom opgeschrikt toen aan een boerenhof een Staande Brak, allez het was een lopende Brak, op ons blaffend afstormde. Iedereen begon zich af te vragen in wiens been deze kolos zijn tanden ging planten. Naar het schijnt bijten blaffende honden niet, maar het had beter geweest “bijtende honden blaffen niet”, want met een stuk bovenbil tussen de tanden kan een hond niet blaffen, mijn gedacht. Maar blijkbaar stond er een onzichtbare barrière want de vervaarlijke hond liep plots parallel met ons mee, een imaginaire lijn niet overschrijdend. Die zal wellicht vroeger een wurgbandje hebben gedragen die aanspande eens hij voet op straat zette. Gelukkig goed geconditioneerd ondertussen, dat monster.
Via Vlierzele naderden wij Vlekkem waar koprijder Dries achterom keek en vroeg :”Alles oké vanachter?”, waar Kris DB geestig op antwoordde :”Alles verloopt hier VlekkeMloos!”. Als ge nog dergelijke woordgrapjes kunt maken na zo een rit, dan hebt ge nog overschot é! Kort erna werden wij gekruist door een chapter van de Hell’s Angels, of ander meisjesclub. Die mannen beginnen dan spontaan hun vier pinkers op te zetten, met hun arm te zwaaien en hun linker been omhoog te steken. Het was precies een turnclub op de moto! Maar ook deze ontmoeting overleefden wij glansrijk.
In Mere werden we nog even gedwarsboomd door een afgesloten weg ingevolge eeuwigdurende werken aan de E40, maar middels een kleine extra lus, sloten we al snel terug aan op het parcours en doken wij de fietserstunnel in naar het ASZ. Op de Capucienenlaan werden wij ook weer gedwarsboomd door wegenwerken maar ook hier raakten wij doorheen en poseerden al snel voor De Zwette Maan op de Markt van Aalst. Na dit kort oponthoud beklommen we voor één keer gezamenlijk Affligemdreef, zonder dat er concullega’s zot van de testosteron omhoog vlogen als reden zij voor de gele trui.
Het terras van Ingrid lag aanlokkelijk te blinken in de zon en Wandel en Stap Vereniging :”De Lustige Sjoempelaars” hadden al een deel van de plaatsen ingepalmd. Gelukkig was onze Stamtisch nog vrij en konden wij ons zweet de vrije loop laten op de plaveien. Dingen haastte zich om ons vochtverlies te compenseren en bediende de Scalle nog voor hij had kunnen kiezen tussen een pilsken of een pintje! De President vroeg echter al achter chips als Dingen de drank aan het opschrijven was, een afkeurend gegrom was zijn deel, en met de staart tussen de benen wachtte onze CEO braaf tot het zijn beurt was.
Volgende week komen er waarschijnlijk nog wat vakantiegangers terug en zullen de gelederen weer wat aandikken. Bill doet dit trouwens op dit moment in Oostenrijk, naar het schijnt. Volgende week ongetwijfeld weer nieuwe, verrassende en keiharde avonturen! Tot dan.
El Churto