Alsembergop wil rijden, rijdt hij naar Alsemberg

Vorige week zette onze President zich nog achter zijn “typmasjien” en toverde daar een pareltje van een verslag uit zijn fietshelm. Daaruit is nog maar eens gebleken hoe multifunctioneel inzetbaar hij is. Vooral zijn passage over de Witte Hoeve in Sint-Lievens-Esse was een throwback naar lang vervlogen tijden van hemdjes in de broek, strak geföhnde kuiven bij de Marina’s, perfect gelegde permenanten bij de Johnnies, Ford Capri’s en Opel Manta’s. Ondergetekende is trouwens net terug na een buitenlandse stage op een afgelegen eilandenarchipel waar fietsen nog moet uitgevonden worden. Als ge met den huurauto meer in eerste en tweede vitesse hebt gereden dan in vierde dan moet ge beseffen dat het daar veel te steil bergop gaat om te fietsen. Dat is dan ook de reden waarom wij op twee  weken amper twee fietsers op een koersvélo zagen, beiden wogen waarschijnlijk net geen 50 kilo!

Maar over naar de orde van de dag! In de Tour had Pogyboy op zaterdag al een serieus bommeke gesmeten in de Pyreneeën en Vingegaardeken en Remco’ken doen inzien dat ze voor de tweede en derde plaats reden. Op zondag stond de koninginnenrit gepland, dat we dan ’s middags vierden middels vol-au-vent in een koninginnenhapje. Een calorierijke maaltijd zou nodig zijn ter recuperatie want de zondagrit werd samengesteld door Der Reifenmeister, en dan weet ge dat het bergop zal gaan. Zijn habitat is het Pajottenland en hij kent er dan ook ieder klein paadje en achteraf-wegje. Het beloofde dus een prachtrit te worden onder een stralend (eindelijk) zonnetje. Met 15 getrouwen verzamelden wij voor ons stamcafé. Er dienden zich warempel twee gastrijders aan : Pieter, voormalig coureur reed in lang vervlogen dagen wel al eens mee met ons, zou een ganse rit ten dienste van de ploeg rijden en Kim sloot zich aan bij de C’s en vatte samen met Guy, Kristin, Wendy en André de korte rit aan. Het korte parcours zou de Alsemberg niet aandoen maar zou toch ook met de 500 hoogtemeters flirten op een afstand van 60 kilometers.

De rest van de aanwezigen trok zich op gang voor een rit van bijna 80 kilometer en om en bij de 700 hoogtemeters. De eerste dertig kilometer waren echter eerder technisch te noemen. Draaien, keren, kleine wegjes, slechte bestrating, kasseien, modder op de rijbaan, snelheidsremmers,… Prachtig parcours maar niet altijd even geschikt voor de glanzend gepoetste racemachines, zo zou Jean menigmaal opperen. Stefano Di Longo had zich van begin van de rit op kop gezet en hield er een strak tempo op na. Misschien was het wat overmoed, of had hij een vroege hongerklop? Zaak was dat hij na een twintigtal kilometer tot het besef kwam dat er toch wel vrij veel bergop in zat en hij al een eerste verwensing richting het hoofd van Der Reifenmeister slingerde. Via nooit eerder door ons aangedane wegen, bereikten wij Pede, en langsheen de vijvers trok het richting de echte heuvelzone op grondgebied Beersel. Drie venijnige puisten werden ons voor de wielen geschoven, zo moesten we het hoogteverschil van de Bruine Put overwinnen via een parallel, prachtig klinkerpaadje. Nooit eerder over gereden en een ware ontdekking.

Aan de kerk van Alsemberg zagen we nog een paar krakkemikkige kerkgangers de tientallen trappen afdalen na de hoogmis en moesten wij het hoogteverschil langs de gewone rijbaan overwinnen. Op de top ging het asfalt dan ook nog eens over in kassei. Allemaal heel mooi, maar slopend voor benen en materiaal. Kort daarna mochten wij een omgekeerde reusachtige piramide aanschouwen waarbij ze de trappen aan de buitenkant hadden gehangen. Een architecturale miskleun of ware kunst, de grens tussen genialiteit en krankzinnigheid is soms erg dun. En dat mochten we iets verder ondervinden. Eén of andere halve zool van een zelfverklaarde kunstenaar, had zijn huis omgetoverd in een containerpark van carnavalafdankertjes, of waren het kunstige beelden? Geen van ons bleek kenner genoeg om deze masterpieces naar waarde te schatten.

Gelukkig was het rondspuitende latex uit Peters banden al wat opgedroogd, of hij had daar die kunstwerken met een laag melk bedekt. We hebben wel wat geld in de clubkas maar om daar duizenden euro’s te gaan neertellen voor een gedrochtelijk stuk papier-maché, da zou er over zijn.

Na Alsemberg doken we naar de vallei van de Zenne en klommen nadien weer richting antennetoren van Sint Pieters-Leeuw via het cultcafé “ De Oude Smis van Mekingen”. Voor een goeie oude geuze op stopsel in een authentiek interieur en stokoude waardin, één adres. Maar geen tijd voor een geuzestop want door het draaien en keren, zaten we achter op ons schema. Wilden we nog een paar recuperatieve Orvallekes drinken voor we huiswaarts moesten keren, moesten we wat voortmaken. Gelukkig zaten er in de terugweg meer dalende dan hoogtemeters en om kwart voor 12 draaiden wij ’t koerken van Ingrid op. Winegums en frangpiannekes werden doorgespoeld met Spa bruis en Orval bruis. Het is namelijk heel belangrijk de spieren te laten herstellen met de juiste middelen, ons met graagte aangereikt door soigneur Dingen.

Hopelijk zou Remco zijn derde plaats in de algemene stand in de Tour 2024 behouden voordat huidig verslag wordt gepubliceerd en gaan we nog een laatste slotweek in.

Tot volgende week (hoewel ik er niet bij zal zijn)!

 

El Churto